Verpleegtechnisch Handelen Flashcards
(260 cards)
Wanneer wordt er gekozen voor een injectie ipv een pil?
- Als een pil niet goed wordt opgenomen in de darmen
- als het snel moet werken
- wanneer de zorgvrager braakt en diarree heeft
Wat zijn de verschillende toediensvormen bij injecteren?
- Intracutaan: onder de huid, bijvoorbeeld bij
allergietesten. Dit mag een verzorgende IG niet
doen. - Subcutaan: in het onderhuids bindweefsel. Dit is
meestal minder dan 2 ml. - Intramusculair: in de spier.
- Intraveneus: in de ader, vaak via een infuus. Dit mag
een verzorgende IG niet doen.
De snelheid van de werking van een
medicijn is afhankelijk van?
het medicijn, de plaats van toediening (buik werkt sneller dan wanneer in het been geïnjecteerd wordt) en de manier van toedienen (intraveneus is het snelste).
Materialen die gebruikt worden bij injecteren zijn?
- Disposable (wegwerpbare) handschoenen wanneer je
handen niet in aanraking mogen komen met het
medicijn (kan leiden tot huiduitslag), kijk op de
medicijnverpakking. - Desinfectans om de huid schoon te maken.
Tegenstanders geven aan dat dit tot huidirritatie kan
leiden. Bij subcutaan injecteren
gebeurt het niet meer, bij intramusculair soms. - Deppers om de huid te drogen of de insteekopening
achteraf dicht te drukken. - Het medicijn, dit wordt geleverd in een ampul (voor 1-
malig gebruik), een flesje met een rubber dop (is
meerdere malen te gebruiken) of een mini plasco (een
goedkoop flesje voor 1-malig gebruik. Niet ieder
medicijn kan hierin). - Solvon is een oplosmiddel voor het medicijn, dit staat
op de verpakking. Vaak gaat het om steriel water of
een fysiologische zoutoplossing. - Een wat dikkere optreknaald en de injectienaald. Er
bestaat een internationale kleurcode voor de lengtes,
maar niet iedere fabriek hanteert die. Voor
intramusculair gebruik is een lengte van 38 à 40 mm
nodig om de spier te kunnen bereiken. Voor
subcutaan zijn dat 18, 25, 12, 8, 6 en 5 mm waarmee
loodrecht geïnjecteerd kan worden. - De spuit heeft diverse maten. Die van 50 ml wordt
vooral gebruikt om medicatie via de infuuspomp toe
te dienen of voeding via een sonde. - Een bekken om materiaal in te vervoeren.
- Een naaldencontainer.
- Een pleister ter bescherming van de kleding voor
nabloeden.
Regels voor het toedienen van injecties zijn?
- Houdt je aan het protocol.
- Laat je door een collega controleren. Als je zelf de
vloeistof uit bijvoorbeeld een flesje optrekt, geef dan
ook zelf de injectie. Degene die de injectie geeft
wordt verantwoordelijk gehouden voor deze
handeling. - Bepaal de plek van injecteren en spuit altijd in gezond
weefsel. Dus niet op een blauwe plek, een zwelling, in
littekenweefsel of in een verlamd lichaamsdeel. - Bepaal de wijze van injecteren.
Je hebt de luchtbelmethode: door een beetje lucht in
de spuit te laten, injecteer je het volledige medicijn,
de lucht zorgt ervoor dat de injectieopening
afgesloten wordt. Laat de naald even in de spier zitten
om lekken van het medicijn te voorkomen. - Bij de Z-methode: trek je de huid strak tijdens de
injectie, als je daarna de huid loslaat wordt de baan
van de naald door weefsel onderbroken en wordt
lekkage naar het onderhuids weefsel voorkomen.
Complicaties bij injecteren zijn?
- De zorgvrager kan allergisch reageren van huiduitslag tot shock.
- Infectieverschijnselen of een ontsteking bij de injectieplaats.
- Hematoomvorming (een opeenhoping van gestold bloed, een blauwe plek)
door het aanprikken van een bloedvat. - Uitvalsverschijnselen door het aanprikken van een zenuw.
- Een abces (is een met pus gevulde zwelling), necrose (het afsterven van
weefsel, het wordt zwart) of een bloeding door het onjuist of op een onjuiste
plaats injecteren. - Het afbreken van de naald.
- Verbindweefseling van de huid door veelvuldig prikken.
Gevaren voor de verzorgende bij het injecteren zijn?
- Overgevoeligheidsreacties door het morsen van bijvoorbeeld antibiotica over
je handen. - Resistentie voor een medicijn door er veelvuldig mee in aanraking te komen.
- Besmet raken door een prikaccident.
De kans op een besmetting via een prikaccident voor Hep. B, Hep. C en HIV zijn?
Hepatitis B is 33%, van Hepatitis C 3% en van HIV 0,3%.
Waarvoor dient het prikaccidentprotocol?
infectie door een prikaccident te voorkomen. Maar
ook prikongevallen als gevolg van snij-, spat- en bijtincidenten. Dit kan door naalden, instrumenten, glaswerk, tanden of contact met mogelijk besmet materiaal via een niet-intacte huid of slijmvliezen.
Aan het gebruik van de insulinepen zijn een aantal voorwaarden verbonden. Deze zijn?
- Bewaar de pen zonder naaldje erop, er zou insuline weg kunnen lekken waardoor de
concentratie kan veranderen. - Meng langwerkende insulines door de pen tussen je handen heen en weer te rollen.
- Laat na de injectie de pen 5 seconden in de huid zitten om nadruppelen te
voorkomen en druk de insteekopening met een droge depper dicht. - De insuline in een ampul blijft, na opening, één maand houdbaar op
kamertemperatuur. - De voorraad kan het beste in de groentela van de koelkast bewaard worden
(deze is koel, maar niet koud).
Wat is diabetes melitus?
een stofwisselingsziekte waarbij er problemen zijn met de opname van insuline in het bloed of met de productie van insuline in de eilandjes van Langerhans.
Hoe kunnen diabetes patienten behandeld worden?
met tabletten of het spuiten van insuline.
De 4 meest voorkomende complicaties bij diabetes zijn?
- Neuropathie (ziekte van de zenuwen)
Door een slechte doorbloeding worden de zenuwbanen aangetast.
Hierdoor voelt iemand minder en is er een groter risico op verwondingen. - Retinopathie (is een aantasting van het netvlies in het oog)
De zorgvrager gaat steeds slechter zien door kleine bloedinkjes in de
bloedvaten van het oog. Hierdoor kan de zorgvrager blind worden aan
een of beide ogen. - Angiopathie (is een aandoening van de bloedvaten)
Aantasting van slagaders waardoor er een verhoogde kans is op hart en
vaataandoeningen. - Nefropathie (een ziekte met betrekking tot de nieren)
Diabetes tast de zuiveringsfunctie van de nieren aan. Hierdoor kunnen
afvalstoffen in het lichaam blijven. Daarnaast worden veel goede stoffen,
die normaal in het lichaam blijven, via de urine uitgescheiden. Nieren die
niet goed werken, veroorzaken een hoge bloeddruk.
Deze worden dan veroorzaakt door een verhoogde concentratie glucose in het bloed.
Hoeveel soorten diabetes zijn er?
2
Wat houdt diabetes type 1 in?
Type 1 diabeten zijn afhankelijk van de toediening van insuline, omdat de eilandjes van Langerhans geen insuline meer produceren. Bij type 1 diabetes moet er dus insuline gespoten worden.
Wat houdt diabetes type 2 in?
Bij type 2 diabeten maakt het lichaam zelf nog wel insuline aan. Dit is onvoldoende of de insuline werkt niet goed meer. Type 2 diabetes wordt meestal met tabletten behandeld. Het kan echter zijn dat de zorgvrager na verloop van tijd toch insuline moet gaan spuiten. Een speciale vorm van type 2 diabetes is zwangerschapsdiabetes. De kinderen van moeders met diabetes hebben een iets verhoogde kans op een
aangeboren afwijking. Ouders met type 2 diabetes geven de aandoening vaak door aan hun kinderen.
Wat is een normale suikerwaarde?
De normale waarde ligt tussen de 4 en de 8 mmol/l.
Wat is hyperglykemie?
teveel glucose in het bloed.
Wat is hypoglykemie?
te weinig glucose in het bloed.
Wat zijn de verschijnselen van een hyperglykemie?
dorst, een droge tong, moeheid, slaperigheid, plotselinge humeurigheid veel plassen. Het kan leiden tot een coma.
Wat zijn de verschijnselen van een hypoglykemie?
zweten, trillen, beven, wazig zien, een wisselend humeur, bleekheid, hoofdpijn, moeheid, honger en duizeligheid. Ook een hypo kan leiden tot een coma.
Hoe ontstaat een diabetische voet?
Diabetes tast de zenuwen en bloedvaten aan, het gevolg is een slechte bloedcirculatie en gevoelsstoornissen.
Wat zijn de gevolgen van een diabetische voet?
De zorgvrager voelt niet dat er bijvoorbeeld een
wondje ontstaat. Dit kan gaan ontsteken en infecteren met uiteindelijk zelfs amputatie als
gevolg.
Hoe herken je een diabetische voet?
koude voeten, tintelingen, pijn, minder gevoel,
moeilijk genezende wondjes en verkleuringen aan de voeten.