OZA (ondersteunende zorgactiviteiten) Flashcards
(325 cards)
Wat is ergonomisch werken?
Dit is het werk aanpassen aan je lichaam. Dat wil zeggen dat je werkt met een goede
werkhouding en met goede werkmaterialen en middelen.
Wat zijn maatregelen ter bevordering van Ergonomisch werken?
- Verplaats zorgvragers samen met iemand van je eigen lengte.
- Pas de bedhoogte aan je lengte aan.
- Gebruik hulpmiddelen, vraag hoe het werkt als je dit niet weet.
- Draag schoenen die je rug ondersteunen.
Wat zijn aandachtspunten voor een goede werkhouding?
- Ga goed staan en zitten, zorg voor een rechte rug.
- Zak bij het bukken door je knieën.
- Werk niet boven je macht.
- Voorkom gedraaide en scheve houdingen.
- Wissel dynamische en statische spierkracht af.
- Probeer werk wat je normaal staand verricht, eens zittend te doen.
- Wissel staand en zittend werk af.
- Til met een rechte rug. Probeer zo min mogelijk te tillen, te schuiven en te duwen.
Trekken of rollen is vaak een beter alternatief. - Werk zoveel mogelijk dicht bij het lichaam.
Wat is hygiënisch werken?
Dit betekent dat je besmetting met micro-organismen (bacteriën, gisten, schimmels en
virussen) probeert te voorkomen, omdat je van sommige micro-organismen ziek kunt
worden.
Noem aandachtspunten voor persoonlijke hygiëne
- Was je handen goed (bij aankomst en vertrek, na toiletgang en indien nodig).
- Desinfecteer je handen na contact met besmet materiaal (bloed, urine of ontlasting).
- Zorg dat, als je wondjes hebt, deze afgedekt zijn.
- Doe sieraden af, ze zijn een bacteriebron en kunnen onveilig zijn.
- Houd nagels kort en schoon, bind je haar in een staart en verzorg baard en snor
goed. - Zorg dat je kleding op hoge temperaturen wasbaar zijn en draag een plastic schort
als je met water of vervuilde situaties werkt. - Draag geen open schoenen, omdat bacteriën tussen tenen kunnen gaan zitten.
Wat zijn algemene aandachtspunten voor hygiene?
Algemene aandachtspunten voor hygiëne zijn:
- Draag (wegwerp)handschoenen wanneer je “vieze” werkzaamheden uitvoert.
- Was je handen met handschoenen aan als deze daarna weer gebruikt moeten worden.
- Maak melding als je besmettelijk ziek bent. Dan kan overlegd worden of je kunt werken.
- Verschoon werkmaterialen (thee-, hand- en werkdoekjes) op tijd.
- Reinig schoonmaakmateriaal goed en droog ze na.
- Voorkom ongedierte.
Wat is planmatig werken?
wil zeggen, dat je zoveel mogelijk werk in een zo kort mogelijke tijd met zo min mogelijk inspanning verricht.
Plannen is belangrijk zodat je niets vergeet, je efficiënt werkt, je overzicht hebt en je makkelijk kunt evalueren.
hoe maak je een tijdsplanning?
Een tijdsplanning maak je door:
- Een lijstje te maken van wat je moet doen, rekening houdend met wat de zorgvrager
zelf kan.
- Te bedenken hoeveel tijd je hebt en (schat) hoelang iedere activiteit duurt.
- De activiteiten in volgorde van belangrijkheid.
- Te kijken naar efficiënte en tijdbesparende combinaties.
Wat is de juiste volgorde van werken?
Richtlijnen voor een goede werkvolgorde zijn:
- Eerst droog of klamvochtig, daarna pas nat.
- Werk van schoon naar vuil.
- Werk van boven naar beneden.
- Verwijder stof, verspreid het niet.
- Combineer gelijksoortige werkzaamheden.
- Wissel zwaar en licht werk af, bewaar licht voor het laatst.
- Wissel aangenaam en onaangenaam werk af en eindig met aangenaam.
waarvoor dient een MIC
In organisaties wordt verwacht dat je bij een (bijna) ongeval (vallen, snijden, branden,
vergiftiging, verdrinking, verstikking) een MIC (melding incidenten cliënten) invult om
beïnvloedbare herhalingen in de toekomst te voorkomen. In de thuiszorg moet je ook letten
op preventie van ongelukken. Let dus op losse kleedjes, meubels die in de weg staan en
waar schoonmaakmiddelen staan.
Wat zijn aandachtspunten voor veilig werken?
Aandachtspunten voor veilig werken zijn:
- Houd je aan de regels van de organisatie en werk rustig.
- Zet je materialen en middelen binnen handbereik en ruim alles weer goed op,
zonodig achter slot en grendel.
- Controleer je materialen op gebreken vóór gebruik. Werk alleen met goed materiaal.
- Volg de gebruiksaanwijzingen op.
- Zorg voor voldoende ruimte en voldoende geventileerde ruimte.
- Bewaar schoonmaakmiddelen in de oorspronkelijke verpakking.
wat zijn aandachtspunten voor energie milieubewust werken?
Aandachtspunten voor milieubewust energiegebruik zijn:
- Laat verlichting niet onnodig branden, gebruik indien mogelijk een spaarlamp.
- Zet geen verwarming aan bij luchten. Zorg voor isolatie.
- Vermijd onnodig waterverbruik (doe je emmer half vol), gebruik een
thermostaatkraan.
- Doe alleen een was als de trommel vol is, op een energiebesparend programma.
- Let op het energielabel bij aanschaf van apparatuur.
Wat zijn aandachtspunten voor milieubewust gebruik van materialen?
- Kies het juiste schoonmaakmiddel, liefst milieuvriendelijk. Beperk het gebruik van agressieve middelen en neem de juiste dosering (meer is niet beter). Neem een geconcentreerd middel dit zit vaak in een kleinere verpakking.
Voorbeelden van milieuvriendelijke middelen zijn: afwasmiddel, soda en groene zeep. Gebruik zo min mogelijk: chloor, desinfecterende middelen en speciale reinigers. Ze zijn schadelijk voor het buitenwater, doordat ze bacteriën doden die het water schoonhouden. - Zorg voor goed onderhoud van je materialen. Reinig regelmatig dan wordt het niet heel vuil.
- Gebruik zo min mogelijk wegwerpverpakkingen.
Aandachtspunten voor afval beperken zijn?
- Koop liever grotere verpakkingen (minder verpakkingsmateriaal) en
navulverpakkingen. - Scheid afval.
- Koop niet te veel, dan hoef je ook niet veel weg te gooien.
- Neem een boodschappentas mee met boodschappen doen.
Wat zijn de 4 groepen waarin je vuil kan indelen?
- Losliggend vuil: stof, zand of haren.
- Licht gehecht of aangekleefd vuil: verse vlekken, zoals modder, vieze vingers of
koffievlekken. - Sterk gehecht of ingedrongen vuil: oude vlekken, zoals bloed, roest en kauwgum.
- Onzichtbaar vuil: micro-organismen.
Wat zijn de 3 schoonmaak methodes?
- Droog: met een droge doek, stofzuiger of stofwisser. De methoden voor droog
schoonmaken zijn: vegen, stofwissen, stofzuigen, ragen en stoffen.
Een bezem met zachte haren houdt stof beter vast.
Stofwissen is een wegwerpdoekje onder een wisser te leggen en de vloer stofvrij
maken
Ragen is spinraggen en stof van muren verwijderen met een ragebol.
Een nadeel van vegen en ragen is dat dit veel stof veroorzaakt. - Klamvochtig schoonmaken: met een vochtige of vettige doek of een doek waarin
schoonmaakmiddel verwerkt is. Voordeel is dat stof aan het materiaal hecht. - Nat schoonmaken: dit doe je meestal met een schoonmaakmiddel. Je kunt veel
soorten vuil van waterbestendige oppervlakten verwijderen (soppen, schrobben,
shamponeren, stomen etc.).
Welke 3 groepen van schoonmaakwerkzaamheden zijn er?
- De dagelijkse beurt bestaat uit opruimen, zichtbaar vuil verwijderen en waar nodig
voor de hygiëne (wc). - Bij de wekelijkse beurt doe je iets extra’s, zoals het bed verschonen of de meubels
opzij zetten voor het stofzuigen. - De grote schoonmaakbeurt (inclusief plafond en muren), één keer per half jaar of één
keer per jaar.
Wat zijn materialen voor droog schoonmaken?
doeken, stoffer en blik, stofzuiger, stofwisser en
plumeau.
Materialen voor klamvochtig schoonmaken zijn?
microvezeldoekjes, mop, dweil, spons,
zeem en borstel. Microvezeldoekjes kunnen vocht en vuil vasthouden en houden olie en vet vast, daarom hoeft er geen schoonmaakmiddel gebruikt te worden bij deze doekjes. Als ze vol zitten, moet je een nieuwe doek pakken en na gebruik kun je ze in de wasmachine doen.
Gebruik ze altijd klam vochtig. Er zijn ook elektrostatische wegwerpdoekjes, maar die belasten het milieu meer.
Materialen voor nat schoonmaken zijn:
doeken, sprayflacon, watertrekker en borstel.
Wat zijn micro organismen?
Micro-organismen kunnen het therapeutisch milieu verstoren. Het zijn de kleinste levende wezens die er bestaan. Ze zijn plantaardig of dierlijk en niet zichtbaar met het blote oog.
Wat zijn de 4 manieren waarop micro organismen ons lichaam kunnen binnendringen?
- Via luchtwegen door inademing.
- Via een (beschadigde) huid en slijmvliezen.
- Via het maagdarmkanaal door besmet eten en drinken.
- Via bloed, bij bloed-bloedcontact. Bijvoorbeeld via naalden of bij een SOA (een
seksueel overdraagbare aandoening).
Wat zijn voorbeelden van directe besmetting?
seksueel contact, via verwondingen, tijdens de geboorte, via aerosolen (hoesten en niezen) via de bloedbaan en via de slijmvliezen.
Wat zijn voorbeelden van indirecte besmettingen?
Indirecte besmetting gaat via een transportmiddel, zoals scherpe voorwerpen,
insecten, voedsel en de handen.