Kwalitatief onderzoek Principe's en vormen Flashcards

1
Q

Kwalitatief: Waarom en Hoe?

A

Verklaren en leggen verbanden door de tijd heen:
– Exploreren: ontdekken nieuwe kennis of ontdekken van
nieuwe onderzoeksgroep in een bekend domein
– Verklarend (kan ook kwantitatief):
• Kwantitatief: causale analyses
• Kwalitatief: oorzaken in betekenisgeving (beperkte omvang
populatie is hierin een zwakke plek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is inductief redeneren?

A

Inductief redeneren is een bottom-up methode van onderzoek.
Hierbij kijk je vanuit een specifieke observatie of je een
generalisatie kan vaststellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is deductief redeneren?

A

Deductief redeneren is een top-down methode. Je gaat vanuit
een generalisatie zoeken naar specifieke waardes. Met behulp
van deductief onderzoek test je theorieën en hypotheses

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Inductief en deductief

A

• Bij inductief redeneren komt men tot een algemene regel,
generalisatie geheten, op grond van een aantal specifieke
waarnemingen (hypothese vorming)
• Bij deductief redeneren gaat men van het algemene naar het
bijzondere om een theorie verifiëren (hypothese toetsing)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer kwalitatief?

A
  • Als er weinig bekend is over een fenomeen: exploratieve vermogen van kwalitatief onderzoek (start theorieontwikkeling in later stadium ook toetsing mogelijk)
  • Als er een bijdrage aan verandering en innovatie in concrete praktijk gewenst is
  • Als theorie zo dicht mogelijk aan moet sluiten bij betekenis van respondent in zijn/haar leefwereld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kwantitatief versus Kwalitatief

A
  • Kwantitatief: zegt iets over de mate van voorkomen van een eigenschap / cijfers
  • Kwalitatief: zegt iets over de soort/samenstelling van een eigenschap / waarden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Onderzoeksparadigma

A
  • Beeld van de sociale werkelijkheid: samenleven van mensen: ontologie
  • Opvattingen over het verkrijgen van wetenschappelijke kennis over de werkelijkheid: epistemologie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Drie benaderingen in wetenschappelijk

onderzoek

A
  1. Empirisch-analytische onderzoeken: kwantitatief
  2. Interpretatieve onderzoeken: kwalitatief
  3. Kritisch-emancipatoire onderzoeken: kwalitatief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Domeinen van verschil

A
  • Rol en plaats van de onderzoeker
  • Grootte en selectie van de onderzoekspopulatie
  • Manieren van dataverzameling en data-analyse
  • Reikwijdte van de uitkomsten
  • ‘Discussie over de waarde van uitkomsten’
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

1: Empirisch-analytische benadering

A

Herhaalbaarheid en controleerbaarheid: ontwikkelingen ontdoen van theologische, speculatieve en normatieve opvattingen:
– Systematische waarnemingen en resultaten samenvatten in theorie en wet
– Kritische benadering van mentale begrippen door falsificatie, contradictie en causale verbanden
– Kennis is nomothetisch: wettenstellend
• Mensen in sociale werkelijkheid: eenheden met variabelen: waarden van variabelen meet je
• Onderzoeker heeft grootst mogelijke distantie: van buitenaf observeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

2: Interpretatieve benadering

A

• Verklaren van de werkelijkheid via zintuiglijke waarnemingen: poging om te begrijpen wat mensen beweegt in hun gedrag/samenleven
• Inleven in de onderzochte: tekenen en symbolen leren begrijpen in de context
• Duiden door van binnenuit te begrijpen en in context te plaatsen Achtergrond: hermeneutiek, fenomenologie en pragmatisme
• Kennis is: beschrijven van concrete en zichtbare gehelen, grote interesse juist voor variatie en een zoektocht naar passende theoretische dekking
– Taal en interpretatiekader van betrokkenen staat centraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is pragmatisme

A

• Een filosofische stroming gekenmerkt door de focus op het
verbinden van de praktijk met de theorie: staan niet los van
elkaar.
• ‘Een opvatting is waar als het in de praktijk werkt’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is hermeneutiek

A

• De leer van de interpretatie: een poging om een
cultuurverschijnsel te verklaren als uiting van de totale cultuur
waartoe dat verschijnsel behoort
• De activiteit van het interpreteren zelf: het stappenplan, een
methode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

kwalitatieve methodologien

A
  • Grounded Theory
  • Fenomenologie
  • Etnomethodologie
  • Discoursanalyse
  • Conversatie-analyse
  • Qualitative inquiry
  • Narratief onderzoek
  • Thematische analyse
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is fenemenologie

A
  • Fenomenologie is een methode van praktische reflectie op doorgemaakte ervaringen in het menselijke bestaan
  • Tijdens de interpretatie streeft men naar exacte beschrijving, los van interpretatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is grounded theory

A

• Theorieontwikkeling: de theorie uit de respondenten halen,
onder de oppervlakte zichtbaar maken
• Inductie: open en flexibele onderzoeksopzet, dataverzameling
in natuurlijke omgeving, data analyse start vanuit ruwe
ongestructureerde data
• Deductie: systematiek in stappen analyse, verificatie en
theorievorming en toetsing

17
Q

GT zit dicht tegen E-A aan

A

Van kleine populatie met uitkomst op zoek gaan naar herhaling en verifiëring bij afwijkende maar ook gelijkende respondenten

18
Q

3: Kritisch-emancipatoire benadering

A

Sociaal bewogen onderzoek met maatschappelijk engagement
– willen bijdragen aan de emancipatie
– kritisch op maatschappij; kapitalisme en patriarchaat:
gericht op verandering
– Wetenschapskritisch: standaard opvatting van wetenschap afwijzen
• Kennis vermeerdering gebruiken om achtergestelde groepen meer handelingsruimte te geven
• Expliciet waardegebonden: naast kennis leveren ook weten wat ermee gebeurt: onderzoeker moet geëngageerd zijn

19
Q

soorten kritische emancipatoire benadering

A

Handelingsonderzoek / actieonderzoek: onderzoeker en
onderzochten (actoren) maken samen een leerproces door
– Empowerment: meer greep krijgen op eigen leefwereld
– Wederkerige adequaatheid: voortdurende reflectie op data
door beide partijen/samen
– Participatief: actief meedoen in alle stadia van het
onderzoek
• Responsieve onderzoek (Abma)
• Coöperatief onderzoek/ cooperative inquiry (Heron & Reason)
• Handelingsonderzoek (Coenen

20
Q

neorealisme

A

Neorealisme: kwantificerend onderzoek is gelijkwaardig aan kwalitatief onderzoek
– Vaak een combinatie van