Septische schok Flashcards

1
Q

Definitie septische shock

A

Een acute, levensbedreigende toestand waarbij de druk in de bloedvaten te laag is om de vitale lichaamsfuncties in stand te houden. Iemand functioneert niet meer. De doorbloeding en dus zuurstofvoorziening van het hart, de hersenen en andere organen komen hierdoor in gedrang wat snel resulteert in het afsterven van cellen.

Ontstaat wanneer de reactie van het lichaam op een infectie de eigen weefsels en organen beschadigt.

Als gevolg van sepsis waarbij een zeer lage bloeddruk en cellulaire en metabole afwijkingen geassocieerd worden met een hogere mortaliteit dan alleen sepsis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Symptomen septische shock

A
  • Hersenen –> bewustzijnsverlies in de zin van slaperigheid, minder scherp zijn.
  • Longen –>sneller ademen om toch nog zoveel mogelijk zuurstof binnen te krijgen
  • Hart –> tachycardie (Cardiac output = frequntie x slagvolume) –>sneller kloppen.
  • Lever –> stollingsproblemen omdat je stollingsfactoren worden aangemaakt in de lever, en andere problemen als hogere ammoniak omdat de eiwitafbraakproducten niet worden afgevoerd.
  • Nieren –> minder urineproductie
  • Maag-darmstelsel –> misselijkheid, braken (risico dat je maaginhoud in de longen terechtkomt, wanneer het bewustzijn lager wordt omdat de stembandreflex niet meer werkt) –> chemische pneumonitus –> ongelofelijke longontsteking.
  • (huid + spieren) –> geen essentieel orgaan maar je ziet wel bleekheid en voelt kou, grouw. Door vasoconstrictie omdat het lichaam probeert te compenseren om de essentiële organen nog van zuurstof te kunnen redistributie van zuurstof naar de organen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Oorzaak shock

A

Een disbalans tussen zuurstof vraag en aanbod.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bloeddruk + normaalwaarde

A

Systolische druk: 120
Diastolische druk: 80 (rust)
–> 120/80

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Veneuze saturatie

A

De hoeveelheid zuurstof die wordt gebonden aan rode bloedcellen en wat weer aankomt in de longen.
Hier heb je Hb voor nodig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Compensatiemechanismen voor zuurtsoftekort

A
  1. Zuurstofextractie neemt toe
  2. Verschuiving zuurstofdissociatiecurve
  3. Vasoconstrictie in de niet-essentiële gebieden
  4. Anaerobe verbranding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Verschuiving van de zuurstofdissociatiecurve

A

Het bloed stroomt langzamer waardoor een orgaan kan beslissen om 2 ‘wagonnetjes’ leeg te maken.
Rechtsverschuiving = hemoglobine staat makkelijker zuurstof af, bijvoorbeeld bij hogere temperatuur, CO2 en lage pH.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Gevolg van O2 gebrek in de weefsels

A

De aerobe circulatie en oxidatieve fosforylering kunnen niet meer –> anaerobe circulatie gaat aan –> melkzuurproductie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Distributieve shock

A

Bloedvaten gaan open staan, dat is anders dan de andere 3 soorten shock.
1. Anafylactisch
2. Neurogeen; dwarslaesie –> geen druk meer gemaakt
3. Septisch
4. Toxisch
De hoeveelheid bloed in de circulatie is hetzelfde, maar in de relatieve zin afgenomen –> hoge cardiac output.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Cardiogene shock

A

Het hart werkt niet meer.
Als het hart het niet meer doet = hartinfarct: door een verstopte kransslagader krijgt het hart geen zuurstof meer –> necrose. Het kan herstellen, dus je bent neit meteen dood, maar de functionaliteit neemt af.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hypovolemische shock

A

Heftig bloedverlies na trauma.
Endogeen verlies = inwendige bloedingen.
Exogeen verlies = uitwendige bloedingen of brandwonden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Obstructieve shock

A

Door een obstructie:

  • Longembolie (moet wel een grote zijn wil je in shock raken)
  • Harttamponade = volume verlies van het hart door een gaatje
  • Spanningspneumothorax
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

CVD meten (centraal veneuze druk)

A

Net boven het hart, want de bloeddruk aan de veneuze kan is veel lager.
Als de rechterharthelft het bloed niet goed kan wegpompen naar de longen (bijvoorbeeld bij een vernauwing in de longslagader of longembolie), dan stijgt de CVD. Als er te weinig bloed is om te pompen (bijvoorbeeld bij shock), daalt de CVD.

De waarde is nooit hoog bij distributieve shock.
Hoge CVD –> stuwing. Bij cardiogene shock vaak longoedeem door veneuze stuwing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Sepsis

A
  1. Micro-organismen dringen het lichaam binnen
  2. Ontstekingsreactie waar het lichaam op reageert
  3. Systemic Inflammatory Respons Syndrome (SIRS)
    +Verhoogde hartslag
    +Verhoogde temperatuur
    +Leukocyt afwijkingen, etc.
  4. Sepsis vaststelling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

SIRS

A

Gegeneraliseerde ontstekingsreactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Sepsis

A

SIRS + infectie

Reactie van het lichaam met een bewezen ofwel een verdenking waar een infectie zit.

17
Q

Severe sepsis

A

Meer dan 1 orgaan is dysfunctioneel door de schade.

SOFA score: brengt in kaart welke orgaansystemen uitvallen. Dit aantal bepaalt of je het overleeft of niet.

18
Q

EMV score

A

Eye openening, best Motor response, best Verbal response.

19
Q

Behandeling

A

Vocht

Kweken – Antibiotica

20
Q

Pneumothorax

A

Klaplong; de pleura ruimte vult zich (negatieve druk omdat de longen de neiging hebben kleiner te worden) waardoor de longruimte kleiner wordt. De pleura ruimte wordt hierdoor zo groot dat het hart in de andere long wordt gedrukt, zo erg dat het hart niet meer goed kan functioneren.