Week 11 HC 8: Pathologie van schildklier en bijschildklier Flashcards

1
Q

Schildklier celtypen en ontstaan

A

Endoderm en ectoderm
Twee kwabben, verbonden door isthmus
Ontstaat aan basis tong –> migreert via ductus thyreoglossus
Sommige hebben centrale uitloper = lobus pyramidalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hyperfunctie stoornis en histopathologie

A

Thyreotoxicose/ hyper-thyreoïdie

  • TSH-adenoom hypofyse –> Diffusie hyperplasie, hoog TSH
  • M. Graves –> Difusse hyperplasie, laag TSH
  • Toxisch struma –> nodulaire hyperplasie, laag TSH, colloïde lekt weg
  • Toxisch adenoom –> adenoom, laag TSH
  • Exogeen jodium geïnduceerde hyperthyreoïdie –> laag TSH
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hypofunctie en histopathologie

A

Hypothyreoïdie

  • Genetische defecten in synthese/ secretie –> Onvoldoende T3/4, leidt tot onregelmatig orgaan zwelling; nodulaire hyperplasie
  • Endemische struma obs langdurige te laag I- –> Voortdurende lage T3/4 –> TSH stijging groeiprikkel, maar geen T3/4 –> hyperplasie
  • Ontsteking –> meestal zwelling door mononucleaire infiltraat, atrofie in latere fase
  • Bestaling/ chirurgie/ geneesmiddelen/ hypopituitarism
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Microscopie M. Hashimoto

A

Influx lymfocyten –> zwelling –> fibrose en atrofie van het follikel epitheel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Vormafwijkingen

A

Diffusie en multinodulaire hyperplasieën
- Vergroting schildklier veroorzaakt door I- tekort in tijden hogere behoefte –> stijging TSH –> onvoldoende T3 en T4 door gebrek
- Sporadisch en endemisch
- Cycli van hyperplasie van follikels en dan verval met atrofie, cystevorming en verkalking
- Typische eurthyreoot
Neoplasiën, goedaardig (adenomen)
Neoplasiën, kwaardaardig (carcinomen)
Metastasen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Adenomen van de schildklier

A

Adenomen zijn meestal solitair en hebben bindweefsel kapsel
Klein gedeelte is hyperactief (toxisch)
- Vaak driver mutaties in het gen van de TSH receptor of G-eiwit
Stille adenomen heeft klein deel RAS mutatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Papillair schildkliercarcinoom

A
Meest frequente vorm 
Te herkennen aan opheldering in de kern, met groeven en Orphan Annie's eye nuclei 
Psammoom lichaampjes 
- Concentrische verkalking 
RET of BRAF mutaties 
Lymfogene metastasteringen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Folliculair schildkliercarcinoom

A
Komt vaker voor bij jodium deficiënties 
Onderscheid met folliculair adenoom:
- Kapseldoorbraak 
- Vasoinvasie 
Mutatie in RAS, PI3K/AKT pathway of pax8-ppar-gamma translocatie receptor
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Anaplastisch schildkliercarcinoom

A

Zeer snel groeiende tumor met necrose en veel atopie, hoge mitose index
Geen duidelijk herkenbaar celtype meer
Mutatie in P53 (stopt ongecontroleerde celdeling)
Sterfte vooral door lokale doorgroei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Medullair schildkliercarcinoom

A

Ontstaat uit C-cellen en produceert calcitonine

Bij erfelijke medullaire tumoren zien we vaak C-cel hyperplasie voorafgaand aan medullair carcinoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Cellulaire anatomie bijschildklieren

A

Hoofdcellen en vetcellen
- Hoofdcellen soms oxyfiele of watery clear
Bijschildkliercellen zijn neuroendocrien en hebben secretoire granules
Neuroendocriene cellen bevatten chromogranine eiwitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Functiestoornissen van de bijschildklier

A
Hyperfunctie of hyperparathyreoïdie 
Primaire hyperparathyreoïdie 
- Autonomen productie van PTH --> verhoogd serum Ca2+ 
Mobilisatie van Ca2+ uit bot 
Hyperplasie: 
- Toename omvang bijschildklier 
- Vaak minder vetcellen 
Adenoom 
- Autonome cluster bijschildkliercellen oorzaak hyperfunctie 
- Metastaseren niet 
Carcinoom 
- Zeer zeldzaam als oorzaak
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Onderscheid hyperplasie vs neoplasje in de bijschildklier

A

Hyperplasie: typically multi glandular
Adenoma/ carcinoma: meestal beperkt tot 1 klier
Adenoma: tonen vaker vetverlies en duidelijk herkenbaar ten opzichte van pre-existente klier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly