12; Zenuwstelsel Flashcards

(30 cards)

1
Q

corpus callosum

A

hersenbalk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

cortex (cerebri)

A

schors (hersen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

dendriet

A

korte, sterk vertakte uitloper zenuwcel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

dura mater

A

harde hersenvlies (buitenste vlies)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

epidurale ruimte

A

ruimte buiten hard hersenvlies (ook in ruggenmerg)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ganglion

A

zenuwknoop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

gliacellen

A

steunweefsel zenuwstelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hemisfeer

A

helft grote hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hersenzenuwen

A

zenuwen rechtstreeks uit hersenen van/naar buitenste delen lichaam gaan/komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

liquor cerebrospinalis

A

hersen, ruggenmerg vloeistof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

medulla oblongata

A

verlengde merg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

medulla spinalis

A

ruggenmerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

meningen

A

hersenvliezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

motorische baan

A

activierende zenuwbaan; van hersenen af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

myelineschade

A

isolerende laag om axon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

nervus

17
Q

nervus vagus

A

10e hersenzenuw (behorend tot autonome zenuwstelsel)

18
Q

neuron

19
Q

parasympatisch

A

deel autonome zenuwstelsel dat ontspanning brengt

20
Q

pia mater

A

zacht hersenvlies (binnenste vlies)

21
Q

piramidebaan

A

motorische, kruisende ruggenmergbaan

22
Q

pons

A

deel hersenstam

23
Q

pulseren

24
Q

schede van Schwann

A

voedende, isolerende laag rond axon

25
sensorische/sensibele baan
gevoelszenuwbaan; naar hersenen toe
26
spinaal
wervelkolom betreffende
27
sympatisch
deel autonome zenuwstelsel dat inspanning brengt
28
synaps
schakelplaats tussen 2 cellen of zenuw,spiercel
29
cerebri/truncus encephali
hersenstam
30
ventrikel
hersenkamer; ruimte tussen hersenen met hersenvloeistof