Voorcollege 3 - Inleiding pathologie en adaptaties Flashcards

1
Q

Microscopie

A
  • Dikte coupe = 0,003 mm
  • HE-kleuring = kern paars en cytoplasma roze
  • PAS-D = kernen blauw
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Adaptatie

A
  1. Hypertrofie = grotere cellen die niet meer kunnen delen -> spierweefsel
  2. Hyperplasie = meer cellen
  3. Atrofie = minder en/ of kleinere cellen
  4. Metaplasie = ander type cel, vaak 1 epitheel in ander epitheelcel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Effecten van adaptatie

A

Reversibele, functionele en strucuturele verandering van een cel als reactie op de omgeving. Ze kunnen fysiologisch of pathologisch (door een ziekte) zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hypertrofie

A

In hart/skelet/gladde spiercellen en cytoplasma, organellen en eiwitten nemen toe.
- Fysiologisch = sporters, zwangere vrouwen en stress
- Pathologisch = hoge bloeddruk waardoor hartspiercellen in linker ventrikel vergroten
- Histologie = kernen van hartspiercellen staan verder uit elkaar en de cellen zijn dikker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hyperplasie

A
  • Fysiologisch = grotere borsten door hormonen tijdens zwangerschap en cellen van melkklieren nemen toe
  • Pathologisch = vrouwen in menopauze krijgen dikkere baarmoeder door hormonen en door papillomavirus wordt epidermis dikker
  • Histologisch = meer druk op weefsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Atrofie

A

Kan bij spiercellen door inactiviteit
- Fysiologisch = tijdens embryonale ontwikkeling tussen de zwemvlies vingers en baarmoeder en borsten naa zwangerschao
- Pathologisch = verminderde bloedtoeveor door atherosclerose
- Histologie = Kleinere cellen en meer ruimte tussen de cellen (bijna geen apoptose)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Metaplasie

A
  • Bronchus = Cilindrisch epitheel wordt plaveisel door nicotine-prikkel
  • Distale oesophagus = plaveisel wordt cilindrisch door maagzuur (tumorgevoelig)
  • Transformatiezone in de cervix = endocervicaal cilindrisch wordt plaveisel in baarmoeder (zit HPV graag)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Tumoren als gevolg van adaptatie

A
  1. Endometriumcarcinoom (baarmoederkanker) gevolg van hyperplasie in de baarmoeder
  2. Plaveiselcelcarcinoom bij HPV infectie als gevolg van hyperplasie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Neoplasie

A

Nieuwvorming/ celvermeerderingen die zowel goed -en kwaadaardig kunnen zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Dysplasie

A

Tussenstap van adaptatie naar kwaadaardige kanker. Hyperplasie of metastasie kan hiertoe leiden en het kan reversibel zijn. Gevolgen:
1. Verlies van uniformiteit van individu cellen
2. Verlies van architectuur
3. Genetische afwijkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kwaadaardige tumoren

A
  • hoge proliferatie activiteit
  • hoge groeisnelheid
  • soms necrotisch
  • kunnen zich verspreiden door het hele lichaam
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Goedaardige tumoren

A
  • normale proliferatie activiteit
  • bijna niet necrotisch
  • Lage groeisnelheid
  • kunnen zich niet verspreiden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly