ZO1 Hemodynamiek Flashcards

1
Q

Hoe pompt het hart bloed

A

onder hoge druk, arteriele bloedvaten > capillaire vaten > lage druk > veneuze vaten > hart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Poiseuille

A

19e eeuw: relatie tussen kracht van het hart en de grootte van de circulatie > vloeistofdynamica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

bloedvaten

A

rekbaar en flexibel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waar hangt de diameter van een vat vanaf

A

bloeddruk en contractie gladde spieren in de wand, bloedstroming is niet constant maar pulserend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hemodynamica

A

wetenschap die zich bezighoudt met het (bloed)circulatiesysteem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

bloed

A

stromende vloeistof die zich grotendeels volgens de wetten van hydrodynamica gedraagt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

stromende vloeistof

A

grote verzameling kleine vloeistofdeeltjes die in druk en snelheid sterk kunnen verschillen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

eerste vereenvoudiging

A

bloedstroom is stationair, dwz dat in elke punt de snelheid van het bloed zowel in grootte als in richting constant blijft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

tweede vereenvoudiging

A

bloed is incompressibel, dus niet samendrukbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly