Klassieke cultuur H2

Question 1

Hoe is dionysus verwekt?

Answer 1

Semele stond in brand dus Zeus haalde hem uit haar buik. Dionysus was nog niet helemaal volgroeid dus stopte Zeus hem in zn dijbeen.

Question 2

Waar komt Dionysus vandaan?

Answer 2

Hij komt uit het Midden-Oosten.

Question 3

Wie is Asclepius en hoe kwam hij op de Olympus?

Answer 3

Asclepius was de zoon van Apollo en Maia, Hij was een grote geneesheer. Hij kon zelfs mensen weer tot leven wekken. Zeus wilde dat niet en stuurde hem naar de onderwereld. Apollo was verdrietig dat Asclepius dood was, hij overlegde met Zeus en Asclepius mocht weer uit de onderwereld komen en hij kreeg een plek op de Olympus. (Waar de Olympische goden wonen.)

Question 4

Wie is Herakles? Wat maakte hem bijzonder?

Answer 4

Herakles is de ultieme superheld. Zo goed als onverwoestbaar en als baby al een slayer of monsters: in zijn wiegje doodde hij met zijn sterke knuistjes al twee slangen die rond zijn wiegje liepen.

Question 5

Hoe kwam Herakles aan zijn einde?

Answer 5

Herakles kwam om door een gif dat hem zoveel pijn deed dat hij zijn vriend vroeg hem op een brandstapel te leggen en te verbranden.

Question 6

Hoe was de macht verdeeld in de Myceense tijd?

Answer 6

De koning was de baas.

Question 7

Hoe heet de periode waar we niet veel over weten en waarin veel verwoest werd en heel veel kennis verloren is gegaan?

Answer 7

De Dark Ages.

Question 8

Wat is een tiran?

Answer 8

Een alleenheerser

Question 9

Wat zijn de 4 kenmerken van een tiran?

Answer 9

1. Sterke man uit adellijk geslacht
2. Schakelt competitie uit
3. Meestal gebruik van huurleger
4. Maakt volk tot vriend

Question 10

Hoe krabbelde de bevolking weer op na de Dark Ages?

Answer 10

Door betere landbouwtechnieken is er meer voedsel beschikbaar en daardoor neemt de bevolking weer toe.

Question 11

Hoe denken we nu over de term tiran?
Hoe was dit in de Griekse tijd?

Answer 11

Nu heeft de term tiran vaak een negatieve klank. bij de Grieken was dit neutraal.

Question 12

Wat is het verhaal achter de ring van Polykrates?

Answer 12

Het HELE verhaal:Polykrates was de tiran van Samos, hij leefde een perfect leven, alles in zijn land ging goed. Na een tijdje begint zijn beste vriend (farao Amasis) zich zorgen te maken, hij geeft Polykrates advies, gooi je dierbaarste bezit weg. Polykrates luistert en gooit zijn ring in de zee. Na een hele poos, zit hij aan zijn diner, en hij vindt zijn ring in de buik van een vis terug, toen farao Amasis dit hoorde, dacht hij al gelijk, o, nee, dit is foute boel. Inderdaad, Polykrates wordt iets later bedrogen, verraden en vermoord.

Question 13

Wat is het verhaal achter de geboorte van Kypselos?

Answer 13

Het HELE verhaal: Toen Kypselos werd geboren in korinte, kregen de leiders van Korinte een profetie (een voorspelling over de toekomst), in die profetie hoorden ze dat Kypselos tiran zal worden. De leiders wilden hun macht niet verliezen, en stuurden een doodseskader (een bende huurmoordenaars) naar het huis van Kypselos toe. Ze kloppen daar aan, en die moeder doet open met de baby in haar arm, ze wil hem niet laten doden, maar ze beseft dat ze geen keus heeft. Ze geeft Kypselos aan de leider van de bende, hij wil de baby doden, maar hij lacht zo lief, hij geeft de baby aan degene die een rang onder hem staat, maar ook die wil hem niet doden, zo gaat de baby de hele bende door, niemand wil zo’n lieve baby doden. Dan geven ze de baby maar terug aan zijn moeder. Als ze terug gaan naar de leiders bedenken ze dat het niet zo slim was wat ze hebben gedaan, de gaan terug naar het huis, maar de moeder van Kypselos heeft hem snel in een kistje (kistje is in het grieks een kypsele, daardoor heet Kypselos Kypselos) gestopt, daardoor vinden de mannen hem niet en wordt hij uiteindelijk tiran.

Question 14

Uit welke twee woorden bestaat filosofie en wat betekent het?

Answer 14

Filos + sofia. Dit betekent: Liefde voor Wijsheid.

Question 15

Wat zijn drie kenmerken van de ‘oude’ filosofensituatie?

Answer 15

1. goden zijn antromoporf: zien eruit als mensen
2. verklaringen zijn verhalend (mythes bijvoorbeeld)
3. natuurverschijnselen verklaard door goden (bijv. de god Atlas die versteende in het Atlasgebergte)

Question 16

Hoe heette de eerste filosofen? En waarom heette ze zo?

Answer 16

De eerste filosofen heette: Presocraten. Ze heette zo, omdat ze voor Socrates leefden. Socrates was een hele belangrijke filosoof.

Question 17

Wat voor soort bronnen hebben we over de Presocraten?

Answer 17

Alles wat we nu nog weten over Presocraten hebben we van latere schrijvers, die citaten (letterlijke overname van teksten) of testimonium (verhalen over hen) in hun verhalen hadden.

Question 18

Welke filosofen kwamen er na de Presocraten?

Answer 18

Daarna kwamen de natuurfilosofen, zij dachten niet na over goed en kwaad, maar meer over hoe de natuur of de kosmos in elkaar zat. Ze lijken een beetje op de wiskundigen of sterrenkundigen van nu. Die zoeken de oorzaken niet bij goden, maar bij wat ze zien.

Question 19

Wie behoren tot de ‘oude’ filosofensituatie?

Answer 19

Homerus en Hesiodus.

Question 20

Wat zijn de grote verschillen tussen de opvattingen van de natuurfilosofen en die van Homerus en Hesiodus?

Answer 20

De natuurfilosofen zoeken de oorzaken niet bij goden, maar bij wat ze zien.

Question 21

Wat is de betekenis van atoom?

Answer 21

Het onsnijdbare, het ondeelbare.

Question 22

Wat is een kourosbeeld? En wat betekent “kouros”?

Answer 22

Kouros betekent jongeman, het kourosbeeld is een beeld van een jongeman.

Question 23

Waar komt het kourosbeeld waarschijnlijk vandaan?

Answer 23

Uit Egypte.

Question 24

In welke drie belangrijkste periodes (van oud naar nieuw) delen we de kourosbeelden in?

Answer 24

1. Archaïsche stijl.
2. Strenge stijl.
3. Klassieke stijl.

Question 25

Wat zijn de kenmerken van Archaïsche kouroi?

Answer 25

1. Houterig, blokkerig lichaam (lijkt of er verschillende onderdelen aan elkaar gemaakt zijn)
2. Borst, spieren zijn er ‘opgelegd’ (niet heel realistisch, op het lichaam geplakt.)
3. Haar lijken op kralen, oren zijn versierd en ogen zijn bijna een soort grote amandelen. (niet heel realistisch)
4. ‘Archaïsche glimlach’ (kleine glimlach)

Question 26

Wat zijn de kenmerken van de kouroi uit de Strenge Stijl?

Answer 26

1. ‘zwaar’ : randen om de ogen, zware kin, volle mond, rechte neus (geen neusbrug), kleren: dikke plooien (‘zwaar’ als in: benadrukt, heel goed zichtbaar)
2. ‘PlayMobil haar’ (lijkt of je het haar eraf kan halen zoals bij een LEGO-poppetje)
3. Lichaam realistischer, meer beweging, actiever. (Iemand wijst bijv. ergens naar.)
4. Meer emotie op het gezicht.

Question 27

Wat zijn de kenmerken van de Klassieke kouroi?

Answer 27

1. Minder overdreven spiervorming
2. dromerige uitdrukkingen op het gezicht
3. Anatomisch (wetenschap van hoe het lichaam in elkaar steekt), realistisch, draaiing in het lichaam
4. Contrapost het beeld staat dan bijna op één been, hierdoor is er veel meer dynamiek in het lichaam en wordt het realistischer (probeer het zelf maar eens!)

Question 28

Waar komt het woord lyriek vandaan?

Answer 28

De Lier of de Lyra, een Grieks instrument.

Question 29

Wat is lyriek?

Answer 29

Teksten die gezongen werden op de muziek van de lier (Lyra = Grieks voor lier)

Question 30

Wat zijn de 3 soorten lyriek uit de oudheid?

Answer 30

1. Koorlyriek, gezongen door een heel koor.
2. Monodie, gezongen door één persoon.
3. Eligie

Question 31

Wat zijn de 3 soorten lyriek uit de oudheid?

Answer 31

1. Koorlyriek, gezongen door een heel koor.
2. Monodie, gezongen door één persoon.
3. Eligie

Question 32

Wie was Sappho? Hoe is ze zo bekend geworden?

Answer 32

Sappho was een vrouwelijke dichter, die bekend is geworden door haar mooie monodische gedichten.

Question 33

Waar leefde Sappho en wat heet lesbisch daar mee te maken?

Answer 33

Ze woonde op Lesbos en viel op vrouwen.

Question 34

Wat betekent symposium?

Answer 34

Samen drinken.

Question 35

Wat gebeurde er op een symposium?

Answer 35

Een samenkomst met eten & drinken. Muziek, dans, gesprekken, lyrische gedichten worden voorgedragen onder begeleiding van een instrument.