hc klassieke oncologie Flashcards

1
Q

Wat is de rationale voor lokale toepassing van folinezuur?

A
  • hoge concentratie folinezuur in slijmvliezen en conjunctiva?
  • Zinvol als profylaxe?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is thymidine infuus (ondersteunende maatregel bij high dose MTX)?

A

dit is een nucleoside-bouwsteen voor DNA die wordt gevormd uit dUMP. Deze reactie wordt gekatalyseerd door het enzym thymidilaatsynthetase. Dit enzym wordt eveneens door MTX geremd, waardoor DNA-replicatie gestoord raakt. thymidine is dus ter vervanging van de door MTX verstoorde endogene aanmaak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat doet glucarpidase (hoe zorgt het ervoor dat het hepatisch geklaard wordt) en wat is het ?

A

Het is een recombinant enzym, het hydrolyseert het glutamaatresidu van MTX, het wordt dan uiteindelijk hepatisch geklaard (dus nieronafhankelijk).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn aandachtspunten bij het geven van glucarpidase?

A

Aandachtspunt: alleen extracellulair MTX wordt verwijderd, dus let op redistributie mtx. Dus wanneer je spiegels goed lijken kan het zo zijn dat het nog niet in redistributie is en de spiegels nog wel kunnen toenemen

  • Folinezuur is zelf ook een substraat voor glucarpidase. Dus tot 2 uur VOOR en 2 uur NA gift GEEEN folinezuur toedienen
  • MTX wordt verstoord in immunoasssay door gevormde metabolieten
  • Product is niet geregistreerd in EU
    Kostbaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer is glucarpidase geïndiceerd?

A

Bij hoge mTX spiegels , ernstige toxiciteit (hier dus afwegen of folinezuur kan), want glucarpidase verwijdert alleen extracellulair MTX en is kostbaar en niet snel bereikbaar (1 dag?)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer kan je MTX weer opnieuw geven of kan je het überhaupt opnieuw geven?

A

Na herstel van de nierfunctie (16 dagen gemiddeld tot max 48 dagen)
Bij eerste rechallenge dosisverlaging overwegen

Rechallenge MTX kan meestal wel veilig na herstellen nierfunctie!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de standaard maatregelen bij een MTX intoxicatie?

A
  1. Hydratie (met glucose/NaCl of NaCl 0,65% 3L per 24h)
  2. Alkaliseren
  3. Folinezuur toedienen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom moet je alkaliseren en hydreren?

A
  • Hyperhydratie en alkalinisering om risico te reduceren *Natriumbicarbonaat 1,4%
  • NaCl/glucose 0.45/2.5% + kaliumchloride
  • Vereiste urine pH >7.5 ivm uitkristallisatie MTX bij lagere pH
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bij welke groep horen de taxanen, wat is het werkingsmechanisme? Noem ook 2 bijwerkingen

A

Paclitaxel, docetaxel, (nab) cabazitaxel
Deze behoren tot de celcyclusspecifieke chemotherapie. Door binding aan de B-tubuline en hiermee stabiliseren van de microtubuli (aanmaak>afbraak? afbraak wordt geremd) ontstaat accumulatie van microtubuli –> de celdeling bij G2/M fase stopt.

Kort (uitwerking antwoordmodel): taxanen zijn celcyclusspecifieke chemotherapie. Het bindt aan Beta tubuline en stabiliseert microtubuli netwerk draden en draden worden niet afgebroken (remt afbraak dus). Daarom dubbele hoeveelheid DNA in de kern, cel gaat dan in apoptose, mitosefase stopt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de nadelen/bijwerkingen van taxanen?

A

Er is kans op febriele neutropenie, perifere neuropathie (vnl sensorisch), oedeem bij docetaxel (dexametason toedienen)
Allergische reactie!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke Taxanen geven allergie? en waarom bevatten ze sommige hulpstoffen

A

Paclitaxel geeft grootste kans op allergie ivm de hulpstof cremophor
* Paclitaxel: 10%
* Docetaxel: 5%
* Cabazitaxel: <1% → Bias? Phase II in borstkanker → 6%2
* Taxanen zijn slecht oplosbaar → toevoeging emulgatoren
* Paclitaxel: Cremophor EL
* Docetaxel & cabazitaxel: polysorbaat 80

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe ontstaan de allergische reactie (werkingsmechanisme)

A

Dit is niet geheel opgehelderd
Cremophor EL & polysorbaat 80 in vitro zorgt voor complementactivatie → productie van
anaphylatoxines (C3a & C5a) → mestcel/basofielen activatie
* Of IgE-gemedieerde reactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke symptomen ontstaan er bij allergische reactie taxanen?

A

Treedt (meestal) op tijdens de eerste of tweede kuur
* Ontstaat snel na starten van infuus (immediate hypersensitivity reaction = HSR)

De milde symptomen zijn flushing (blozen?). Andere symptomen zijn borst, nek, rugpijn, dyspneu, buikpijn. De ‘matige’ symptomen zijn bloeddrukdaling, respiratoire symptomen, verminderde zuurstofsaturatie, cardiovasculaire symptomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat kan je doen bij een allergische reactie ?

A

Het is belangrijk om premeditatie te geven.
- 12 mg dexametason iv
- 2 mg clemastine iv
Bij een herhaaldelijke gift neemt het risico op nieuwe reactie af.
Normale infusiesnelheid?
Ander methode: desensitisatie= uitputtingsfenomeen mestcellen : 12 stapssschema 1:100 verdunning eerst. elke 15 min wordt de hoeveelheid bij benadering verdubbeld

Indien een ernstige reactie zoals SJS en TEN:dan gNM vermijden!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Casus allergische reactie

A

Allergische reactie docetaxel, volgens dossier:
* Eerste gift docetaxel → geen problemen
* 2e gift, kort na toediening → RR<90mmHg + dyspnoe en huiduitslag → stop infuus
→ Trok wel snel bij.
* 3e gift (extra premedicatie) → opnieuw allergische reactie → docetaxel geheel
gestopt
→ Ernstige allergische reacties → desensitisatie vereist
Huidtest
* In Radboud geen allergoloog → huidtest zou behandeling uitstellen
Cross-reactiviteit
* Niet onderzocht voor docetaxel, cabazitaxel
* Docetaxel, paclitaxel → variërend afhankelijk van ernst: 10 tot 90%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bij welke situatie moet je taxanen vermijden?

A

Indien ernstige reactie (graad 3 / eventueel 2) → desensitisatie
* Bij vertraagde ernstige reacties zoals SJS & TEN → geneesmiddel vermijden

17
Q

VINKA ALKALOIDEN, welke ?

A

vincristine, vinblastine, vinorelbine, vinflunine

18
Q

Wat is het werkingsmechanisme van VINKA ALKALOÏDEN?

A
  • binden aan beta tubuline en de + uiteinden
  • remmen de aanmaak van microtubuli (afbraak>aanmaak)
  • de celdeling stopt bij G2/M fase
19
Q

Welke toxiciteit bij VINKA ALKALOÏDEN?

A

Neuropathie (motorisch, sensorisch)
Dit uit zich in: tintelingen vingertoppen, spierkrampen/spierzwakte, obstipatie.

Vincristine is het meest toxisch

20
Q

Verschil tussen vinca alkaloïden en taxanen

A

VINCA ALKALOIDS prevent microtubule assembly
TAXANEN prevent microtubule dissassembly

21
Q

Extravasatie vinblastine

A

verdunnen met hyaluronidase

22
Q

TOPO-isomerase REMMERS

A

Irinotecan
* Topotecan
* Etoposide
*Teniposide
Werkingsmechanisme:
S-fase G2
Remmen topo isomerase waardoor DNA breuken ontstaan (enkelstrengs),
Bij topo isomerase II remmers: dubbelstrengs DNA breuken.

TOXICITEIT:
ernstige diarree (mn irinotecan), mucositis (mn bij etoposide), neutropenie, misselijkheid

Rescue: loperamide
Supportive: atropine

23
Q

Bij welke fase werken de oncolytica?

A

Antimetabolieten: S-fase
Topo-isomerase remmers: S-fase G2 fase
Vinca-alkaloiden: G2/Mitose
Taxanen: G2/M fase

24
Q

Topo isomerase remmers 1 en 2

A

Topo-isomerase I remmer => enkelstrengs DNA breuk
* Topotecan
* Irinotecan

Topo-isomerase II remmer => dubbelstrengs DNA breuk
* etoposide, teniposide
* antracyclines

25
Q

Alkyleerders

A

Niet cyclisch
Bendamustine, busulfan, cyclofosfamide/ifosfamide
Werking:
ze bevatten alkyl of analogue groep en binden aan basen zoals guanine in DNA –> zorgt voor crosslinking –> leidt tot schade aan DNA –> geen replicatie meer mogelijk

26
Q

Toxiciteit alkyleerders

A

Zwaar emetogeen (misselijkheid)
Hematologische toxiciteit

Ifosfamide en cyclofosfamide
* Hemorrhagische cystitis
* Veroorzaakt door toxische metaboliet acroleine
Oplossing
* Hyperhydratie (zodat het niet wordt blootgesteld)
* Natrium-2-mercapto-ethaansulfonzuur (MESNA): bij langzame klaring inactiveert MESNA de acroleine

27
Q

PLATINUM-verbindingen

A

cisplatin, carboplatin, oxaliplatin

na hydrolyse wordt het een reactief platinumcomplex
- Het bindt aan de guanine positie N7 en vormen crosslinks intra-en interstreng –> veroorzaakt schade aan DNA –> geen replicatie meer

28
Q

Benoem de Calvert formule

A

Carboplatin dose (mg): target AUC x (GFR + 25)

29
Q

Hoe werd calvert formule bepaald (dia 99)

A

Gemeten Carboplatin conc en klaring carboplatin bepaald
* Gebruikmakend van 51Cr EDTA klaring
* GFR range in 49 patienten was 33 - 135 mL/min
* Er werd gebruik gemaakt van werkelijke GFR NIET genormaliseerd op
1.73m2 BSA

30
Q

Cytostatische antibiotica

A

anthracycline derivaten: Daunorubicine
Doxorubicine
Epirubicine
Idarubicine
overige: bleomycine, mitomycine
werking: Complexvorming met DNA (= intercalatie)
–> Remming topo-isomerase (antracyclines)
–> en Oxidatieve stress
* Remming synthese DNA/RNA

31
Q

Welke toxiciteit bij antracyclines?

A

Rood of blauwkleuring van de urine

schade aan de hartspiercel!
= cumulatief
→ cumulatieve dosering bijhouden!

  • Max 550 mg/m2 doxorubicine
  • Ernstige weefselschade bij extravasatie
  • Antidotum: dexrazoxaan (EDTA derivaat)
  • Bleomycine: longschade
32
Q

Waarom wordt chemotherapie cyclisch gegeven?

A
  • Om “rustende” tumorcellen bij volgende cycli te treffen
  • Om te herstellen van toxiciteit
33
Q

Voorbeeld casuistiek

A

18 jarige jongen met testiscarcinoom en ernstige leverfunctiestoornissen
Doseeradvies bij geven BEP:
* Waar bestaat deze behandeling uit?
* Is de behandeling curatief?
* Metabolisme / Eliminatie afzonderlijke geneesmiddelen?
* Oorzaak leverfunctiestoornissen?

34
Q

Voorbeeld casuïstiek

A

Patient hoofd-halscarcinoom en een BSA van 2,6 m2
Hoe doseer cisplatin 40mg/m2:
* Welke vragen zijn belangrijk?
* Welke richtlijnen zijn belangrijk?
* Welke bijwerkingen moeten vervolgd worden?
En nu dezelfde patiënt met nierfunctiestoornissen GFR ~50 ml/min:
* Welke bron gebruik je voor dosisadvies?
* Wat moet je weten van cisplatin?
* Hoe kun je patient extra beschermen tegen verdere nefrotoxiciteit?