1B2 - W6 - HC4 Gasdiffusie Flashcards

1
Q

Welke soorten gastransporten bestaan er?

A
  • Ventilatie: lucht gaat de long in en de long uit.
  • Diffusie: lucht door de long, O2 in bloedbaan.
  • Perfusie: O2 gebonden aan hemoglobine moet door het lichaam worden vervoerd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoeveel vertakkingen zijn er & in welke 2 groepen zijn deze te verdelen?

A

Totaal 23 vertakkingen:
- Generatie 0-16: geleidende luchtwegen.
- Generatie 17-23: gaswisselingzone

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar vind in de longen geen gaswisseling plaats?

A

In de geleidende luchtwegen > anatomische dode ruimte = 150 ml.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe bereken je de inhoud/opp van een bol?

A
  • Inhoud: 4/3 x pi x r^3
  • Opp: 4 x pi x r^2
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarmee is een alveoli bekleed?

A
  • Type I: O2 doorgelaten wordt de longen in, en CO2 vanuit bloedbaan > longen. Hieromheen lopen haarvaatjes.
  • Type II: pneumocyt > surfactant waardoor longblaasjes niet inklappen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoeveel is de ventilatie perfusie verhouding in de long? Wanneer is deze verhouding anders? EVEN KIJKEN

A

De ventilatie perfusie verhouding is 1.
Bovenin in de long/basaal is de doorbloeding beter dan de ventilatie,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly