13. perfecte concurrentie Flashcards

1
Q

competitie

A

competitie treedt op wanner de consument (koper), voor het goed dat hij wil, een keuze kan maken tussen verschillende producenten (verkopers, bedrijven)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

marktmacht

A

een individuele producent heeft marktmacht wanneer hij de prijs van zijn goed kan veranderen zonder zijn marktaandeel volledig aan concurrenten te verliezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

prijsnemer

A

een bedrijf is een prijsnemer wanneer zijn individuele beslissingen geen impact hebben op de marktprijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

totale opbrengsten

A

de totale opbrengsten zijn het geheel aan opbrengsten die het bedrijf uit de verkoop van zijn goederen en diensten haalt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

gemiddelde opbrengst

A

de gemiddelde opbrengst is de opbrengst per verkochte eenheid goederen of diensten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

marginale opbrengsten

A

de marginale opbrengsten zijn de toename van de totale opbrengsten per extra verkochte eenheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly