HC03 - Erytrocytenafwijkingen Flashcards

1
Q

Wat zijn oorzaken van bleke slijmvliezen?

A
  • Anemie
  • Shock
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe maak je het onderscheid tussen anemie en shock?

A

Als de CRT en de turgor goed zijn, en de extremiteiten warm zijn, dan is de perifere circulatie nog wel goed en is er geen sprake van shock maar anemie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke gerichte vragen moet je aan de eigenaar stellen voor het stellen van de diagnose ‘anemie’?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Aan welke punten moet bij het lichamelijk onderzoek aandacht worden besteed?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waaruit bestaat de aanpak van anemie in eerste instantie?

A

Uit bepaling van de Ht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

In sommige gevallen zijn de anamnese en het lichamelijk onderzoek onvoldoende informatief om een keus te maken tussen de drie hoofdgroepen van anemie. Wat is dan een goeie tweede stap?

A

Verder bloedonderzoek
Hiermee kun je micro- of macrocytose en de mate van hypo- of polychromasie bepalen. Je kunt ook het MCV, MCH, MCHC en reticulocytenpercentage bepalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat weerspiegelen het aantal erytrocyten per volume-eenheid bloed, de Ht en het Hb?

A

De verhouding erytrocyten/plasma
De hoeveelheid circulerend plasma speelt dus ook een rol bij het tot stand komen van deze waarden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke DDx’en zijn het meest belangrijk/waarschijnlijk bij een normochrome, normocytaire anemie (op basis van de kenmerken die zijn gevonden bij het onderzoek van de erytrocyten)?

A
  • Acuut bloedverlies
  • Hemolytische anemie
  • Anemie bij chronische aandoeningen (infecties, systeemziekten, maligniteiten)
  • Primaire afwijkingen van het beenmerg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke DDx’en zijn het meest belangrijk/waarschijnlijk bij een anemie met polychrome, macrocytaire erytrocyten (op basis van de kenmerken die zijn gevonden bij het onderzoek van de erytrocyten)?

A
  • Hemolytische anemie, in de regeneratieve fase
  • Anemie als gevolg van bloedverlies in de regeneratieve fase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke DDx’en zijn het meest belangrijk/waarschijnlijk bij een anemie met sferocyten?

A

Immuungemedieerde hemolytische anemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat moet er als eerste gebeuren bij een patiënt met bleke slijmvliezen als gevolg van shock?

A

Als eerste moet de bloeddruk weer op peil gebracht worden m.b.v. IV. Het is slim daarvoor nog bloed af te nemen voor aanvullend onderzoek (anders verandert het door het IV)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bij welke Ht waarde laten de meeste diersoorten zien dat de compensatoire mechanismen niet meer volstaan om het lichaam van zuurstof te voorzien?

A

Bij een Ht lager dan ongeveer 15%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bij welke diersoorten verloopt een eerste transfusie probleemloos?

A

Bij de hond, het rund, paard en varken, omdat deze dieren geen natuurlijke antistoffen hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe kan bloedtransfusie bij de kat gebeuren?

A

Katten hebben van nature isoantilichamen. Ze hebben 3 bloedgroepen: A, B en AB.
Met name antistoffen A die bij katten met bloedgroep B voorkomen, geven aanleiding tot een ernstige hemolytische transfusiereactie. De antistoffen tegen bloedgroep B bij katten met A geven een minder ernstige hemolytische transfusiereactie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Een anemie die ontstaat door het in korte tijd verliezen van een grote hoeveelheid bloed resulteert in…?

A

Shockverschijnselen (snelle ademhaling en pols, koude extremiteiten, bleke slijmvliezen en een verlengde CRT)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waaruit bestaat de behandeling van shock?

A

Uit het herstel van het circulerend volume met elektrolytenoplossingen of plasmavervangende vloeistoffen, wat resulteert in een toename van de orgaanperfusie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Waarom geeft het geen ernstige consequenties als minder dan een derde van het totale bloedvolume verloren gaat?

A

In die gevallen is de fysiologische aanpassing aan de hypovolemie en de redistributie van de preferentiële flow, een verhoogde vochtretentie in de nieren die wordt bewerkstelligd door een verhoogd natriumretentie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is het effect van vochtretentie?

A

Een tijdelijke daling van de Ht en het plasma-eiwitgehalte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is beter te compenseren bij een voortdurend beperkt bloedverlies van de patiënt; volumeverlies of verlies van bloedcellen?

A

Volumeverlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is de medische term voor een bloedneus?

A

Epistaxis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is de medische term voor bloedbraken?

A

Haematemesis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Hoe kunnen grote hematomen in de thymus van jonge honden ontstaan?

A

Door bijv. overmatig strekken van de nek door een ruk aan de halsband

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Waar spreek je van, als bloedverlies niet duidelijk zichtbaar is?

A

Dan spreek je van occult bloedverlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Welke DDx’en horen bij evident uitwendig bloedverlies als gevolg van uitwendig trauma en aandoeningen van het maag-darmkanaal?

A
  • Lebmaagbloeding (rund)
  • Maagbloeding (varken)
  • Parasitaire infecties in het maag-darmkanaal
  • Hemorragische enteritis, zoals parvovirusenteritis (hond)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Welke DDx’en horen bij inwendig bloedverlies via de buikholte en thorax als gevolg van trauma?

A

Bloeding ligamentum latum (rund, paard)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Welke DDx’en horen bij inwendig bloedverlies via de buikholte en thorax als gevolg van relatief gering trauma gecombineerd met een pathologisch veranderd orgaan?

A
  • Leverruptuur in verloop van hyperlipemie (paard)
  • Leverruptuur als gevolg van levervetting (leghen, kalkoen)
  • Leverruptuur als gevolg van amyloïdose van de lever (kat)
  • Aortaruptuur als gevolg van aneurysma (kalkoen)
  • Miltruptuur in tumoreus veranderde milt (hond)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Welke DDx’en horen bij inwendig bloedverlies via de buikholte en thorax als gevolg van relatief gering trauma in combinatie met een hemorragische diathese?

A
  • Rattengifintoxicatie (hond)
  • Congenitale stollingsfactordeficiënties (hemofilie, ziekte van Von Willebrand)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Welke DDx’en horen bij bloedverlies door bloedzuigende parasieten?

A
  • Haemonchose en leverbot (herkauwers)
  • Bloedmijt (kip, zangvogels)
  • Vlooien (pups/kittens)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Wat verstaan we onder uitwendig bloedverlies?

A

Bloedverlies dat voor de dierenarts en eigenaar meestal zonder verder lichamelijk onderzoek zichtbaar is, bijv. uitwendig trauma en bloed in de ontlasting, braaksel of urine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Wat verstaan we onder inwendig bloedverlies?

A

Bloedverlies dat in het lichaam in holtes (buik, thorax) of in hematomen opgesloten is en het lichaam niet verlaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Wanneer kom je uitgebreid acuut bloedverlies bij het rund tegen?

A

Bij lebmaagbloedingen, bloedingen in de uier, uterus en het ligamentum latum.
Soms kan trauma aanleiding geven tot ernstige bloedingen (draadwonden, afgestoten horen, ruptuur melkader, milt- of leverruptuur)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Bij welke aandoeningen bij het rund komt langduriger bloedverlies voor?

A

Langduriger bloedverlies treedt vooral op bij een cystopyelonefritis en chronische hemorragische lebmaagulcera.
Leverbot infecties leiden ook tot langduriger bloedverlies, maar dat is te weinig om te kunnen leiden tot anemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Wat zijn symptomen van runderen met anemie als gevolg van ernstig acuut bloedverlies?

A

Ze liggen veel en zijn snel kortademig bij bewegen. De gang is wankel, de slijmvliezen bleek en de pols is hoog.
De verschijnselen worden veroorzaakt door de combinatie van shock en anemie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Wanneer vermoed je inwendige bloedingen?

A

Bij bleke slijmvliezen en een hoge pols

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Wat is nog een symptoom van chronische hemorragische lebmaagulcera bij het rund?

A

Bij chronische hemorragische lebmaagulcera kan occult bloed in de feces (melaena) worden gevonden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Wat zijn de belangrijkste parasitaire aandoeningen bij kleine herkauwers waarbij anemie door bloedverlies optreedt?

A

Haemonchose en leverbotziekte (fasciolosis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Hoe wordt maagdarm-wormziekte bij schapen en geiten veroorzaakt?

A

Door verschillende soorten trichostrongyliden, waaronder Haemonchus contortus. Deze worm zuigt bloed. Bij ernstige infecties leidt het bloedzuigen tot bloedverlies en dus bleke slijmvliezen door anemie, en oedeem aan de onderkaak door hypoalbuminemie. Dit leidt regelmatig tot sterfte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Hoe kan leverbotziekte (fasciolosis, veroorzaakt door de leverbot Fasciola hepatica) anemie veroorzaken bij kleine herkauwers?

A

Vooral bij kleine herkauwers kunnen leverbotten, door het eten van bloed en het bloedverlies dat ontstaat door kapot gemaakt epitheel van de galgangen, leiden tot anemie.
Dit is te zien aan de geelbleke slijmvliezen en oedeem aan de onderkaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Wat is het verschil tussen fasciolosis en haemonchose?

A

Het verschil is dat bij haemonchose de oogslijmvliezen bij ernstige infecties papierwit worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Wat voor anemie komt vaak voor bij varkens?

A

Anemie ten gevolge van bloedverlies via het maag-darmkanal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

Wat kan er bij jonge biggen (1e levensweek) voorkomen door een infectie met Clostridium perfringens?

A

Een hemorragische tot necrotiserende enteritis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Hoe kan anemie bij vleesvarkens ontstaan?

A

Door maagbloedingen (hemorragische maagulcera) of door een hemorragische enteritis t.g.v. infecties met Lawsonia intracellularis (porcine proliferatieve enteropathie = PPE), of een acuut verlopende infectie met Brachyspira hyodysenteriae (varkensdysenterie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Wat is er met het varken wanneer er sprake is van snel verlopende ernstige bloedingen, zoals bij maagbloedingen?

A

Dan wordt het varken meestal dood aangetroffen. Het kadaver is dan ‘papierwit’, terwijl bij fatale bloedingen die langzamer verlopen het varken bleek, maar minder wit is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

Wat geven zwarte mest en bloederige mest aan?

A

Zwarte mest (melaena) duidt op bloedverlies uit de maag of de dunne darm, terwijl bloederige mest duidt op bloedingen in de dikke darm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

Wat is de kans op overleven wanneer melaena wordt geconstateerd?

A

Wanneer melaena tijdens het leven wordt waargenomen, is de prognose voor overleven nog redelijk oke, maar door conditieverlies is de economische waarde vrijwel nihil.
Het heeft geen zin dieren met (recente) bloedingen voor slachting aan te bieden, want de ‘natte’ kadavers worden afgekeurd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

Wanneer komt ernstig en hevig bloedverlies bij paarden voor?

A

Vooral na trauma, door een vaatruptuur of een leverruptuur (bij hyperlipemie) en door bloedingen in de luchtzakken.
Aan het einde van de dracht kan een bloeding optreden in het ligamentum latum.
Longbloedingen die optreden tijdens inspanning veroorzaken, vanwege de beperkte omvang, geen anemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

Wat zijn de symptomen van ernstig bloedverlies dat resulteert in anemie bij paarden?

A

Lusteloosheid, verminderd uithoudingsvermogen, kortademigheid en chronische anemie door vermagering. Bij extreem bloedverlies kan zich een hypovolemische shock ontwikkelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

Wanneer moet er een bloedtransfusie worden uitgevoerd bij een paard?

A

Als de Ht tot 0,15 L/L is gedaald, of als er verschijnselen van hypoxie optreden, want dan is er direct levensgevaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
49
Q

Wat is een veelvoorkomende oorzaak van anemie bij honden?

A

Een hemoabdomen als gevolg van een miltruptuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
50
Q

Hoe ontstaat een miltruptuur?

A

Een miltruptuur kan spontaan of na trauma optreden, maar wordt vaker gezien als er sprake is van een aandoening van de milt, waardoor deze groter en fragieler is geworden. Vaak betreft het bij de hond een benigne (hemangioom) of maligne (hemangiosarcoom) neoplasie die ruptureert.
Echter ook splenomegalie (miltvergroting) als gevolg van ontsteking (sepsis, babesiose), circulatiestoornissen (torsies, trombosering), stapelingen (zoals amyloïd), of liggingsveranderingen (maagdilatatie-volvulus) kunnen bij een relatief gering trauma ruptureren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
51
Q

Wat gebeurt er wanneer de hemolyse intravasaal plaatsvindt?

A

Er komt dan vrij Hb in de bloedbaan dat glomerulair gefilterd wordt, wat leidt tot de productie van donkere roodbruine urine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
52
Q

Waaruit bestaat de aanvullende diagnostiek waarmee je de oorzaken van hemolyse kan op sporen?

A
  • Bepaling van de osmotische resistentie van de erytrocyten
  • Onderzoek op voor de betreffende diersoort erytrocytaire parasieten
  • Coombstest
  • Bepalen aanwezigheid sferocyten
  • Bepalen enzymactiviteit in de erytrocyt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
53
Q

Welke DDx’en horen bij hemolyse door een infectie?

A
  • Babesiose (hond, rund)
  • Piroplasmose (paard)
  • Hemoplasma-infecties (kat)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
54
Q

Welke DDx’en horen bij hemolyse door een mehcanische/fysische beschadiging van de erytrocyten?

A
  • Diffuse intravasale stolling (DIS)
  • Hyperthermie
  • Hartklepgebreken
  • Overmatige wateropname
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
55
Q

Welke DDx’en horen bij hemolyse door chemische beschadingen?

A
  • Insectengif (zoals mottenballen)
  • Toxische planten (zoals uien, brassica(kool)soorten (bevatten toxische alkaloïden) en adelaarsvaren)
  • Bepaalde medicijnen
  • Bacteriële toxinen
  • Nitriet/nitraatintoxicatie (rund)
  • Koper-, lood- en zinkintoxicatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
56
Q

Welke DDx’en horen bij hemolyse door metabole stoornissen (alkalose)?

A
  • Puerperale hemoglubinurie (rund)
  • Hypofosfatemie (kat)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
57
Q

Welke DDx’en horen bij hemolyse door immunologische afbraak door antilichamen?

A

Binnengekregen door:
- Transfusie
- Colostrum (isoerythrolysis neonatalis bij paard, kat varken, of soortvreemd colostrum bij schaap)

Zelf gemaakt als reactie op:
- Infectie (infectieuze anemie bij het paard)
- Medicatie
- Vaccinatie
- Maligniteiten
- Primaire of idiopathische immuungemedieerde hemolyse (hond, kat)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
58
Q

Wat kun je zien bij hemolyse door chemische beschadiging?

A

Bij hemolyse door chemische beschadiging worden in de erytrocyten na specifieke kleuring vaak onregelmatige acidofiele insluitlichaampjes gezien, de zogenaamde ‘Heinz bodies’, die uit gedenatureerd hemoglobine bestaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
59
Q

Bij welke diersoorten komen mycoplasma’s voor?

A

Deze parasieten die op de erytrocytaire membraan voorkomen, kunnen bij vrijwel alle diersoorten voorkomen, maar in de praktijk krijgen vooral katten er mee te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
60
Q

Hoe verloopt een hemoplasma-infectie (mycoplasma) bij de kat?

A

Meestal symptoomloos. Slechts een deel van de katten vertoont verschijnselen, variërend van sloomheid, koorts en anorexie tot bleke slijmvliezen, waarschijnlijk als gevolg van een hemolytische anemie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
61
Q

Hoe loopt een hond babesiose op?

A

In de meeste gevallen loopt een hond een infectie met Babesia op in zuidelijk Europa waar de infectie endemisch is.
Babesia wordt door teken overgedragen.
De teek Dermacentor reticulatus is de vector van Babesia canis canis en de teek Rhipicephalus sanguineus van B. canis vogeli.
Gebleken is dat geïnfecteerde Dermacentor-teken soms een periode in Nederland kunnen overleven en zich zelfs kunnen vermenigvuldigen.

62
Q

Wat gebeurt er bij babesiose?

A

Er treedt destructie van de erytrocyten op, die gepaard gaat met verschijnselen van een hemolytische anemie.
Het is een acuut verlopende infectie, waarvan de verschijnselen 1 tot 3 weken na de infectie ontstaan

63
Q

Wat zijn klinische verschijnselen van babesiose bij de hond?

A

De klinische verschijnselen variëren in ernst en bestaan uit een combinatie van sloomheid, anorexie, koorts, hemoglobinurie en soms braken.
Bij het lichamelijk onderzoek kunnen anemie, vaak splenomegalie (miltvergroting) en in erngstige gevallen icterus worden waargenomen.

64
Q

Waar is splenomegalie het gevolg van?

A

Splenomegalie is het gevolg van een toename van de fagocytaire activiteit in de milt, in combinatie met sekwestratie van trombocyten en geparasiteerde erytrocyten in de milt, en extramedullaire erytropoëse.

65
Q

Wat vindt je in het bloedonderzoek bij babesiose?

A

Naast anemie als gevolg van hemolyse is er doorgaans ook een trombocytopenie aanwezig

66
Q

Wat is de snelste manier om babesiose de diagnosticeren?

A

D.m.v. een bloeduitstrijkje, waarin je de parasiet aantoont in de erytrocyten.
Babesia parasiteert voornamelijk de reticulocyten

67
Q

Wat is de behandeling voor babesiose?

A

Het behandelingsadvies voor een ongecompliceerde Babesia-infectie bestaat uit twee subcutane injecties met imidocarb dipropionaat met twee weken tussentijd. Opgemerkt moet worden dat imidocarb niet is geregistreerd voor gebruik bij dieren, maar het middel is onder strenge voorwaarden bij honden, paarden en runderen wel toegestaan (‘off label use’).

68
Q

Hoe kun je babesiose voorkomen?

A

De preventie bestaat uit antiparasitaire middelen die een tekeninfestatie voorkomen (banden en ‘spot-on’ producten). Er zijn vaccins op de markt die een beschermende werking van beperkte duur claimen. Hierbij moet goed gekeken worden welke varianten van Babesia aanwezig zijn in het vaccin en of men kruisbescherming mag verwachten.

69
Q

Hoe ontstaat babesiose bij runderen?

A

Bij het rund wordt babesiose veroorzaakt door Babesia divergens, die wordt overgebracht door de teek Ixodes ricinus. Babesiosis komt voor op de Waddeneilanden, in Drenthe, in de Achterhoek en op de Veluwe. Ook bij runderen in natuurgebieden kan men deze infectie verwachten.

70
Q

Wat zijn de verschijnselen van babesiose bij runderen?

A

Naast koorts zijn ‘bloedwateren’ (hemoglobinurie), icterus en anemie de belangrijkste verschijnselen

71
Q

Wat is equine piroplasmose?

A

Een teekgerelateerde aandoening bij paarden, muildieren, ezels en zebra’s die veroorzaakt wordt door de hemoprotozoa Theileria equi en Babesia caballi.
Beide vermeerderen zich in erytrocyten.

72
Q

Wat zijn de symptomen van theileriose en babesiose in de acute vorm?

A
  • Hoge koorts (boven de 40)
  • Dyspneu
  • Anemie
  • Icterus
  • Hemoglobinurie
  • Stuwing van slijmvliezen
  • Soms lichte koliek
73
Q

Wat zijn de symptomen van theileriose en babesiose in de subacute gevallen?

A

Naast de symptomen van acute gevallen is er ook vaak sprake van:
- Gewichtsverlies
- Intermitterende koorts

74
Q

Wat zijn de symptomen van theileriose en babesiose in de chronische gevallen?

A

In de chronische fase zijn er geen specifieke verschijnselen, maar hebben de paarden vage verschijnselen zoals slecht presteren en verlies van spiermassa.

75
Q

Wat is de behandeling van equine piroplasmose?

A

De behandeling bestaat uit toediening van imidocarb dipropionaat (off label use)

76
Q

Hoe wordt equine infectieuze anemie (EIA) veroorzaakt?

A

Door een infectie met een Retrovirus dat uitsluitend infectieus is voor equidae. EIAV behoort tot dezelfde familie en genus als FIV bij de kat, HIV bij de mens en het zwoegerziektevirus bij het schaap.

77
Q

Hoe wordt EIA overgedragen?

A

De infectie wordt door grote bijtende insecten (zoals Stomoxys calcitrans, de ‘stalvlieg’) mechanisch overgedragen

78
Q

Hoe vaak komt EIA voor?

A

De prevalentie is heel laag in Nederland, en het is een aangifteplichtige ziekte

79
Q

Wat zijn acute verschijnselen van EIA?

A
  • Koorts
  • Anorexie
  • Depressie
  • Petechiën
80
Q

Wat zijn verschijnselen van een chronische infectie met EIA?

A
  • Intermitterende koorts met na enige tijd slapte
  • Vermagering
  • Bleke slijmvliezen
  • Oedeem vooral aan de borst en benen
81
Q

Hoe ontstaat de anemie bij EIA?

A

De anemie ontstaat doordat antigeen-antilichaam-complexen zich aan de negatief geladen erytrocyten binden, zodat complementbinding optreedt en de erytrocyten lyseren

82
Q

Wat is de behandeling van EIA?

A

Er is geen therapie. Een paard dat lijdt aan EIA dient te worden geëuthanaseerd.

83
Q

Hoe kan isoerythrolysis neonatalis ontstaan bij een tweede of meerdere dracht, en niet bij de eerste?

A
84
Q

Wat zijn de verschijnselen van isoerythrolysis bij veulens?

A

Hangt af van de hoeveelheid opgenomen antilichamen.
Het veulen wordt slomer, gaat minder drinken, krijgt icterische slijmvliezen en produceert bruingele of rode urine. De pols is hoog terwijl de temperatuur meestal normaal is. Sterfte kan optreden door massale hemolyse, waardoor hypoxie en intoxicatie door ongeconjugeerd hemoglobine optreden.
In ernstige gevallen sterft het veulen binnen 24 uur.

85
Q

Wat valt er op bij sectie van een veulen met isoerythrolysis neonatalis?

A

Bij sectie treffen we in geval van massale hemolyse vergrote, zwartgekleurde nieren aan. Bij langzamer verlopende hemolyse vallen de leveraandoeningen meer op. De lever is vergroot en er is een centrolobulaire levercelnecrose aanwezig.

86
Q

Welke DDx’en horen bij bij isoerythrolysis neonatalis bij het veulen?

A

Differentieel diagnostisch moet worden gedacht aan neonatale sepsis of congenitale spierdystrofie. In het laatste geval verschijnt er myoglobine in de urine en zijn de veulens niet icterisch.

87
Q

Wat is de therapie voor isoerythrolysis neonatalis?

A

Een bloedtransfusie
De beste donor is een paard dat geen antilichamen bezit tegen de bloedgroepantigenen van het veulen en bijvoorkeur andere bloedgroepantigenen heeft dan het veulen. Dit voorkomt dat een nog actieve erytrolyse bij het veulen de donorerytrocyten direct afbreekt.

88
Q

Hoe kun je isoerythrolysis neonatalis voorkomen bij een veulen?

A

Bij een volgende dracht dienen bloedgroepen van de hengst en merrie vergeleken te worden. Ook kunnen we de antilichaamtiters tegen A en Q antigenen tijdens de laatste maanden van de dracht bij de merrie volgen. Treedt er een duidelijke titerstijging op, dan mag het veulen geen biest van de merrie hebben.

89
Q

Wat is de prognose van isoerythrolysis neonatalis bij veulens?

A

Afhankelijk van de mate van erytrolyse en de conditie van het veulen is de prognose redelijk goed.

90
Q

Wat zijn de symptomen van isoerythrolysis neonatalis bij varkens?

A

Biggen met neonatale isoerytrolyse worden na 1 tot 2 dagen sloom en lusteloos en sterven meestal een dag later. Niet alle biggen uit een toom hoeven te worden aangetast. De biggen zijn anemisch en icterisch.

91
Q

Hoe wordt de diagnose isoerythrolysis neonatalis bij biggen gesteld?

A

De diagnose wordt doorgaans bij sectie gesteld. De biggen zijn icterisch, hebben een vergrote lever en de nieren zijn donker gekleurd. De blaas kan roodbruine urine bevatten.

92
Q

Wat is de behandeling/preventie van isoerythrolysis neonatalis?

A

Er is geen therapie, tenzij het overleggen van nog niet gestorven biggen naar andere tomen mogelijk is. Voor een volgende dracht dient een andere beer te worden gebruikt of moet de zeug worden opgeruimd.

93
Q

Hoe zit het bloedgroepen systeem van katten in elkaar?

A

De kat heeft een bloedgroepsysteem met drie allelen: A, B en AB. A is dominant over B en AB. Bloedgroep A komt het meest voor (in Nederland ongeveer 96%), gevolgd door B (in Nederland ongeveer 4%). AB komt zelden voor (minder dan 1%). Binnen bepaalde rassen kan het aandeel van type B sterk wisselen (0 tot 40%).

94
Q

Wanneer komt isoerythrolysis neonatalis voor bij kittens?

A

Isoantilichamen komen van nature al voor bij de kat. Isoerythrolysis neonatalis kan optreden bij type B poezen, waar in het nest type A of AB kittens voorkomen.

95
Q

Wat zijn de verschijnselen van isoerythrolysis neonatalis bij kittens?

A

De kittens worden snel slomer en willen niet meer drinken en zijn anemisch. Afhankelijk van de snelheid van optreden van de hemolyse kan er icterus optreden. De kittens leven veelal hooguit nog enkele dagen.

96
Q

Hoe stel je de diagnose isoerythrolysis neonatalis bij kittens?

A

De diagnose kan worden bevestigd op basis van de klinische verschijnselen gecombineerd met bloedgroeptypering van de poes en de kittens en eventueel de kater.

97
Q

Welke DDx’en passen bij isoerythrolysis neonatalis bij kittens?

A

Differentieel diagnostisch moeten we denken aan anemie door overmatig veel vlooien en andere oorzaken van ernstig bloedverlies, bijvoorbeeld trauma.

98
Q

Wat is de therapie/preventie van isoerythrolysis neonatalis bij kittens?

A

De kittens dienen de eerste 48 tot 71 uur met de fles te worden gevoerd. Een bloedtransfusie kan worden overwogen, de prognose is echter slecht. Voor een volgende dracht dient een andere dekkater te worden gebruikt. Het beste is echter om de poes niet meer voor dekking aan te bieden, tenzij het een B-positieve kater betreft.

99
Q

Wat zijn symptomen van idiopathische immuungemedieerde hemolyse (IHA)?

A

De meestal ernstige anemie ontwikkelt zich binnen 1 tot 3 dagen. De patiënt wordt progressief lusteloos en heeft vaak koorts. In sommige gevallen valt de eigenaar op dat de ontlasting oranjegeel verkleurt (als gevolg van afbraakproducten van Hb). Als de hemolyse intravasaal optreedt, is er sprake van rode urine.

100
Q

Hoe wordt de diagnose van IHA gesteld?

A

De diagnose wordt gesteld op basis van een meestal al regeneratieve anemie, zonder dat er verschijnselen van bloedverlies gevonden worden. De hemolyse kan bevestigd worden door de osmotische resistentie van de erytrocyten te bepalen. De immuungemedieerde pathogenese kan bevestigd worden door een Coombstest of het vinden van sferocyten in een bloeduitstrijkje.

De diagnose idiopathische IHA mag pas worden gesteld als bekende onderliggende oorzaken zijn uitgesloten, die een immunologische reactie tegen erytrocyten kunnen opwekken

101
Q

Wat is de behandeling tegen IHA?

A

De behandeling bestaat uit immunosuppressie met behulp van prednisolon

102
Q

Hoe kan er hemolyse plaatsvinden door overmatige wateropname?

A

Hemolyse door het drinken van te veel water kan bij meerdere diersoorten voorkomen na het tijdelijk verstoken zijn van drinkwater. De osmolariteit van het bloed daalt tot beneden 250 mOsm/l, waardoor intravasale hemolyse optreedt. Binnen enkele uren na overmatige wateropname zijn verschijnselen zoals depressie, trillen en een snelle oppervlakkige ademhaling zichtbaar

103
Q

Wanneer komt nitraat/nitrietintoxicatie voor bij het rund?

A
104
Q

Wat zijn verschijnselen van nitraat/nitrietintoxicatie bij het rund?

A

Opvallend is de dyspneu en cyanose. De slijmvliezen zijn bruin verkleurd en het bloed is chocoladekleurig. De runderen vertonen incoördinatie en kunnen moeilijk staan. Vaak betreft het een koppel runderen waarvan al dieren gestorven zijn of dieren lopen te wankelen.

105
Q

Wat is de therapie/preventie van nitraat/nitrietintoxicatie bij het rund?

A

De behandeling bestaat uit een intraveneuze toediening van 1 tot 2 mg/kg methyleenblauw als 1%-oplossing. Vanzelfsprekend dient de oorzaak van de intoxicatie onmiddellijk te worden weggenomen. Intoxicaties kunnen worden voorkomen door het aandeel van bijvoorbeeld de stoppelknollen in het rantsoen niet te hoog te maken. Maximaal aanvaardbare concentraties in gras en stoppelknollen zijn respectievelijk 20 en 10 g/kg droge stof.

106
Q

Wat is de prognose van nitraat/nitrietintoxicatie bij het rund?

A

De prognose is afhankelijk van de mate van intoxicatie. Een snelle therapie kan levens-reddend zijn, maar doordat deze intoxicaties niet vaak optreden, is methyleenblauw doorgaans niet in voldoende hoeveelheden voorhanden. Dieren die de eerste zes uur na aanvang van de verschijnselen overleven hebben een gunstige prognose.

107
Q

Hoe wordt hemolyse veroorzaakt door uien en bepaalde planten?

A

De hemolyse wordt veroorzaakt doordat deze stoffen inwerken op de erytrocytenmembraan of op de inhoud van de erytrocyt. De plantenalkaloïden (sterke oxidantia) uit uien en kool veroorzaken oxydatie van de SH-groepen in het globuline, met als gevolg een denaturatie en aggregatie van hemoglubine.
Adelaarsvaren bevat een alcoholische factor die de megakaryocyten destrueert.

108
Q

Welke symptomen krijgen dieren met een uien/planten vergiftiging?

A

Dieren met een dergelijke vergiftiging worden ziek door massale intravasale hemolyse. Dit gaat gepaard met anemie, hyperthermie en anorexie.

109
Q

Wat is de behandeling tegen uien/planten vergiftiging?

A

De behandeling bestaat uit het verhogen van de hoeveelheid circulerende erytrocyten door middel van bloedtransfusie.

110
Q

Wat is de prognose van een uien/planten vergiftiging?

A

De prognose van een massale hemolyse is doorgaans slecht; alleen als de hemolyse tot staan kan worden gebracht, heeft het dier een kans het te overleven.

111
Q

Hoe kan sulfamidenintoxicatie bij pluimvee leiden tot hemolyse?

A

De klinische verschijnselen van een sulfonamidenintoxicatie zijn weinig specifiek: de dieren zijn algemeen ziek, traag, bleek en soms icterisch. De oorzaken hiervan zijn suppressie van het beenmerg, hemolyse, trombopenie en multifocale necrose in de lever. Bovendien kan kristallisatie van sulfonamiden in de nieren tot nierschade leiden.

112
Q

Waar kan de opname van veel koper tot leiden?

A

Opname van veel koper (Cu) ineens resulteert in een acute gastro-enteritis (zoals bij veel zware metalen), maar chronische opname van kleinere hoeveelheden geeft een koperstapeling, vooral in de lever (zie hoofdstuk ‘Chronische hepatitis’). Als de concentratie in de lever hoog genoeg is, kan een plotselinge afgifte van koper optreden (bijvoorbeeld bij leverdegeneratie).

113
Q

Hoe ziet het ziektebeeld van koperstapeling er uit?

A

De hoge koperconcentratie in het bloed resulteert in een acuut ziektebeeld met intravasale hemolyse, hemoglobinemie en hemoglobinurie. De prognose van massale hemolyse is slecht.

114
Q

Hoe kan een schaap koperstapeling krijgen?

A

Mengvoerfouten en beweiding op koperrijk grasland kunnen tot extreme stapeling leiden. Een plotseling uitstoot van koper uit de lever naar het bloed resulteert in een intravasale hemolyse. De verschijnselen bestaan uit anemie, spierzwakte, hemoglobinurie en bleke, later icterische, slijmvliezen.

115
Q

Hoe kan een hond koperstapeling krijgen?

A

Bij de hond (ondermeer Bedlington terriër) treedt koperstapeling op als gevolg van een aangeboren defect in de koperstofwisseling. Daarbij wordt het opgenomen koper niet uitgescheiden via de gal. Doorgaans treden klinische verschijnselen op bij honden ouder dan 4 jaar.

116
Q

Op welke manieren kan de erytropoëse gestoord worden?

A
  • Verstoring van de proliferatie of differentiatie van stamcellen
  • Verstoring van de DNA-synthese
  • Verstoring van de Hb-synthese
  • Combinaties hiervan
117
Q

Welke DDx’en horen bij de verstoring van de proliferatie of differentiatie van stamcellen?

A
  • Panmyelopathie door oestrogenen, virusinfecties, fysische beschadiging, chemische beschadiging, en farmaca
  • ‘Pure red cell aplasia’ (PRCA)
  • Maligniteiten van de hematopoëtische cellen met myelophthisis (verdringing niet aangetaste cellijnen, als gevolg: leukemieën, maligne lymfoom)
  • Myelofibrose/myelosclerose
  • Myelodysplasie
118
Q

Welke DDx’en horen bij verstoring van de DNA-synthese?

A
  • Foliumzuur en/of vitamine B12-deficiëntie
119
Q

Welke DDx’en horen bij verstoring van de Hb-synthese?

A
  • IJzergebreksanemie
  • Kopergebrek
120
Q

Welke DDx’en horen bij combinaties van verstoringen in de Hb-synthese, DNA-synthese en proliferatie/differentiatie van stamcellen?

A
121
Q

Wat zijn symptomen/kenmerken van ijzergebrekanemie in optima forma?

A

Een ijzergebrekanemie in optima forma wordt gekenmerkt door een non-regeneratieve anemie in combinatie met de aanwezigheid van hypochrome microcyten in het bloed-uitstrijkje. De erytrocytparameters MCV, MCHC en MCH zijn verlaagd. Als nevenbevinding is er vaak sprake van een toename van het aantal trombocyten.

122
Q

Hoe ontstaat ijzergebrekanemie bij varkens?

A

Aangezien biggen met een beperkte ijzervoorraad in de lever worden geboren (circa 20 mg) en de dagelijkse behoefte ongeveer 15 mg bedraagt, schiet de dagelijkse opname via de zeugenmelk (die circa 1 mg bedraagt) tekort. Na 3 weken kan dan zonder bijvoederen van de biggen een ernstige anemie ontstaan.

123
Q

Wat zijn verschijnselen van ijzergebrekanemie bij varkens?

A

Opvallend is de bleekheid van de oren en eventueel de dikke nekken en versnelde ademhaling. Als we de biggen in de hand nemen valt de sterke hartslag op.

124
Q

Welke DDx’en horen bij ijzergebrekanemie bij varkens?

A

Thrombocytopenia purpura kan ook anemie veroorzaken, maar de biggen zijn dan ook icterisch. Bloedverlies ten gevolge van een navelbloeding direct na de geboorte, ten gevolge van castreren of couperen van de staartjes en ook enteraal bloedverlies door Clostridium perfringens-infecties en coccidiose kan anemie veroorzaken.

125
Q

Wat is de therapie/preventie voor ijzergebrekanemie bij varkens?

A

Biggen worden behandeld met ijzerpreparaten met injectie.
Ter preventie is het gebruikelijk om biggen op de 2e of 3e levensdag per injectie 200 mg ijzerdextran toe te dienen. Als de biggen al tijdens de zoogperiode bijvoer krijgen, kan met 100 tot 150 mg worden volstaan.

126
Q

Wat zijn de verschijnselen van ijzergebrekanemie bij vleeskalveren?

A

De verschijnselen van een ijzergebrekanemie zijn verminderde eetlust, lusteloosheid, veel liggen en een verhoogde ademfrequentie en pols. Op basis van de verschijnselen en de anamnese kan ijzergebrekanemie worden vermoed.

127
Q

Wat is de behandeling van ijzergebrekanemie bij vleeskalveren?

A

De behandeling bestaat uit het oraal toedienen van ijzerhoudende nutriënten. Intramusculaire toediening van ijzerpreparaten kan beschadiging en verkleuring van spieren bij vleeskalveren veroorzaken.

128
Q

Hoe ontstaat ijzergebrekanemie bij de hond en kat?

A

IJzergebrekanemie bij de hond en de kat wordt meestal veroorzaakt door bloedverlies en is zelden een gevolg van een ijzerdeficiënte voeding. De anemie is voor een deel het gevolg van dit directe verlies, maar meer nog van de ijzerdeficiëntie die ontstaat na het langdurig bloedverlies.

129
Q

Welke aandoeningen bij hond en kat kunnen leiden tot chronisch occult bloedverlies?

A

Voorbeelden van aandoeningen die kunnen leiden tot chronisch occult bloedverlies zijn ulcera in de maag of darmen en tumoren of ontstekingen die gepaard gaan met ulceratie. Bij pups of kittens kan ook een ernstige vlooieninfectie aanleiding zijn van zoveel bloedverlies dat door ijzerdeficiëntie anemie ontstaat.

130
Q

Hoe wordt infectieuze anemie bij de kip veroorzaakt?

A

Door het ‘chicken anemia virus’ (CAV), dat behoort tot de familie Circoviridae en heel resistent is.

131
Q

Wat is de transmissieroute van CAV bij pluimvee?

A

Door horizontale verspreiding wordt het virus via besmet materiaal, excreta uit de respiratietractus en feces snel verspreid in een gevoelig koppel. De verticale transmissieroute is echter het belangrijkst voor het optreden van klinische verschijnselen.

132
Q

Hoe kunnen CAV-uitbraken voorkomen bij kuikens?

A

Maternale immuniteit kan het kuiken gedurende de eerste drie levensweken volledige bescherming bieden. CAV-uitbraken bij kuikens treden dan ook eigenlijk altijd op als deze dieren nakomelingen zijn van ouders, die pas tijdens de legperiode de besmetting doormaken.

133
Q

Wat zijn de verschijnselen van CAV bij pluimvee?

A
134
Q

Wat is leishmaniose?

A

Leishmaniose (ook leishmaniasis of leishmaniase genoemd) is een protozoaire ziekte bij de hond die veroorzaakt wordt door de parasiet Leishmania infantum. Leishmaniose is een zoönose en mensen en honden worden geïnfecteerd door geïnfecteerde zandvliegen

135
Q

Wat zijn de verschijnselen van leishmaniose?

A

De verschijnselen bestaan uit huidveranderingen, algehele lusteloosheid, gewichtverlies, lymfadenopathie, oogveranderingen (uveïtis, panoftalmitis), kreupelheid, anemie, nierinsufficiëntie en diarree. De verschijnselen zijn door de chronische ontstaanswijze aanvankelijk vaak niet erg specifiek. Soms is anemie het enige verschijnsel.

136
Q

Hoe ontstaat de anemie bij leishmaniose?

A

De anemie is doorgaans het gevolg van de chronische infectie van het beenmerg. In dat geval is er vaak in meer of mindere mate ook sprake van een pancytopenie.
In het eindstadium van een Leishmania-infectie kan een chronische nierinsufficiëntie door erytropoëtinegebrek ook bijdragen aan de anemie.
De nierinsufficiëntie is het gevolg van een glomerulonefritis die ontstaat door immuuncomplexen, die in de bloedvaten van de glomeruli neerslaan.

137
Q

Wat is de leukopoëse?

A

Het deel van de bloedvorming waarbij de witte bloedcellen zich ontwikkelen

138
Q

Waar vindt de leukopoëse over het algemeen plaats?

A

In het beenmerg (granulocyten, monocyten, lymfocyten)
Ook in de lymfoïde organen (lymfocyten)

139
Q

Welke cellen vormen zich uit de hematopoëtische stamcel?

A

De myeloïde voorloper en de lymfoïde voorloper

140
Q

Welke cellen ontwikkelen zich uit de myeloïde voorloper?

A
  • Erytrocyten
  • Trombocyten
  • Mastcellen
  • Granulocyten
  • Monocyten
141
Q

Welke cellen ontwikkelen zich uit de lymfoïde voorloper?

A
  • Natural killer cellen
  • B-lymfocyten
  • T-lymfocyten
142
Q

Hoe ontwikkelt de neutrofiele granulocyt zich uit de myeloïde voorloper?

A

Dit proces heet de granulopoëse

143
Q

In welke twee delen kun je de granulopoëse opdelen?

A
144
Q

Hoe ontwikkelt de monocyt zich uit de myeloïde voorloper?

A

Redelijk hetzelfde als de neutrofiele granulocyt
Dit proces heet de monopoëse

145
Q

Hoe ontwikkelen de lymfocyten uit de lymfoïde voorlopercellen?

A

Dit proces heet de lymfopoëse

146
Q

Overzicht

A
147
Q

Witte bloedcellen gaan van het beenmerg naar de bloedbaan naar de weefsels. Op welke manieren kun je op die moment de witte bloedcellen gaan bekijken?

A
148
Q

Je kijkt naar een schematische weergave van de bloedbaan. Welke compartimenten kun je onderscheiden?

A
149
Q

Welke twee leukocyten afwijkingen zijn er?

A
  • Leukocytose (te veel)
  • Leukopenie (te weinig)
150
Q

Welke vier differentiaal diagnosen kan een leukocytose hebben?

A
  • Ontsteking
  • Stress leukogram
  • Fysiologische leukocytose
  • Leukemie
151
Q

Welke differentiaal diagnosen kan een leukopenie hebben?

A
  • Verstoring leukopoëse (primair en secundair)
  • Actieve ontsteking