WC08 - Auto-immuniteit Flashcards

1
Q

Welke mechanismen dragen er normaliter toe bij dat er géén autoimmuniteit ontstaat (oftewel dat er tolerantie voor “self” bestaat)?

A

Centrale tolerantie: immunologische tolerantie voor ‘self’-antigenen dat ontstaat tijdens de ontwikkeling van de lymfocyten in de centrale lymfoïde organen
Perifere tolerantie: tolerantie verkregen door volwassen lymfocyten in de periferie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke factoren kunnen eventueel leiden tot het doorbreken van die tolerantie?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Om te interfereren in het proces van autoimmuunziekten is het van belang de ongewenste autoimmuunrespons weer stil te leggen. Een probleem is dat vaak het ziekte inducerende (auto)antigeen onbekend is, en er dus geen specifieke therapie ontwikkeld kan worden.
Bedenk manieren hoe je in het algemeen (dus zonder dat het (auto)antigeen bekend is) het ziekteproces zou kunnen stoppen.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Zou je eenzelfde aanpak hanteren indien het (auto)antigeen wel bekend is? Zo nee, op welke wijze zou je dan interfereren? Wat is daarbij het voordeel/nadeel?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is diabetes? Welke cellen, waar in het lichaam worden beschadigd door het immuunsysteem?

A

IDDM (ook wel bekend als type 1 diabetes mellitus (T1DM) is een ziekte waarbij de bètacellen van de eilandjes van Langerhans in de pancreas vernietigd zijn, waardoor er geen insuline geproduceerd kan worden. De hypothese is dat deze ziekte wordt veroorzaakt door een auto-immuun aanval op de bètacellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Deze vorm van diabetes, IDDM (ook wel type 1 diabetes genoemd) wordt onderscheiden van ouderdoms (type 2) diabetes. Dit onderscheid werd oorspronkelijk gemaakt op grond van HLA associaties. Welke vorm van diabetes is HLA geassocieerd?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke immunologische cellen brengen bij IDMM de schade toe?

A

CD8 T-cellen die vernietigen de bètacellen. Deze cellen zijn MHC klasse I gerestricteerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Is dit logisch of begrijpelijk gezien de HLA associatie?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat denk je, worden deze muizen ziek? Bedenk dat het “neo-antigeen” vanaf de conceptie in de muis aanwezig is.
Hoe heet de immunologische staat waarin deze muis ten opzichte van dit antigeen zal verkeren?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De onderzoekers hebben vervolgens een andere muis van dezelfde ingeteelde stam (muis B) transgeen gemaakt voor een T-cel receptor, afkomstig van een cytotoxische T-cel kloon uit een muis uit dezelfde stam.

Waarom is dat van belang?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De T cel receptor is specifiek voor (= herkent) het GP antigeen van LCMV. Alle T-cellen van muis B hebben nu uitsluitend deze zelfde anti-virus T-cel receptor op hun oppervlak.
Wat verwacht je van muis B? Blijft het dier gezond? Ontwikkelt het dier diabetes? Ontwikkelt het dier iets anders?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly