H13 de jonge en midden-volwassenheid Flashcards

1
Q

lichamelijke volwassenheid

A

een lens is fysiek volwassen als zijn lichaam volgroeid is, als met andere woorden de lichamelijke veranderingen van de puberteit zijn afgerond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

juridische volwassenheid

A

België: juridisch meerderjarig bij 18 jaar. Volgens de staat is de persoon dan in staat om verantwoordelijkheden te dragen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

maatschappelijke volwassenheid

A

iemand is maatschappelijk volwassen als de persoon zelfstandig kan leven, als die zich gedraagt zoals onze maatschappij van een volwassene verwacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

psychologische volwassenheid

A

In staat om verantwoordelijkheid te dragen, als hij op cognitief en moreel vlak een volwassen niveau heeft bereikt (bij meeste rond 22-25j)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

3 verschillende soorten volwassenheid

A

de jonge volwassenheid (20-30 jaar), de middenvolwassenheid (30-65 jaar), de late volwassenheid (65+ jaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

de indelingen van soorten volwassenheid zijn…

A

eerder kunstmatig. De leeftijdsgrenzen en de typische kenmerken van die fases zijn heel relatief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

fysieke ontwikkeling (jong)

A

tijdens jonge volwassenheid zijn mensen het meest vruchtbaar. Ze groeien niet meer, maar wel op toppunt van zijn lichamelijke kracht, lenigheid en reactiesnelheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

cognitieve ontwikkeling (jong)

A

postformeel denken, volwassenen hebben door ervaringen geleerd om met moeilijke situaties om te gaan: ze bekijken die situaties nuchterder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

socio-emotionele ontwikkeling (jong)

A

de start van hun carrière (verwacht). gaan meestal samenwonen met een partner ( een grote stap in hun leven).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

socio-emotionele ontwikkeling (Erikson)

A

Terwijl de tiener nog kon experimenteren met relaties, moet de jongvolwassene leren een echte, intieme relatie aan te gaan met iemand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Erikson positieve pool

A

bij succesvolle uitkomst –> erin geslaagd een intense band aan te gaan met de partner. Intimiteit gaat verder dan het seksuele, het gaat vooral over zich kunnen openstellen voor de andere

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Erikson negatieve pool

A

niet-succesvolle uitkomst –> laat de andere niet toe in zijn wereld. Dat leidt tot isolement. De persoon kan of wil zich niet binden, uit angst de eigen identiteit te verliezen of ontgoocheld te raken. (geen blijvende relatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

fysieke ontwikkeling (midden)

A

de eerste signalen van lichamelijke veroudering treden op zoals menopauze of penopauze

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

cognitieve ontwikkeling (midden)

A

geheugen gaat stilaan verminderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

socio-emotionele ontwikkeling (midden)

A

Volgens Erikson is er in deze fase een conflict tussen generativiteit en stagnatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

generativiteit

A

de persoon heeft het gevoel dat ze op een nuttige manier zijn leven leidt.

17
Q

stagnatie

A

de persoon heeft het gevoel dat ze hun leven niet nuttig leiden.

18
Q

einde middenvolwassenheid

A

ze merken dat ze een jaartje ouder worden. Tegelijk verliest de persoon een deel van zijn mogelijkheden. Ze moeten on deze fase een aantal zaken opgeven

19
Q

legenestsyndroom

A

kan optreden wanneer kinderen het huis verlaten. De ouders moeten hun rol van vader en moeder opgeven. Tegelijk moeten de partners weer met elkaar leren leven

20
Q

ouders van middenvolwassenen…

A

leven vaak nog

21
Q

pensionering

A

Het nadert . Sommigen voelen dat hun job fysiek te zwaar wordt of dat ze moeite hebben om zich aan te passen aan telkens nieuwe veranderingen op het werk.

22
Q

rolwisselingen

A

sommige middenvolwassenen hebben er moeite mee

23
Q

levensgenieters

A

beschikken nu over meer financiële middelen en tijd om zich uit te leven in hobby’s