Probleem 3: Beyond intelligence Flashcards

1
Q

Big 5 en baanprestatie

A

De big five kan gebruikt worden om algemene en specifieke metingen van baanprestatie te voorspellen. Het kan dus ook handig zijn in persoonlijke selectie.
De effectgrootten zijn gemiddeld, dus persoonlijkheid heeft een beperkte voorspellende validiteit voor baanprestatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

HEXACO-model en baanprestatie

A

Mensen die hoog op deze dimensie scoren, hebben een lagere kans om sociaal onwenselijke gedragingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Dark triad en baanprestatie

A

De aard van de relatie tussen de dark triad en baanprestatie is onduidelijk en uni-directioneel en hangt af van de soort baan en tijdsframe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Conclusie artikel van der Linden

A

Persoonlijkheid kan gebruikt worden om baanprestatie te voorspellen, alleen blijven de voorspellende waarden gemiddeld tot laag. Pogingen om de voorspellende validiteit te verbeteren:
1. Frame van referentie: een methode waarin er een duidelijke context wordt gegeven. Er wordt vanuit gegaan dat gedrag anders is in verschillende contexten, het gaat dan dus echt om het gedrag op werk. De FoR in persoonlijkheidsvragenlijsten heeft een relevant en positief effect op de validiteit van persoonlijkheidsmetingen
2. Other-ratings: vaak worden zelfrapportages gebruikt, maar daar komt de social desirability bias bij kijken, dus other-ratings leiden tot een substantiële stijging in de voorspellende validiteit van baanprestatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Lexicale hypothese van persoonlijkheid

A

Stelt dat belangrijke persoonlijkheidskenmerken gecodeerd zijn in elke natuurlijke taal. Lexicale onderzoeken zijn dus gebaseerd op analyses van bijvoegelijke naamwoorden van persoonlijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Resultaten onderzoek Lee et al (2005)

A
  • HEXACO-PI honesty-humility had de sterkste correlaties met werkdelinquentie en overt integriteit
  • De FFM was significant minder in staan om werkdelinquentie en overt integriteit te verklaren dan het HEXACO-model
  • HEXACO dus negatief gerelateerd aan werkdelinquentie en positief aan integriteit. Als je hoog scoort op honesty-humility dimensie, scoor je laag op werkdelinquentie en hoog op integriteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Limitaties onderzoek Lee et al

A
  • Gedeelde variantie door zelfrapportages, maar onwaarschijnlijk
  • Steekproef bestond uit studenten ipv ouderen
  • Niet gekeken naar de voorspellende validiteit van brede factoren VS nauwere facetten die deze factoren omvatten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Doel van onderzoek 1 (Van der linden 2014)

A

Er wordt getest of GFP-scores van kandidaten die solliciteren voor militair geassocieerd zijn met de algemene scores die ze krijgen van interviews. Als scores overlappen betekent het dat GFP minstens gedeeltelijk substantief is en zich vertoont in gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Resultaten onderzoek 1 (Van der linden 2014)

A

-Er waren duidelijke GFP’s in de NEO-PI-R en de PMT. Bij de NEO-PI-R verklaarde een algemene factor van 44.6% van de variantie en bij de PMT 51%.
- Ook GFP in de interviews die 34.5% van de variantie verklaarde
- De zelfrapportage-gebaseerde GFP’s relateerden met de beoordeling van anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Doel van onderzoek 2 (Van der linden 2014)

A

Getest of GFP-scores gebaseerd op zelfrapportages geassocieerd zijn met integriteitsbeoordelingen van leiders van de militaire training. Integriteit wordt als een belangrijke voorspeller gezien voor baanprestatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Resultaten onderzoek 2 (Van der linden 2014)

A
  • In HEXACO verklaarde een algemene factor 32.3% van de variantie, alle kenmerken hadden een grote lading, behalve extraversie en openheid. In de dark triad verklaarde de algemene factor 64% van de variantie in de 3 kenmerken
  • De 3 GFP’s van verschillende persoonlijkheidsvragenlijsten lieten relevante correlaties zien. De absolute, gemiddelde correlatie tussen de GFP’s was 0.50
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoofdbevinding onderzoek 2 (Van der linden 2014)

A

Elke GFP had relevante associaties met de integriteitsbeoordelingen van de leiding. Dus hogere GFP-scores gaan gepaard met betere relaties met andere trainees, betere naleving van de regels en een hogere betrouwbaarheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Interpretatie van de bevindingen van het onderzoek van Van der Linden

A
  1. GFP weerspiegelt de neiging voor sociaalwenselijk gedrag daadwerkelijk i.p.v. dat het een responsbias is.
  2. Hoge GFP-scores gaan gepaard met een sociaal voordeel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe relateren de donkere aspecten van persoonlijkheid aan de idealen voor baankeuzes?

A
  • Narcisme is gerelateerd aan onethisch gedrag bij CEO’s en een neiging voor macht
  • Psychopathie is gerelateerd aan lagere niveaus van werkverantwoordelijkheid en kan productiviteit negatief beïnvloeden
  • Machiavellianisme is geassocieerd met lagere organisatorische, leidinggevende en teambetrokkenheid en een neiging om als gewelddadig over te komen bij anderen en te focussen op het behouden van macht en manipulatief gedrag vertonen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

6 categorieën van het RIASEC-model

A
  1. Realistisch: fysiek, praktisch. bv elektricien
  2. Investigative: intellectueel, analystisch. bv: Leraar
  3. Artistiek: creatief, expressief. bv Fictieschrijver
  4. Sociaal: behulpzaam, zorgend. bv: zuster
  5. Enterpricing: assertief, ambiteus. bv: handelaar
  6. Conventioneel: georganiseerd. bv: accountant
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Doel van onderzoek 1 (Jonason)

A

Onderzoek naar de soorten banen die aantrekkelijk zijn voor mensen die hoog scoren op de dark triad.

17
Q

Resultaten onderzoek 1 (Jonason)

A
  • Mannen scoren hoger dan vrouwen op alle kenmerken van de dark triad
  • Mannen scoren hoger dan vrouwen op realistische banen
  • Narcisme is positief gecorreleerd met interesse in artistieke, ondernemende en sociale banen. Ook geassocieerd met een desinteresse in conventionele banen
  • Machiavellianisme was negatief geassocieerd met interesse in sociale banen en juist niet gecorreleerd met interessen in ondernemende banen
  • Psychopathie was positief gecorreleerd met interesse in realistische banen
18
Q

Resultaten onderzoek 2 (Jonason)

A
  • Psychopathie was gecorreleerd met hands-on, praktisch werk, terwijl narcisme gecorreleerd was met gecultiveerde en zorgende banen.
19
Q

Algemene conclusie onderzoek Jonason

A
  • Mensen die hoog scoren op psychopathie hebben een voorkeur voor banen waarbij ze niet veel interactie hoeven te hebben met anderen en weinig toezicht hebben.
  • Mensen die hoog scoren op narcisme kiezen banen die sociale goedkeuring en bewondering vergemakkleijken
  • Mensen die machiavellistisch zijn vermijden banen die NIET leiden tot status
20
Q

Limitaties onderzoek Jonason

A
  • Kortere metingen konden de lagere-order factoren van narcisme en psychopathie niet onderzocht worden
    -Vooral zelfrapportages gebruikt
  • Alleen gefocust op persoon zelf en niet op de situatie
21
Q

Wat houdt het precies in dat er een algemene factor van persoonlijkheid is? (co vraag)

A

De GFP weerspiegelt sociaal wenselijke gedragingen en het kan relationele banden voorspellen met collega’s. De GFP is dus toepasbaar bij personeelsselectie. Bovendien zorgt GFP voor goede scores van leidinggevenden op basis van prestatie

22
Q

Wat betekent dat onderscheid tussen brede VS nauwere factoren en hoe is het relevant tot baanprestatie? (co vraag)

A

Er wordt gekeken of baanprestatie beter voorspeld kan worden door te kijken naar specifieke of bredere persoonlijkheidsfactoren. De conclusie is dat het allebei effectief kan zijn en dan het afhangt van de soort baan of soort prestatie dat voorspeld moet worden.