Lecture 1 Flashcards
1
Q
Objectieve definitie van prestatie en succes
A
- Succes is hoe de maatschappij succes evalueert
- Observeerbare carriereprestaties, zoals het winnen van een nobelprijs
- Objectief gemeten
-BV: salaris, promotie, macht, status
2
Q
Subjectieve definitie van prestatie en succes
A
- Succes is hoe een individu succes evalueert
- Persoonlijke normen van prestatie
- subjectief gemeten
- BV: persoonlijke groei, voldoening
3
Q
‘Persoonlijkheidstesten voorspellen baanprestatie net zo goed als intelligentietesten’
A
- Onjuist –> intelligentietesten voorspellen baanprestatie beter
- Conscientiousness is de beste voorspeller van academische- en baanprestatie
- Correlatie tussen intelligentie en een complexe baanprestatie is 0.58 en de correlatie tussen intelligentie en een simpele baanprestatie is 0.23
4
Q
Halo-effect
A
Het idee dat wanneer iemand één positieve eigenschap heeft, dat er wordt verwacht dat hij/zij ook andere positieve eigenschappen heeft.
5
Q
Hoorn-effect
A
Tegenovergestelde van Halo-effect, dan met negatieve eigenschappen