ZO week 13 Flashcards

1
Q

welke veranderingen in de bevolkingsomvang en bevolkingssamenstelling naar leeftijd tot 2050 gaan plaatsvinden?

A

in 2050 is het aantal hoog bejaarden verdubbelt en aantal 65 plussers is toegenomen maar niet verdubbelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waar spelen de effect van verandering in bevolkingsomvang en samenstelling naar leeftijd een rol op?

A
  • volksgezondheid: incidentie en prevalentie van specifieke ziekte
  • gezondheidszorg: zorggebruik en kosten van die ziektes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn de effecten op volksgezondheid?

A

longkanker ga je snel aan dood en die wordt dan ook niet hoog prevalent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn de effecten op gezondheidszorg?

A

als ziektes lang aanhouden dan levert dit hogere kosten op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe kunnen de effecten op de volksgezondheid en zorg variëren o.i.v. mogelijke trends in leefwijzen?

A

roken blijft een probleem dat een hoger risico met zich meebrengt en dus voor stijging van ziektes zorgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is ontgroening?

A

toename van het aantal jongeren 0-19 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is een type A bijwerking?

A

bijwerking die min of meer te voorspellen is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is een type B bijwerking?

A

bijwerking die min of meer onvoorspelbaar is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is teratogenese?

A

de eigenschap van een stof of een ziekte om bij de foetus afwijkingen te veroorzaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is idiosyncrasie?

A

Idiosyncrasie is een abnormale reactie op een geneesmiddel met een genetische achtergrond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wanneer spreek je van een farmaco dynamiek?

A

interacties gebaseerd op bij effecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is een farmacokinetische reactie?

A

tijdens metabolisme, absorptie of uitscheiding een invloed hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly