toets 2 bronnenonderzoek Flashcards

1
Q

wat zijn historische bronnen

A

historische bronnen zijn voorwerpen uit het verleden en getuigenissen uit het verleden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zij historische werken

A

historische werken zijn het resultaat van een wetenschappelijk onderzoek dat na de feiten met behulp van bronnen en andere werken is gemaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is een primaire bron

A

is gemaakt door mensen die rechtstreeks betrokken zijn, bv ooggetuigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is een secundaire bron

A

is gemaakt door mensen die niet rechtstreeks betrokken zijn, vaak in een andere tijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is een ongeschreven bron

A

mondeling of materiële bron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

de gebeurtenis die iets tot gevolg heeft. geef de betekenis

A

aanleiding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

de reden waarom iets gebeurt. geef de betekenis

A

oorzaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

het effect van iets. geef de betekenis

A

gevolg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

iets wat plaatsvindt zonder bedoeling. geef de betekenis

A

toeval

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

de veranderingen gebeuren geleidelijk. geef de betekenis

A

evolutie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

de verandering gebeurt snel. geef de betekenis

A

revolutie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de dingen blijven hetzelfde. geef de betekenis

A

continuïteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

de dingen veranderen. geef de betekenis

A

verandering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

tijd=

A

periode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Ruimte=

A

continent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Situeren in referentiekader:

A

ruimte-tijd-domein

17
Q

standplaatsgebondenheid:

A

betrouwbaar?/ maker: oogetuige en tijdgenoot, functie, bedoeling… meestal vraag zoals: Is deze bron betrouwbaar? Leg je keuze uit.

18
Q

bruikbaarheid=

A

geeft de bron een antwoord op de historische vraag?

19
Q

representativiteit=

A

geeft de bron een antwoord dat algemeen geldt voor die periode?

20
Q

betrouwbaarheid=

A

geeft de bron een betrouwbaar antwoord op de historische vraag?