feodaliteit Flashcards

1
Q

leg centraliseren uit

A

eisen dat iedereen hun wetten en rechtspraak word respecteert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

leg vazalliteit uit

A

wanneer het onveilig was namen rijke grondbezitters, armere vrije mannen in krijgsdienst om hun bezittingen te beschermen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

leg feodaliteit uit

A

vazalliteit +leen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

leg leen uit

A

een domein dat de leenman/vazal krijgt van zijn leenheer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is de relatie tussen vazal en heer

A

Heer: onderhoud en bescherming van de vazal
Vazal: de heer dienen en gehoorzamen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

leg leenheer uit

A

een heer die een domein in leen geeft aan een vazal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

leg leenman uit

A

de vazal die een domein in leen krijgt van de leenheer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

leg leenhulde uit

A

De plechtigheid tijdens de welke de leenheer een leen geeft aan leenman

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

leg vazal uit

A

dient en gehoorzaamt de heer in ruil voor onderhoud en bescherming van de heer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

verschillende soorten lenen:

A

ambtleen, geldleen, grondleen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

leg kroondomein uit

A

het domein van de koning dat de koning nog zelf bestuurt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly