Core 2 - Dutch Vocabulary with Example Phrases Flashcards
This deck contains words and phrases for beginners. Only memorise the word. The example phrases are there for context. I do recommend reading the phrases out loud as you study
in spite of
Conjunction
The second goal remained out despite a handful of chances.
ondanks - Het tweede doelpunt bleef ondanks een handvol kansen uit.
rather - I would rather go with him myself.
liever - Ik zou liever zelf met hem meegaan.
twenty - Its a twenty minute bike ride to your house.
twintig - Het is twintig minuten fietsen naar jouw huis.
neighbourhood - There are many young people living in our neighborhood.
buurt - Er wonen veel jonge mensen in onze buurt.
victim - The victim received a nice bunch of flowers as compensation.
slachtoffer - Het slachtoffer kreeg als compensatie een mooie bos bloemen.
reaction - She received nice responses to her article.
reactie - Zij kreeg leuke reacties op haarartikel.
to look at - Hes going to see if they can go to the movies with him tomorrow.
bekijken - Hij gaat bekijken of ze morgen mee naar de film kunnen.
contact - Anyone who recognizes his bicycle can contact the police.
contact - Wie zijn fiets herkent kan contact opnemen met de politie.
television - He turned on the television to watch the news.
televisie - Hij zette de televisie aan om naar het nieuws te kijken.
opposite; against - They were facing each other screaming.
tegenover - Ze stonden tegenover elkaar te schreeuwen.
map - The new road was not yet on the map.
kaart - De nieuwe weg stond nog niet op de kaart.
provisional - It is a preliminary solution that they will look at later.
voorlopig - Het is een voorlopige oplossing waar ze later nog naar gaan kijken.
evening - The evening falls and the sun sets in voile splendor
avond - De avond valt en de zon gaat in voile pracht onder
foot - Her feet were swollen from the long walk.
voet - Haar voeten waren opgezwollen door de lange wandeling.
bill - He asked for the bill for the drink.take into account: You do have to take into account his limitations.
rekening - Hij vroeg de rekening van het drankje.rekening houden met: Je moet wel rekening houden met zijn beperkingen.
to break - The stems of this plant break easily.
breken - De stengels van deze plant breken gemakkelijk.
century - Surely in the last century life was more peaceful.
eeuw - In de vorige eeuw was het leven toch wat rustiger.
to concern - It concerns a woman who forgot her key.regarding: My mother is not easy when it comes to going out.
betreffen - Het betreft een vrouw die haar sleutel vergeten is.wat betreft: Mijn moeder is niet gemakkelijk wat betreft uitgaan.
a) head b) cup - a) With a tip of his shirt he dried his sweating head.b) To calm myself I made a cup of coffee at home.
kop - a) Met een punt van zijn overhemd droogde hij zijn zwetende kop.b) Om mijzelf te kalmeren zette ik thuis een kop koffie.
closed - No one was home so they found themselves in front of a closed door.
dicht - Er was niemand thuis zodat ze voor een dichte deur stonden.
immediate - The guide searched the immediate area with the lantern.(adv) He wanted to drive his new car immediately.
direct - De gids zocht met de lantaarn de directe omgeving af.(adv) Hij wilde direct met zijn nieuwe auto rijden.
busy - Along the hotel ran a busy traffic road.
druk - Langs het hotel liep een drukke verkeersweg.
to report - This company reported Monday that profits are down.
melden - Dit bedrijf meldde maandag dat de winst daalt.
thereof; from that - It was cold but thanks to his coat it didnt bother him much.
daarvan - Het was koud maar dankzij zijn jas had hij daarvan weinig last.
meanwhile - She is now twenty years old and still swimming.
inmiddels - Inmiddels is zij twintig jaar oud en nog steeds aan het zwemmen.
to succeed - We wanted to win and we did.
lukken - Wij wilden winnen en dat lukte ook.
film - There is a big difference between the book and the movie.
film - Er is een groot verschil tussen het boek en de film.
possibility - The clubs financial capabilities were slim.
mogelijkheid - De financiële mogelijkheden van de club waren gering.
market - He went to the market and bought fruits and vegetables.
markt - Hij ging naar de markt en kocht daar groente en fruit.
public - With his clear language he closes the gap between the public and politics.
publiek - Met zijn duidelijke taal dicht hij de kloof tussen het publiek en de politiek.
information - The information on this site is accessible to everyone.For me it is the only site that gives good info.
informatie; info - De informatie op deze site is voor iedereen toegankelijk.Voor mij is het de enige site die goede info geeft.
to get - I was lost and didnt know how to get home.
geraken - Ik was verdwaald en wist niet meer thuis te geraken.
as if - She walked as if she knew I was walking behind her.
alsof - Ze liep alsof ze wist dat ik achter haar liep.
anyway - Incidentally the cause never came to light.
overigens - De oorzaak is overigens nooit aan het licht gekomen.
German - I do like that German thoroughness.
Duits - Ik houd wel van die Duitse degelijkheid.
choice - The choice of a new partner came as a surprise.
keuze - De keuze voor een nieuwe partner kwam als een verrassing.
to count - The supporters were counting on a big win.
rekenen - De supporters rekenden op een grote overwinning.
oh - Oh what a cutie said the new aunt.
oh - Oh wat een schatje zei de nieuwe tante.
happy - The happy child hopped away.
blij - Het blije kind huppelde weg.
hardly - In recent years we have hardly heard from you.
nauwelijks - De afgelopen jaren hebben we nauwelijks nog wat van je gehoord.
to record - In the studio they recorded their new CD.
opnemen - In de studio namen ze hun nieuwe cd op.
list - The mill is on the list of protected monuments.
lijst - De molen staat op de lijst van de beschermde monumenten.
white - In the pond swam two white swans.
wit - In de vijver zwommen twee witte zwanen.
official - The official opening is on Saturday September 16.
officieel - De officiële opening is op zaterdag 16 September.
deep - In some places the flood created deep pits.
diep - Op sommige plaatsen ontstonden door de overstroming diepe putten.
height - The tower has a height of thirty meters.
hoogte - De toren heeft een hoogte van dertig meter.
face - Wim held his hands in front of his face.
gezicht - Wim hield zijn handen voor zijn gezicht.
to rise - The temperature rose to twenty-six degrees.
stijgen - De temperatuur steeg tot zesentwintig graden.
conversation - The conversation turned to the vacations.
gesprek - Het gesprek ging over de vakantie.
rest - A sense of calm comes over her.
rust - Een gevoel van rust komt over haar.
to knock; to beat - She knocked softly on the door.
kloppen - Zij klopte zachtjes op de deur.
step - He walked step by step to the kitchen.
stap - Hij liep stap voor stap naar de keuken.
apparently - Apparently you guys didnt quite understand my reasoning after all.
blijkbaar - Blijkbaar hebben jullie mijn redenering toch niet helemaal begrepen.
to leave - Journalists are requested to leave the room.
verlaten - De journalisten wordt verzocht de zaal te verlaten.
experience - As a team we got a learning experience out of it.
ervaring - Als ploeg hebben we er een leerrijke ervaring aan overgehouden.
dead - A dead humpback whale has washed up on the Maasvlakte beach.
dood - Een dode bultrugwalvis is aangespoeld op het strand van de Maasvlakte.
history - The history of this city is interesting.
geschiedenis - De geschiedenis van deze stad is interessant.
namely - You have to work hard because it doesnt all happen by itself.
namelijk - Je moet hard werken het gaat namelijk niet allemaal vanzelf.
expensive - He bought an expensive book.
duur - Hij heeft een duur boek gekocht.
somewhere - So you wont see me stepping in anywhere soon.
ergens - Je zal me dus niet gauw ergens zien binnenstappen.
to prove - Camera footage proves that she did go into the bar.
bewijzen - Camerabeelden bewijzen dat zij wel in de bar geweest is.
then - We gathered at the church and then went to the exhibition.
vervolgens - We verzamelden bij de kerk en gingen vervolgens naar de tentoonstelling.
place; spot - They were looking for a place to have a drink.
plek - Ze zochten een plek om wat te drinken.
centre - We walked to the center of town.
centrum - We wandelden naar het centrum van de stad.
born - The baby was born in April.
geboren - De baby is in april geboren.
green - Now you still see oaks with green leaves.
groen - Nu zie je nog steeds eiken met groen blad.
war - The Romans fought a war with Carthage.
oorlog - De Romeinen hebben een oorlog uitgevochten met Carthago.
politics - He combined a tough job with local politics.
politiek - Hij combineerde een zware job met de lokale politiek.
meanwhile - The bartender meanwhile had come and stood at our little table.
ondertussen - De barman was ondertussen aan ons tafeltje komen staan.
space - They need their own space to make music.
ruimte - Ze hebben behoefte aan een eigen ruimte om te kunnen musiceren.
to dare - He didnt dare verte lien that he had a bad report card.
durven - Hij durfde niet te verte lien dat hij een slecht rapport had.
news - News of the fire spread quickly.
nieuws - Het nieuws over de brand verspreidde zich snel.
bond - With my mother I have an excellent relationship.
band - Met mijn moeder heb ik een prima band.
to die - My aunt passed away in her sleep last week.
overlijden - Mijn tante is vorige week in haar slaap overleden.
director - The director gave all employees the rest of the day off.
directeur - De directeur gaf alle medewerkers de rest van de dag vrij.
to shoot - He shot the ball into the goal.
schieten - Hij schoot de bal in het doel.
summer - A brilliant winter was followed by a ditto summer.
zomer - Na een schitterende winter volgde een dito zomer.
strength - He has a lot of strength in his arms for such a small boy.
kracht - Hij heeft veel kracht in zijn armen voor zon kleine jongen.
possibly; perhaps - The biggest opposition may come from the neighborhood.
wellicht - De grootste tegenstand komt wellicht uit de buurt.
to enjoy - We enjoyed the beautiful nature.
genieten - Wij genoten van de prachtige natuur.
intention - The idea is for everyone to bring something delicious.
bedoeling - Het is de bedoeling dat iedereen iets lekkers meeneemt.
to propose - I suggest we go back now.imagine: You cant imagine how happy I am that youre back.
voorstellen - Ik stel voor dat we nu teruggaan.zich voorstellen: Je kan je niet voorstellen hoe blij ik ben dat je weer terug bent.
on it - A heart with a name on it and an arrow through it.
erop - Een hart met een naam erop en een pijl erdoor.
age - At the age of eight he was already playing the violin beautifully.
leeftijd - Op achtjarige leeftijd speelde hij al prachtig viool.
to receive - The start-up entrepreneur receives financial support for three years.
ontvangen - De startende ondernemer ontvangt drie jaar lang financiële ondersteuning.
back - It is unkind to sit with your back to someone.
rug - Het is onaardig om met je rug naar iemand toe te gaan zitten.
except - Everyone was happy except Johan who was left with the mess.
behalve - Iedereen was blij behalve Johan want die bleef met de rommel zitten.
a) bank b) bench; sofa - a) The banks are raising interest rates.b) I was sitting on the couch with a nice book.
bank - a) De banken verhogen de rentetarieven.b) Ik zat op de bank met een mooi boek.
absolute - June twenty is the absolute deadline.(adv) I absolutely disagreed with her.
absoluut - Twintig juni is de absolute deadline.(adv) Ik was het absoluut niet met haar eens.
rather - Yesterday I was visiting a friend who has rather poor mobility.
nogal - Gisteren was ik op bezoek bij een vriend die nogal slecht ter been is.
tasty - He prepared a nice meal.
lekker - Hij maakte een lekkere maaltijd klaar.
nine - The ships are at sea for about nine weeks.
negen - De schepen zijn ongeveer negen weken op zee.
heart - His heart was beating so hard he felt it.
hart - Zijn hart klopte zo hard dat hij het voelde.
to ring; to call - A call is made.
bellen - Er wordt gebeld.
true - It seems like a strange story but its really true.
waar - Het lijkt een vreemd verhaal maar het is echt waar.
strange; foreign - Hes a strange boy but hes nice.
vreemd - Het is een vreemde jongen maar hij is wel aardig.
value - The value of the house has increased substantially.
waarde - De waarde van het huis is flink gestegen.
hospital - All the injured were transferred to hospitals.
ziekenhuis - Alle gewonden werden overgebracht naar ziekenhuizen.
to involve - Against my wishes I became involved in the conversation.
betrekken - Tegen mijn zin werd ik betrokken in het gesprek.
solution - There is actually no real solution to this complaint.
oplossing - Er bestaat eigenlijk geen echte oplossing voor deze klacht.
wrong - Have you been doing the wrong homework again?
verkeerd - Heb je nu alweer het verkeerde huiswerk gemaakt?
blow - That his wife died was a heavy blow for him.to work: Quickly they set to work cleaning up everything.
slag - Dat zijn vrouw overleed was voor hem een zware slag.aan de slag: Snel gingen ze aan de slag om alles op te ruimen.
message - She sent a message when she passed her degree.
bericht - Ze stuurde een bericht toen ze geslaagd was voor haar diploma.
such - I have never heard of such things before.
dergelijk - Ik heb nooit eerder van dergelijke zaken gehoord.
thousand - A permit costs up to one thousand euros annually.
duizend - Een vergunning kost jaarlijks tot duizend euro.
colleague - Work during the day afterwards chat with colleagues in the café then return home.
collega - Overdag het werk na afloop met collegas napraten in het café dan terug naar huis.
to fear - Much less was messed up by the remodel than I feared.
vrezen - Er is door de verbouwing veel minder verknoeid dan ik vreesde.
to convince - Pete tried to convince me to take a gamble too.
overtuigen - Piet probeerde me te overtuigen om ook een gokje te wagen.
difficulty - With difficulty he could still decipher the letters.
moeite - Met moeite kon hij de letters nog ontcijferen.
job - Once you graduate you need to look for a job.
baan - Als je bent afgestudeerd moet je op zoek naar een baan.
load - It was as if a heavy burden fell from my shoulders.suffer: The plant suffers little from harsh weather conditions.
last - Het was alsof een zware last van mijn schouders viel.last hebben van: De plant heeft weinig last van ruwe weersomstandigheden.
quiet - He is a quiet quiet boy.
rustig - Het is een stille rustige jongen.
text - You obviously didnt read the text.
tekst - Je hebt blijkbaar de tekst niet gelezen.
visit - Tomorrow my nicest uncle and aunt are coming to visit.
bezoek - Morgen komen mijn leukste oom en tante op bezoek.
a) hope b) pile - a) There was still hope for a good outcome.b) There was a pile of stones beside the road.
hoop - a) Er was nog hoop op een goede afloop.b) Er lag een hoop stenen naast de weg.
room - They decide to take a room in a hotel for the night.
kamer - Ze besluiten in een hotel een kamer te nemen voor de nacht.
to hit; to strike - The ball hit the target and it was 1-0.
treffen - De bal trof doel en het was 1–0.
of course; naturally - Of course in sporting terms we owe a lot to him.
uiteraard - Uiteraard hebben we in sportief opzicht veel aan hem te danken.
order - His works demonstrate a sense of order rhythm and regularity.in order: We also check that the paperwork and permit are in order.
orde - Zijn werken getuigen van een gevoel voor orde ritme en regelmaat.in orde zijn: We checken ook of het papierwerk en de vergunning in orde zijn.
line - On the floor ran a black line behind which you had to wait.
lijn - Op de vloer liep een zwarte lijn waarachter je moest blijven wachten.
present - All the customers present shot up in laughter.
aanwezig - Alle aanwezige klanten schoten in de lach.
corridor - In the hallways of the school building childrens coats are hung.
gang - In de gangen van het schoolgebouw hangen de jassen van de kinderen.
to provide - The new scheme provides subsidies for the lowest incomes.
voorzien - De nieuwe regeling voorziet in subsidie voor de laagste inkomens.
everywhere - During the day we will have periods of sunshine and it will remain dry almost everywhere.
overal - In de loop van de dag krijgen we perioden met zon en het blijft vrijwel overal droog.
to turn - The car turned at the end of the street.
keren - De auto keerde aan het einde van de straat.
table - With us the dog often lies under the couch or under the table.
tafel - Bij ons ligt de hond vaak onder de bank of onder de tafel.
means - They campaigned for more work and more resources for social security.
middel - Ze voerden actie voor meer werk en meer middelen voor de sociale zekerheid.
family - The family consisted of father mother and three children.
gezin - Het gezin bestond uit vader moeder en drie kinderen.
light - She was in a bright room overlooking the garden.
licht - Ze zat in een lichte kamer met uitzicht op de tuin.
thick - His shoes sank into the thick layer of mud.
dik - Zijn schoenen zakten weg in de dikke laag modder.
daily - Daily life goes on as usual.(adv) It happens daily that he is late.
dagelijks - Het dagelijks leven gaat gewoon door.(adv) Het gebeurt dagelijks dat hij te laat komt.
opinion - I dont share her opinion about drinking alcohol.
mening - Ik deel haar mening over het drinken van alcohol niet.
finally - After a long wait an answer finally came.
eindelijk - Na lang wachten kwam eindelijk toch antwoord.
border - We have just crossed the border between the Netherlands and Belgium.
grens - Wij zijn zojuist de grens tussen Nederland en België gepasseerd.
to believe; to think - Statisticians believe that a small deviation is not exceptional.
menen - Statistici menen dat een kleine afwijking niet uitzonderlijk is.
decision - Everyone is against the judges decision.
beslissing - Iedereen is tegen de beslissing van de rechter.
each time - The duration of the rental agreement is one year each time.
telkens - De tijdsduur van de huurovereenkomst is telkens één jaar.
to discover - I discovered that I still had ten euros in my wallet.
ontdekken - Ik ontdekte dat ik nog tien euro in mijn portemonnee had.
to throw - They were allowed to throw as much confetti as they wanted.
gooien - Ze mochten zoveel confetti gooien als ze wilden.
something - It was unimaginable that father would do such a thing.
zoiets - Het was onvoorstelbaar dat vader zoiets deed.
law - Thats just what the law says.
wet - Dat staat nu eenmaal in de wet.
to drink - The children drink lemonade.
drinken - De kinderen drinken limonade.
building - The building accommodates three businesses.
gebouw - Het gebouw biedt ruimte aan drie bedrijven.
to listen - His father listened amusedly.
luisteren - Zijn vader luisterde geamuseerd.
task - The candidates had to perform various tasks.
opdracht - De kandidaten moesten verschillende opdrachten uitvoeren.
twelve - The backyard was six by twelve feet.
twaalf - De achtertuin was zes bij twaalf meter.
silent - The phone rang in the quiet house.
stil - De telefoon rinkelde in het stille huis.
past - The museum provides a glimpse into the clubs past.
verleden - Het museum geeft een kijkje in het verleden van de club.
how many; how much - This tells you exactly how many calories you can have per day.
hoeveel - Hier staat precies hoeveel calorieën je per dag mag hebben.
sufficient - Further on there is ample parking.
voldoende - Verderop is er voldoende parkeerruimte.
to threaten - Management threatened to lay off 75 employees.
dreigen - De directie dreigde met het ontslag van 75 werknemers.
game - If the mahjong is in order then the game is finished and the points are counted.
spel - Is de mahjong in orde dan is het spel klaar en worden de punten geteld.
a) just b) once - a) It is just part of life that people get sick or die.b) The club managed to win only once.
eenmaal - a) Het hoort nu eenmaal bij het leven dat mensen ziek worden of dood gaan.b) De club wist slechts eenmaal te winnen.
way - It was a way of talking that I liked.
wijze - Het was een wijze van praten die me wel beviel.
a) care b) worry - a) Patients are in the hospital longer or need extra care at home.b) Those men really do have other concerns on their minds.
zorg - a) Patiënten liggen langer in het ziekenhuis of hebben thuis extra zorg nodig.b) Die mannen hebben echt wel andere zorgen aan hun hoofd.
loose - He tripped over his loose laces.
los - Hij struikelde over zijn losse veters.
satisfied - What a wonderfully calm and contented little boy.
tevreden - Wat een heerlijk rustig en tevreden jongetje.
letter - She sent a long letter every week.
brief - Ze stuurde elke week een lange brief.
to die - My grandmother died at the age of 96.
sterven - Mijn oma is op 96-jarige leeftijd gestorven.
leg - She was tired and her legs felt heavy.
been - Ze was moe en haar benen voelden zwaar aan.
environment; surroundings - There was no one left in the area.
omgeving - Er was in de omgeving niemand meer te zien.
brother - She went to the fair with her brother.
broer - Ze ging met haar broer naar de kermis.
therein - She received a box containing a necklace.
daarin - Zij kreeg een doosje met daarin een ketting.
immediate - The footballer is ending his career with immediate effect.(adv) We went to pick up the horse immediately.
onmiddellijk - De voetballer beëindigt met onmiddellijke ingang zijn carrière.(adv) We zijn het paard onmiddellijk gaan ophalen.
impression - His life story made a big impression.
indruk - Zijn levensverhaal maakte veel indruk.
to investigate - All tickets must be examined for fingerprints.
onderzoeken - Alle kaartjes moeten op vingerafdrukken onderzocht worden.
to consider - I consider everything I get to be a nice bonus.
beschouwen - Ik beschouw alles wat ik krijg als mooi meegenomen.
later - Will you stop by later?
straks - Kom je straks nog even langs?
language - The language of love is universal.
taal - De taal van de liefde is universeel.
shop - The store was full of customers.
winkel - De winkel stond vol klanten.
for it - The subsequent publicity caused these rules to be changed.
ervoor - De daarop volgende publiciteit zorgde ervoor dat deze regels werden veranderd.
wide - Television images showed a 30-meter-wide crater.
breed - Televisiebeelden toonden een 30 meter brede krater.
rule - Government is bound by rules.
regel - De overheid is gebonden aan regels.
air - I went outside because I needed fresh air.
lucht - Ik ging naar buiten want ik had behoefte aan frisse lucht.
help - By enlisting help you are no longer alone.
hulp - Door hulp in te schakelen sta je er niet meer alleen voor.
on it - He walked over to the cabinet and put the envelope on it.
daarop - Hij liep naar de kast en zette de envelop daarop.
hot - He sat comfortably in the warm sunshine.
warm - Hij zat lekker in het warme zonnetje.