Spoken - Dutch Vocabulary with Example Phrases Flashcards
This deck contains words from spoken language, think of daily conversation and informal words. Only memorise the word. The example phrases are there for context. I do recommend reading the phrases out loud as you study
er - But uh those are chemicals.
uh - Maar uh dat zijn chemische producten.
isnt it; dont I - I have quite a big box dont I?
hè - Ik heb best een grote doos hè?
you know - Yes no thats not too bad.
hoor - Ja nee dat valt mee hoor.
oh - Ah well give it a go.
ah - Ah toe geef nou.
OK - Yes okay and until tonight.I think its OK if he comes along.
oké; OK - Ja oké en tot vanavond.Ik vind het OK als hij meekomt.
hey - Hey it cant go in that little hole.
hé - Hé die kan niet in dat kleine gaatje.
you - So you thought that was very good?Youre usually back by nine oclock anyway.
gij; ge - Dus gij vondt dat heel goed?Ge zijt meestal toch om negen uur al terug.
come on - Allee they actually thought that was pretty witty.
allee - Allee ze vonden dat eigenlijk wel geestig.
each other - We are going to try to get all together again.
mekaar - We gaan proberen weer allemaal bij mekaar te komen.
yes; indeed - Yes yes you do have a quick wit.
jawel - Jawel jawel je bent wel snel van begrip.
gosh - Gosh thats a possibility.
goh - Goh dat is een mogelijkheid.
sir - Will the dictation be difficult sir? asked Peter.
meneer - Zal het dictee moeilijk zijn meneer? vroeg Peter.
to there - Im planning to go there on Friday.
naartoe - Ik ben van plan daar vrijdag naartoe te gaan.
oh - Oh well that doesnt matter at all.
ach - Ach dat geeft toch helemaal niks.
nineteen - They were married for nineteen years in September.
negentien - Zij zijn in September negentien jaar getrouwd.
to understand - You understand exactly how to steer and how the acceleration works.
snappen - Je snapt precies hoe je moet sturen en hoe de versnelling werkt.
your - Your umbrella is still here.
jouw - Jouw paraplu ligt nog hier.
telephone - At five past eight thirty the phone rang.
telefoon - Om vijf over half negen ging de telefoon.
weather - If the weather is bad we need somewhere to take shelter.
weer - Als het slecht weer is dan moeten we ergens kunnen schuilen.
ugh - Hu. What a difficult word.
hu - Hu. Wat een moeilijk woord.
quickly - I thought Id pick up on the previous lesson anyway.
eventjes - Ik dacht toch nog eventjes in te pikken op de vorige les.
mate; you - So this really makes me laugh yall.
joh - Hier moet ik dus echt om lachen joh.
terribly - Thats heartbreaking for that child.
hartstikke - Dat is hartstikke fijn voor dat kind.
afternoon - You just sat on the couch all afternoon.
middag - Jij hebt de hele middag gewoon op de bank gezeten.
tremendous; terrible - We were horrified by jet lag.
ontzettend - Wij hadden ontzettende last van jetlag.
sorry - Then we said no sorry we dont give that.
sorry - Toen zeiden we: nee sorry we geven dat niet.
funny - She does have some funny things from time to time.
grappig - Ze heeft af en toe wel grappige dingen.
guilder - I still calculate in guilders.
gulden - Ik reken nog in guldens.
oh well - Well but its tomorrow.
awel - Awel maart is morgen hé.
madam - You have misunderstood me dear madam.
mevrouw - U hebt mij verkeerd begrepen lieve mevrouw.
twenty-five - Michael chatted for twenty-five hours on one subject.
vijfentwintig - Michael babbelde vijfentwintig uur lang over één onderwerp.
morning - I had wanted to bike this morning as the weather was beautiful.
morgen - Ik had deze morgen willen fietsen want het was een prachtig weer.
oops - Jan thinks ooh I have to congratulate her a little more.
oei - Jan denkt oei ik moet haar nog even feliciteren.
anyway - She needs to go back there anyway.
sowieso - Ze moet daar sowieso terug naartoe.
oh - Oh well well go to the restaurant or something.
och - Och we gaan eens naar het restaurant of zo.
terrible - It was a terrible match.
verschrikkelijk - Het was een verschrikkelijke wedstrijd.
two hundred - The housing association wants to offer housing to two hundred more people.
tweehonderd - De woningbouwvereniging wil nog tweehonderd mensen een woning aanbieden.
ah - Ha yes somewhere that is understandable.
ha - Ha ja ergens is dat begrijpelijk.
two thousand - The catamaran should fetch about two thousand guilders.
tweeduizend - De catamaran moet ongeveer tweeduizend gulden opbrengen.
eighty - What interests me is the eighty percent of people who have a normal income.
tachtig - Wat mij interesseert is de tachtig procent mensen die een normaal inkomen hebben.
soon; quickly - Daan quickly takes his notebook out of his bag.
gauw - Daan haalt gauw zijn schrift uit zijn tas.
this afternoon - PSV can take the national title this afternoon at home against Heerenveen.
vanmiddag - PSV kan vanmiddag thuis tegen Heerenveen de landstitel pakken.
in short; anyway - Anyway well see each other around 6:30.
enfin - Enfin we gaan mekaar in ieder geval zien rond half zeven.
to return - We can also come back another time.
terugkomen - We kunnen ook een andere keer terugkomen.
hmm - Hm thats not going to do it.
hm - Hm dat gaat niet.
stuff; things - William goes home with his father to pick up some things.
spul - William gaat met zijn vader naar huis om wat spullen op te halen.
zero - Sweden and Turkey have zero points.
nul - Zweden en Turkije hebben nul punten.
thirteen - The temperature is between thirteen and eighteen degrees.
dertien - De temperatuur ligt tussen de dertien en achttien graden.
connection - The connection is again very poor.
verbinding - De verbinding is weer heel slecht.
aha - Ahasaid Barbara. Suspiciously she looked at Sandra.
aha - Ahazei Barbara. Achterdochtig keek ze Sandra aan.
one and a half - He slept for an hour and a half this morning.
anderhalf - Hij heeft deze voormiddag anderhalf uur geslapen.
this morning - This morning she sent a message.
vanmorgen - Vanmorgen heeft ze een bericht gestuurd.
why - I dont know why?
hoezo - Dat weet ik niet hoezo?
a lot - There are a lot of adults walking around here but I dont know who all of them are.
heleboel - Er lopen hier een heleboel volwassenen rond maar ik weet niet wie het allemaal zijn.
to enter - They were already singing in full when I came in.
binnenkomen - Ze waren al volop aan het zingen toen ik binnenkwam.
to leave - I left there a few years back.
weggaan - Ik ben daar een paar jaar terug weggegaan.
before - We have to check in two hours in advance.
tevoren - We moeten twee uur van tevoren inchecken.
etc.; and so on - We fill our cart with soft drinks ten bags of bell pepper chips and so on.They regularly have an excursion (e.g. to the forest a farm a riding school etc.).
enzovoort; enz.; en zo - We vullen ons karretje met frisdrank tien zakken paprikachips enzovoort.Ze hebben geregeld een excursie (bv. naar het bos een boerderij een manege enz.).
seventy - He is one meter seventy tall.
zeventig - Hij is één meter zeventig lang.
well - Well some people see the fun in that.
tja - Tja sommige mensen zien daar de lol van in.
neat; tidy - The room was very clean very neat but austere.
net - De kamer was heel proper heel net maar sober.
frank - One euro costs forty francs thirty-three ninety-nine.
frank - Eén euro kost veertig frank drieëndertig negenennegentig.