Neurale stamcellen Flashcards

1
Q

Hoe zijn neurale stamcellen verbonden met de twee hersenhelften?

A

Neurale stamcellen zijn via axonen verbonden met beide hersenhelften.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de eigenschappen van neurale stamcellen?

A

Neurale stamcellen zijn bipolair en hebben twee uitlopers. Ze kunnen zichzelf vernieuwen en differentiëren tot neuronen, astrocyten, of oligodendrocyten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar zijn volwassen neurale stamcellen gelokaliseerd in het brein?

A

Ze zijn voornamelijk gelokaliseerd in de subventriculaire zone en in de hippocampus, specifiek in de dentate gyrus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen volwassen en embryonale neurale stamcellen?

A

ENS (embryonale neurale stamcellen) delen actief en kunnen alle celtypen in het centrale zenuwstelsel aanmaken, terwijl VNS (volwassen neurale stamcellen) minder delen en voornamelijk quiescent zijn. ENS ondergaan terminale differentiatie, terwijl VNS in een diepere staat van quiescentie zitten gedurende hun hele levensduur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welk type cellen kunnen neurale stamcellen genereren?

A

Neurale stamcellen hebben het vermogen om neuronen, astrocyten en oligodendrocyten te produceren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke gebieden in het volwassen brein bevatten beperkte aantallen stamcellen?

A

De subventriculaire zone en de hippocampus bevatten beperkte aantallen volwassen neurale stamcellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de verschillen tussen embryonale neurale stamcellen (ENS) en volwassen neurale stamcellen (VNS) in termen van hun delingsgedrag en potentie?

A

ENS delen actief en hebben een hoge potentie om alle celtypen in het centrale zenuwstelsel aan te maken, terwijl VNS minder delen en een beperktere differentiatiepotentie hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom zijn stamcellen in de dentate gyrus van de hippocampus belangrijk?

A

Stamcellen in de dentate gyrus zijn van belang voor geheugenvorming, leren en worden ook geassocieerd met depressie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de opeenvolging van gebeurtenissen vanaf de vroegste stadia van hersenontwikkeling tot latere fasen?

A

In de vroege stadia ondergaat neuro-epitheel symmetrische deling, later transformeren ze in radiale gliacellen. Na een tijd ontstaan asymmetrische celdelingen, waarbij één cel een stamcel wordt en de andere differentieert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom zijn neuronen die migreren naar de bovenste lagen van de hersenen van groot belang?

A

Deze neuronen zijn vooral cruciaal voor cognitieve functies en vormen verbindingen met de andere hersenhelft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen embryonale neurale stamcellen (ENS) en volwassen neurale stamcellen (VNS)?

A

ENS vertonen actievere deling en kunnen elk celtype van het centrale zenuwstelsel aanmaken, terwijl VNS minder delen en voornamelijk één type neuron produceren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de rol van radiale gliale cellen in de ontwikkeling van het zenuwstelsel?

A

Radiale gliale cellen hebben uitlopers die contact maken met het ventrikel en de pia, en deze structuur helpt bij het vormgeven van de hersenen door de morfologie te bepalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welk type neuronen wordt vroeg in de ontwikkeling van de hersenen aangemaakt en wat is hun belangrijkste functie?

A

Vroeg in de ontwikkeling worden deep layer neuronen aangemaakt, die later belangrijk zijn voor cognitieve functies en verbindingen maken met de andere hersenhelft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn mogelijke gevolgen als er tijdens de neuro-ontwikkeling iets misgaat in de migratie van neuronen?

A

Afhankelijk van het tijdstip van de fout kunnen verschillende aandoeningen ontstaan, zoals polymicrogyria of problemen met de verbinding tussen beide hersenhelften.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke voordelen biedt het gebruik van muismodellen voor het bestuderen van neuro-ontwikkelingsstoornissen?

A

Muismodellen bieden voordelen zoals gemakkelijke verkrijgbaarheid, de mogelijkheid om structurele afwijkingen te bestuderen, connectiviteit tussen hersendelen, de aanwezigheid van diverse celtypen en het bestuderen van gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen het menselijk en muizenbrein met betrekking tot neurale stamcellen?

A

Het menselijk brein heeft een extra soort neurale stamcellen, genaamd outer radial glial cells, die zeer proliferatief zijn en de deling van stamcellen verder laten doorgaan dan bij muizen. Hierdoor kunnen meer neuronen worden geproduceerd in het menselijk brein.

17
Q

Wat is het bijzondere kenmerk van outer radial glial cells in het menselijk brein en hoe verschillen ze van andere neurale stamcellen?

A

Outer radial glial cells zijn zeer proliferatief en kunnen verder delen dan andere neurale stamcellen, waardoor ze bijdragen aan een hogere productie van neuronen in het menselijk brein.

18
Q

Hoe verschilt de deling van stamcellen tussen menselijke en muizenhersenen in relatie tot de productie van neuronen?

A

Bij mensen gaat de deling van stamcellen verder door dan bij muizen, wat resulteert in een grotere productie van neuronen in het menselijk brein.

19
Q

Wat zijn de belangrijkste aspecten waarin brain (neural) organoids de ontwikkeling van menselijke hersenen imiteren?

A

Brain (neural) organoids bootsen de ontwikkeling van menselijke hersenen na door hun vermogen om verschillende stadia van neurale ontwikkeling en structuur na te bootsen.

20
Q

Wat zijn de uitdagingen bij het ontwikkelen van therapieën voor neuronale ontwikkelingsstoornissen?

A

De therapeutische window is vaak klein of onbekend, er is een kleine patiëntenpopulatie vanwege zeldzame aandoeningen, en genetische diversiteit bij deze stoornissen maakt het moeilijker om therapeutische behandelingen te testen.

21
Q

Waarom vormen zeldzame aandoeningen en genetische diversiteit een uitdaging bij het testen van therapeutische behandelingen voor neuronale ontwikkelingsstoornissen?

A

De zeldzaamheid van de aandoeningen betekent dat er slechts een kleine populatie beschikbaar is voor onderzoek, terwijl genetische diversiteit de effectiviteit van therapieën kan beïnvloeden en het testen ervan bemoeilijkt.