Van Aichorn tot BVOO Flashcards

1
Q

AICHHORN? (4)

A

Hier zijn vier van de belangrijkste principes van Aichhorn:
1. Begrip en empathie:
- werken met delinquente jongeren.
- emotionele en psychologische achtergrond van de jongeren te begrijpen, inclusief de traumatische ervaringen en innerlijke conflicten die tot hun delinquente gedrag hadden geleid.
- een vertrouwensband opbouwen en effectief met de jongeren werken.

2. Individualisering:
- elke jongere uniek was
- de behandeling en begeleiding moesten worden aangepast aan de specifieke behoeften en omstandigheden
- pleitte voor maatwerk in de therapie.

3. Verantwoordelijkheid en discipline:
- grenzen en structuur
- hen verantwoordelijk te houden voor hun gedrag
- hen te helpen de gevolgen van hun daden te begrijpen.

4. Psychodynamische benadering:
Hij geloofde dat onverwerkte psychische conflicten en innerlijke spanningen de oorzaak waren van delinquent gedrag en dat psychoanalytische therapie kon helpen bij het verkennen en oplossen van deze conflicten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

MAKARENKO? 4

A
  • verwaarloosde en verlaten kinderen en jongeren

1. Collectivisme:
samenwerking, wederzijdse ondersteuning en sociale interactie worden aangemoedigd.
- verantwoordelijkheid, solidariteit en sociale vaardigheden bij jongeren.

2. Arbeidseducatie:
-jongeren actief betrokken moesten worden bij praktische arbeid en dat arbeid een integraal onderdeel moest zijn van hun opvoeding.
-zoals discipline, organisatie en teamwork.

3. Positieve discipline:
- corrigeren van het gedrag van jongeren op een constructieve en respectvolle manier.
- de rol van opvoeders bij het begrijpen van de behoeften en motivaties van jongeren en het bieden van positieve begeleiding.

4. Pedagogische liefde:
- diepe liefde en zorg voor de jongeren waarmee ze werkten, moesten voelen en tonen.

De principes van Makarenko benadrukken het belang van collectivisme, arbeidseducatie, positieve discipline en pedagogische liefde als kernprincipes in de opvoeding en het onderwijs van jongeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke mensen hadden een invloed na WOII op de BVOO? (6)

A
  • Bowlby (attachmenttheorie), hechtingstheorie
  • Winnicott (transitionele object en integrerende functie van het ik), knuffelbeer
  • Anna Freud (integrerende functie van het ik), de rol van het ego
  • Bettelheim (onbewuste tendensen bewust maken via geplande en georganiseerde omgeving), gestructureerde en therapeutische omgeving
  • Redl en Wineman (egopsychologie en milieutherapie), Jacobus Kok (specifieke opvoeding),
  • Ter Horst (herstel van het gewone leven)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

BVOO: kritiek op? (7)

A

1. Schoolse overbelasting:
* te veel schoolwerk en uniforme onderwijsmethoden

2. Traditionele onderwijsmethoden:
* zoals het bestraffen van leerlingen met ezelsoren of slaan op de vingers

3. Traditionele schoolse disciplines:
* traditionele schoolvakken en disciplines te beperkend waren en niet voldeden aan de bredere educatieve behoeften van leerlingen.

4. Ethische postulaten:
* slaafs volgen van ethische regels en normen in plaats van het bevorderen van kritisch denken en morele ontwikkeling.

5. Wereldvreemdheid:

6. Individualisme:
* op basis van wie de beste was,
* bevorderen van individualisme -
* rangorde in plaats van samenwerking en sociale vaardigheden.

7. Morele vorming:
* van buitenaf aanleren van normen en waarden, zoals via catechismus,
* oppervlakkig en onvoldoende om echte morele ontwikkeling bij leerlingen te bevorderen.

Deze kritieken leidden tot hervormingen en vernieuwingen in het onderwijs, waarbij nieuwe pedagogische benaderingen werden ontwikkeld om beter aan te sluiten bij de behoeften van leerlingen en hun bredere ontwikkeling te bevorderen. Deze vernieuwingen omvatten onder andere progressieve onderwijsbenaderingen en methoden die meer nadruk legden op actief leren, samenwerking en de ontwikkeling van kritisch denken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

BVOO principes (7)

A

Functionele pedagogie:
- praktische vaardigheden en kennis die relevant zijn voor het dagelijks leven en de toekomstige carrière van de leerlingen.

Pedagogie van de activiteit:
- actief betrokken zijn bij het leerproces.

Pedagogie van de interesse:
- lesmateriaal dat aansluit bij hun persoonlijke interesses en motivaties.

Sociale en morele vorming:
- aanleren van normen, waarden, ethiek en verantwoordelijk gedrag naast academische kennis.

Land: kennis

erziehung: nadruk op vorming van alle aspecten

heim: leefschool volgens familiaal idee (‘De Nieuwe School’)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Functionele pedagogie?

A
  • Kindergericht:
  • individuele behoeften, interesses en capaciteiten van elk kind en past het onderwijs dienovereenkomstig aan.
  • Voorbereiding op de praktische wereld:
  • Actieve school:
  • Aanpassing aan individuele behoeften:
  • Interdisciplinair leren (verschillende vakgebieden combineren)

Kortom, de functionele pedagogie benadrukt het belang van flexibiliteit, individualisering en praktische relevantie in het onderwijs. Het doel is om leerlingen voor te bereiden op het dagelijks leven door hun leerervaringen te baseren op hun eigen behoeften en interesses, en door hen actief deel te laten nemen aan hun eigen leerproces.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Pedagogie van de activiteit? 3

A
  • Motorische activiteit
  • Verbale activitet
  • Mentale activiteit
    Het kind en zijn werkelijke interesses staan centraal in het proces van opvoeding en onderwijs.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Geef werkwijzen voor sociale en morele vorming.

A
  • kringgesprekken
  • open confrontaties
  • samen zoeken naar actieve oplossingen en mogelijkheden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly