hoofdstuk 8: pedofilie, pedoseksualiteit en andere parafilieën Flashcards

1
Q

Wat wordt bedoeld met de term “parafilie” volgens de DSM-5?

A

Van de norm afwijkende, intense en aanhoudende seksuele opwinding gedurende ten minste zes maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat kenmerkt voyeurisme?

A

Seksuele opwinding door het bespieden van personen zonder dat deze dit weten, in alledaagse maar ook in meer seksueel beladen situaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houdt exhibitionisme in?

A

Lust om de genitaliën te laten zien aan nietsvermoedende voorbijgangers, met de fantasie dat zij hierdoor geïmponeerd zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat wordt bedoeld met frotteurisme?

A

Seksuele prikkeling door het aanraken van iemand of zich tegen iemand aandrukken zonder toestemming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat kenmerkt seksueel-masochisme stoornis?

A

Seksuele lust verkregen uit lijden of vernedering die door iemand anders wordt toegebracht zonder toestemming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houdt seksueel-sadisme stoornis in?

A

Seksuele lust door het zien lijden van het slachtoffer door het bewust toebrengen van pijn of vernederingen zonder toestemming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat kenmerkt fetisjisme stoornis?

A

Ervaren van seksuele opwinding door een specifiek voorwerp of lichaamsdeel op het moment van seksuele prikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat houdt transvestie stoornis in?

A

Herhaaldelijk kleden in de kleding van het andere geslacht en seksueel opgewonden worden, terwijl men zich wel hetero of homoseksueel blijft ervaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom wordt aangenomen dat mannen meer vatbaar zijn voor parafiele stoornissen?

A
  • Mogelijk omdat mannen meer seksueel fantaseren en meer in beelden fantaseren dan vrouwen
  • Vrouwen zoeken meer naar pornografische verhalen
  • Mannen zijn op zoek naar seksuele prikkels waarbij psychische en fysieke opwinding aan gekoppeld zijn.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn voorbeelden van verkeringsstoornissen?

A
  • Voyeurisme
  • Exhibitionisme
  • Frotteurisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn voorbeelden van algolagnistische stoornissen?

A
  • Seksueel-masochismestoornis
  • Seksueel-sadismestoornis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat wordt verstaan onder hyperseksualiteit?

A

Seksueel gedrag dat door de persoon als niet beheersbaar wordt ervaren en klinisch significante moeilijkheden of verslechtering in het sociaal of beroepsmatig functioneren of andere belangrijke levensdomeinen veroorzaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke kenmerken kunnen geassocieerd worden met hyperseksualiteit?

A

Vaak is er sprake van comorbiditeit met ernstige psychiatrische stoornissen, persoonlijkheidsstoornissen, en middelenmisbruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn hands-off stoornissen?

A
  • Exhibitionisme stoornis
  • Voyeurisme stoornis
  • Fetisjisme stoornis
  • Transvestie stoornis
  • Scatologische stoornis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is scatologische stoornis?

A

Bestaat uit het intimiderend seksueel hijgen of obsceniteiten spuien via de telefoon, een brief of sociale media, terwijl de dader onbekend wil blijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn hands-on stoornissen?

A
  • Frotteurisme stoornis
  • Pedofiele stoornis
  • Seksueel-sadisme stoornis.
  • Seksueel-masochisme stoornis.
  • Zoöfiele stoornis
  • Coprofiele stoornis en urofiele stoornis
  • Necrofiele stoornis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is zoöfiele stoornis?

A

Via een coïtus of ander lichamelijk contact met een dier wordt bij herhaling geestreefd naar seksuele opwinding en een orgasme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is coprofiele stoornis en urofiele stoornis?

A

Seksuele opwinding door het ruiken van, tot zich nemen van en smeren met respectievelijk feces en urine

19
Q

Wat is necrofiele stoornis?

A

Seksueel geprikkeld raken en seksueel contact hebben met dode of bewusteloze personen of lichaamsdelen van personen

20
Q

Wat zijn niet strafbare stoornissen?

A
  • Fetisjisme stoornis
  • Transvestie stoornis
  • Seksueel-sadisme stoornis
  • Seksueel-masochisme stoornis
21
Q

Wat zijn de criteria voor het vaststellen van pedofilie volgens de DSM-5?

A
  • Intense en recidiverende seksuele opwinding
  • Met betrekking tot seksuele handelingen
  • Met prepuberaal kind (meestal tot 13 jaar)
  • Gedurende minstens zes maanden
  • Betrokkene is minimaal 16 jaar oud
  • Minstens vijf jaar ouder
  • Ontbreken van secundaire geslachtskenmerken is cruciaal
22
Q

Wat onderscheidt pedofilie van hebefilie volgens de DSM-5?

A
  • Pedofilie betreft een primaire seksuele interesse voor prepuberale kinderen
  • Hebefilie verwijst naar een primaire seksuele interesse voor kinderen in de puberleeftijd, wanneer de seksualiteit zich ontwikkelt maar nog niet voltooid is
23
Q

Wanneer wordt gesproken van een pedofiele stoornis?

A

Wanneer de persoon naar zijn verlangen heeft gehandeld, lijdensdruk ervaart of in interpersoonlijke moeilijkheden komt

24
Q

Wat kan een rol spelen bij pleger van seksueel misbruik, zowel met als zonder pedofiele voorkeur?

A
  • Zonder seksueel motief kan het te maken hebben met een kwetsbare geestesgesteldheid
  • Met seksueel motief dit kan voortkomen uit hyperseksualiteit of een pedofiele voorkeur
25
Q

Welke factoren spelen een rol bij het feitelijk plegen van seksueel misbruik?

A
  • Antisocialiteit
  • Alcohol kan ook een rol spelen
  • Situationele factoren zoals aanwezigheid van kind en ontbreken van toezicht
26
Q

Wat is grooming of inpalmen in de context van seksueel misbruik?

A
  • Interpersoonlijke proces tussen de pleger en het slachtoffer
  • Omvat stapsgewijs het contact tussen de volwassene en het kind intiemer maken, vaak beginnend met vriendschap, het speciaal laten voelen van het kind, het delen van geheimpjes, betasten en uiteindelijk seksueel handelen
27
Q

Hoe verloopt het proces van desensitisering voor misbruikvoorkomende cognities?

A
  • Langzaam, waarbij de persoon zoekt naar manieren om met verlangens en tegenstrijdigheden om te gaan
  • Vaak in een “veilige” omgeving met kinderen, zoals in het onderwijs of scouting
28
Q

Wat is het verschil tussen het eerste misbruik en volgende seksuele handelingen?

A

Nadat seksueel misbruik is begonnen en geëindigd, het voor de pleger makkelijker wordt om een nieuw slachtoffer te vinden, vaak door gedachten als “ik word toch niet aangehouden”

29
Q

Welke kenmerken worden vaak geassocieerd met mannen die kinderpornografisch materiaal maken, verspreiden of bezitten?

A
  • Sterk antisociale attitude
  • Gebrek aan empathie
  • Contactproblemen
  • Autistische stoornissen of obsessieve-compulsieve stoornissen
30
Q

Hoe wordt de grootste groep pedofiele mannen aan de onderkant van de piramide omschreven?

A
  • Abstinent omdat ze kindermisbruik afkeuren of schadelijk vinden
  • Ze hebben bewust gekozen voor een levenswijze zonder misbruik en richten hun leven daarop in
31
Q

Wat karakteriseert de tweede groep in de piramide?

A
  • Ook abstinent, maar loopt het risico om ooit tot handelen over te gaan
  • Ze hebben hobby’s met contact met kinderen, maar plegen geen misbruik uit angst om opgepakt te worden of omdat ze het afkeuren
  • Ze kunnen echter tot misbruik overgaan onder bepaalde (risico-)omstandigheden en zoeken soms wegen om aan hun verlangens toe te komen, zoals fantaseren of het bekijken van kinderporno
32
Q

Hoe wordt de derde groep in de piramide beschreven?

A

Overgegaan tot het plegen van seksueel kindermisbruik, maar dit is niet uitgekomen

33
Q

Wie bevindt zich aan de top van de piramide?

A

Groep van pedofiele mannen die opgepakt zijn en bekend zijn bij justitie

34
Q

Welke aanmoediging krijgen de mannen in de twee middelste gedeelten van de piramide?

A

Aangespoord om hulp te zoeken door preventieprojecten

35
Q

Wat is het doel van de behandeling in de forensische praktijk met betrekking tot pedofiele gevoelens?

A

Om op een veilige manier te leren leven met pedofiele gevoelens

36
Q

Welke drie groepen van medicijnen worden genoemd in de context van farmacologische behandeling?

A
  • Selective Serotonin Reuptake Inhibitors (SSRI’s)
  • Antiandrogenen
  • LHRH-agonisten (Lutenizing Hormone-Releasing Hormone Agonists)
37
Q

Waarvoor worden SSRI’s vaak gebruikt in de behandeling?

A
  • Voor seksualiteitsbeheersing
  • Voor het verminderen van innerlijke onrust, sombere of geagiteerde toestanden die vaak een bron lijken van hyperseksueel gedrag
38
Q

Hoe leert men adequate zelfregulatie in de context van behandeling?

A
  • Door verkeerde en falende manieren om pedoseksueel gedrag te vermijden te herkennen en te vervangen door effectieve manieren
  • Zelfregulatie bevorderd door het veranderen van cognities die handelen faciliteren
  • Cognitieve gedragstherapie heeft vaak effect in dit proces
39
Q

Wat zijn de drie elementen die vanuit criminologisch oogpunt nodig zijn om een delict te plegen?

A
  • Mogelijke pleger
  • Passend slachtoffer
  • Ontbreken van passend toezicht
40
Q

Wat wordt bedoeld met situationele preventie in het kader van delictpreventie?

A
  • Vaststellen van situaties waarin delicten waarschijnlijker zijn
  • Opstellen van gedragsprotocollen om deze situaties te voorkomen
41
Q

Wat zijn enkele aspecten van preventie gericht op potentiële daders?

A
  • Duidelijk maken van afschrikwekkende gevolgen (straffen en maatschappelijke repercussies)
  • Aanbieden van preventieprogramma’s
42
Q

Wat is het onderscheid tussen parafilie en parafiele stoornis?

A
  • Parafilie wordt gedefinieerd als een van de norm afwijkende, intense en aanhoudende seksuele opwinding gedurende ten minste zes maanden
  • Voor een parafiele stoornis geldt dat ook, maar tevens is naar de opwinding gehandeld met een niet-instemmend persoon, lijdt men onder de voorkeur, of wordt men erdoor belemmerd in het sociaal of beroepsmatig functioneren
43
Q

Wat is het verschil tussen pedofilie en pedoseksualiteit?

A
  • Pedofilie verwijst naar seksuele interesse in kinderen
  • Pedoseksualiteit heeft betrekking op het daadwerkelijk handelen naar deze interesse, zoals seksueel misbruik