HC 5 + 6: Mesoderm en Endoderm Flashcards

1
Q

oorzaak van plooivorming

A

De navelring groeit niet mee: ontstaan plooien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Intra embryonaal mesoderm (IEM)

A

Mesoderm binnen de navelring. Er is een naadloze overgang van IEM naar EEM ter hoogte van de navelring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Uitzonderingen van het mesoderm over de gehele lengte van de kiemschijf: waar zit het endoderm direct tegen het ectoderm?

A

-Oropharyngeale membraan
-Cloacale membraan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Gastrulatieproducten met tijd

A
  1. Extra-embryonaal mesoderm (EEM)
    (12-13 dagen ontwikkeling)
  2. Endoderm
    (14 dagen ontwikkeling)
  3. Intra-embryonale mesoderm (IEM)
    (14-20 dagen ontwikkeling)
  4. Het deel van de epiblast wat na de gastrulatie overblijft vormt het ectoderm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Oropharyngeale membraan

A

Ligt craniaal tov de primiteve groeve: ectoderm is in direct contact met endoderm. Vormt de toekomstige mondholte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Cloacale membraan

A

Ligt caudaal tov primitieve groeve. Direct contact ectoderm met endoderm. Geeft toekomstige anus aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Cloaca

A

Gemeenschappelijke uitkomst van urigenitale en digestieve systeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Een deel van het IEM krijgt een speciale positie, waar is dat, hoe heet dat en wat is de functie?

A

Het gaat craniaal van de oropharyngeale plaat zitten en links en rechts ervan als een hoefijzer.
> Cardiogene plaat: hier gaat het hart ontwikkelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Er lijken in het mesoderm bij 20 dagen al afgesloten delen zichtbaar uit de homogene massa, noem deze:

A

-Axiaal mesoderm: de chorda in de as
-Paraxiaal mesoderm: aan beide kanten naast de chorda
-Intermediair mesoderm: nog verder naar buiten als bolletjes
-Laterale-/zijplaatmesoderm: zijkanten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Axiaal mesoderm

A

-De chorda dorsalis: in de as
-Loopt van oropharyngeale membraan tot knop van Hensen
-Vormt een nucleus pulposus van de tussenwervelschijven bij volwassenen, enige restant wat van de chorda overblijft
-Markeert de plaats waar wervellichamen ontstaan maar dat ontstaat er niet uit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Paraxiaal mesoderm

A

-Segmentatie volgens cranio-caudale ontwikkelingsgradiënt in somieten
> somieten: primiteve segmenten met een eigen karakter a.d.h.v. de locatie > ontstaan van losse weefselblokken met geleidelijke overgang van kop naar staart.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Elke somiet valt uiteen in drie delen:

A

-Dermamyotoom
>Myotoom: tot skeletspieren
>Dermatoom: tot huid en bindweefsel (dermis gedeelte: dorsolateraal, want epidermis uit het oppervlakte ectoderm)
-Sclerotoom: tot botten en kraakbeen: axiaal skelet (wervelkolom)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Ontwikkeling van somieten met tijdsaanduiding

A

Somieten ontstaan na ongeveer 20 dgn. > tot totaal 38 met 3 tot 4 somieten per dag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Intermediair mesoderm: ontwikkeling plooi

A

-De proliferatie van het intermediair mesoderm werpt een plooi in de buikholte genaamd de plica urogenitalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

De plica urigenitalis is onder te verdelen tot:

A

-Pronefros: komt niet tot ontw.
-Mesonephros: groot deel gonade (organen die geslachtscellen vormen)
-Metanephros: tot nier: segmentatie in blaasjes (ontw tot verzamelbuisjes en nier).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waar komt het primitieve niersysteem uit de metanephros uit?

A

In de cloaca (craniale deel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Waarnaartoe migreren primordiale kiemcellen en waartoe ontwikkelen deze?

A

Naar het mesonephros deel van het intermediair mesoderm om daar te ontwikkelen in de testis of ovarium voor gametogenese.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Zijplaatmesoderm (lateraal mesoderm)

A

-Hieruit ontstaan lichaamsholten die langzaam fuseren tot een grote lichaamsholte
> 1 embryonaal coeloom tot 4 lichaamsholten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

4 lichaamsholte uit zijplaatmesoderm

A

-Pericardholte > hartholte
-Pleuraholten (2x) > longholten
-Peritoneaalholte > buikholte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Hoe verschuift de intra-embryonale coeloom door plooivorming?

A

Van lateraal naar ventraal en omsloten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Bladen bij organen

A

-visceraal blad aan de binnenkant van het coeloom tegen het orgaan aan (tegen darmwand)
-parietaal blad tegen het tegen de lichaamswand aan.

22
Q

Verbinding tussen extra embryonaal coeloom (chorionholte) en intra-embryonaal coeloom

A

Een gat wat de chorionholte met het intra-embryonale coeloom verbindt.

23
Q

Welke structuur draagt bij aan compartimentisering van lichaamsholten

A

Het septum transversum (onderdeel diafragma en deel lever), het plooit om het hart heen.

24
Q

Cranio-caudale ontwikkelingsgradiënt

A

Structuren ontwikkelen eerder in het craniale deel dan in het caudale deel

25
Q

38 somieten

A

4 occipitaal
8 cervicaal
12 thoracaal
5 lumbaal
5 sacraal
3-5 coccygeaal

26
Q

Waar begint de hematogenese en vaculogenese?

A

In de wand van de dooierzak (EEM) aan het einde van de 3e week
> later ook in EEM van de hechtsteel (voor navelstreng later) en EEM van chorion en dan pas IEM.

27
Q

Er ontstaan bij hematogenese en vasculogenese bloedeilandjes. Wat zijn deze?

A

Clusters van hemogioblasten (voorloper bloed- en bloedvatencellen)

28
Q

Ontwikkeling bloedeilandjes

A

Er ontstaat een lumen/holte in de bloedeilandjes en de hemangioblastcellen aan de binnenwand worden plat > tot endotheelcellen.
- Vorming primitieve bloedcellen die loslaten uit het endotheel
-De lumen van verschillende eilandjes fuseren.

29
Q

Wat komt eerst: hematogenese of vasculogenese?

A

Eerst vasculogenese en dan angiogenese door uitbreiding ervan (angiogenese gebeurt natuurlijk ook na embryonale fase)

30
Q

Erythropoiese

A

Rode bloedcelvorming: eerst uit de dooierzak en later door de lever en dan door het rode beenmerg.

31
Q

Welke 3 circulaties worden gediend door het embryonale hart?

A

-Embryonale circulatie: Grote aorta met zijtakken die richting het hart gaan via een vertakking
-Dooierzakcirculatie: tak naar de dooierzak
-Placentacirculatie: tak naar de placenta

32
Q

Ontstaan endoderm

A

Bij gastrulatie dringen endodermcellen zich tussen hypoblastcellen en verdringen ze deze tot buiten de navelring waar ze blijven bestaan voor epitheel van de dooierzak

33
Q

Endoderm ontwikkeling bij plooivorming

A

Voordarm - Middendarm (verlengd via dooierzaksteel naar dooierzak) - achterdarm - allantoïs - allantoïssteel

34
Q

Gevolgen endoderm van plooivorming

A

-Het platte endoderm ontwikkelt tot blinde buisachtige structuur: voordarm en achterdarm en later middendarm. De verbinding tussen de middendarm en de dooierzak vernauwt tot de dooierzaksteel.

35
Q

Hoe heten de laterale uitstulpingen van de voordarm?

A

Kieuwbogen

36
Q

1e kieuwboog

A

Tot boven- en onderkaak in het hoofd
dag 22

37
Q

2e tm 6e kieuwboog

A

5e komt niet tot ontwikkeling
zitten in de hals
dag 29

38
Q

Tussen de kieuwbogen zitten groeven: hoe heten deze aan de kant van het ectoderm en endoderm

A

na de 1ste kieuwboog komt de 1ste kieuwgroeve (ectoderm); tegenover een
kieuwgroeve ligt een kieuwzak (endoderm)

39
Q

Componenten van een kieuwboog

A

Buitenzijde: epidermaal ectoderm
Binnenzijde: endoderm
Tussenliggende weefsel: mesoderm + neurale lijst cellen

40
Q

Derivaten van de kieuwzakken (voordarm, laterale uitstulpingen)

A

-Bijschildklieren
-Buis van Eustachius
-Thymus

41
Q

Voordarm: ventrale uitstulpingen

A

-Schildklier
-Luchtwegen

42
Q

Ontstaan schildklier

A

putje wat vormt in de voordarm en dan los gaat liggen van de voordarm.

43
Q

Ontstaan luchtwegen

A

Uitstulping ventraal uit de voordarm (deel wat de esophagus wordt), van doorgang van pharynx naar larynx. Om de buisstructuur uit endoderm zit mesoderm voor spieren en bloedvaten en kraakbeenringen.

44
Q

Uitstulping respiratoir stelsel

A

Luchtwegen stulpen uit als ventrale uitstulping en zo ook de longen die via dichotome vertakkingen (tweesplitsingen) vertakken tot uiteindelijk alveoli.
.

45
Q

Relatie longontwikkeling en pleuraholten

A

> de longen stulpen uit en duwen het visceraal blad van de pleuraholten daardoor in een vorm dat het om de longen heen ligt (pleuraholten worden later gevuld met vocht en pariëtaal blad ligt aan andere kant v.d. holte tegen lichaamswand

46
Q

Ventrale en dorsale uitstulpingen van de voordarm: de rest

A

Ventraal: leverdiverticum: Hepar (lever), vesica fellea (galblaas) en ventrale pancreas
Dorsaal: dorsale pancreas.

47
Q

Alle uitstulpingen van de voordarm

A

Laterale uitstulpingen:
Kieuwzakken

Ventrale uitstulpingen:
Glandula thyroidea (schildklier)
Tractus respiratorius (longen)
Leverdiverticulum
-Hepar (lever)
-Vesica fellea (galblaas)
- Pancreas (alvleesklier)
Dorsale uitstulpingen:
Pancreas (alvleesklier)

48
Q

Middendarm ontwikkeling

A

Ontwikkelt aanvankelijk buitenboord/ extra-embryonaal: de fysiologische navelbreuk: later naar binnen trekken van de middendarm.

49
Q

Achterdarm en verder

A

Achterdarm - cloaca (vergroting) - allantoïssteel
> verloopt met een bocht: in de punt vindt je het cloacale membraan

50
Q

Urineleider komt uit in de …

A

cloaca

51
Q

Hoe heet het septum van mesoderm tussen de afzonderlijke uitmondingen van het urigenitale en spijsverteringsstelsel op de cloaca?

A

Het septum urorectale

52
Q

Hoe ontstaan de ingang en uitgang van het darmkanaal

A

Doorbreken oropharyngeale membraan en cloacale membraan
> ontstaan in- en uitgang