Kennisclips Flashcards

Techniek

1
Q

FDG is radioactief glucose. Een hydroxylgroep is hierbij vervangen door:

A

fluor18

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

FDG wordt wel opgenomen in de cellen en omgezet door hexokinase, maar niet gemetaboliseerd

A

waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

bij een mammografie worden minder röntgenstralen gebruikt

A

waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Dens borstklierweefsel kleurt wit aan en is daarom moeilijk te onderscheiden van een maligniteit

A

waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

in welke twee richtingen wordt een mammogram gemaakt?

A

craniocaudaal (je kijkt van boven)
en mediolateraal (je kijkt van mediaal)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

In een röntgenbuis lopen elektroden van een negatieve kant (kathode) naar een positieve kant (anode) waar een wolfraamtrefplaatje ligt. Door botsing met dit plaatje ontstaan röntgenstralen

A

waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

met röntgen kan je alleen statische foto’s maken

A

niet waar, kan ook dynamisch met slikken of blaaslediging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Een MRI werkt door in een magnetisch veld eerst alle waterstofatomen/protonen 1 kant op te laten wijzen, in de Z-richting/B0. Vervolgens wordt een puls toegediend. Welke 2 dingen gebeuren er dan?

A

Alle protonen klappen 90 graden op, loodrecht op de richting van het magnetisch veld. Daarnaast krijgen alle waterstofatomen de zelfde draaifrequentie als die van de puls. We noemen dat in fase draaien. Na het uitzetten van de puls klappen de protonen terug in de B0 richting en met eigen draaisnelheid, daarbij zenden ze energie uit die typerend is voor verschillende weefsels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat wordt bij een MRI gebruikt om af te kunnen beelden?

A

de relaxatietijd van protonen om terug te klappen naar de B0-richting (=T1) en hun eigen draaifrequentie te hebben (=T2) (= verschillend in weefsels)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Een MRI kent T1 en T2 gewogen. Wat betekent dit en hoe komt dit tot stand?

A

T1 = relaxatietijd tot protonen in B0-richting of Z richting
T2 = relaxatietijd tot protonen eigen draaifrequentie terug

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welk contrastmiddel kan worden gebruikt bij MRI?

A

gadolinium, die verstoort het magnetisch veld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Op een liggende X-buikoverzichtfoto kan je niet zeggen of er sprake is van een vloeistofspiegel

A

waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke camera wordt gebruikt bij een myocardperfusiescintigram?

A

gammacamera

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bij een myocardperfusiescintigram wordt een foto in 3 verschillende assen gemaakt en kijk je, net als bij een ct, van onderen naar het linkerventrikel

A

waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bij echografie is het belangrijk om te weten hoe de transducer vast is gehouden om je te kunnen oriënteren in de afbeelding. Bij een saggitale opname is de linkerkant van de afbeelding het hoofd, en de rechterkant zijn de voeten

A

waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bij een transversale echo kijk je tegen het weefsel aan en is links rechts en rechts links

A

waar

17
Q

Bij echo kan je kiezen uit lage frequenties of hoge frequenties. Welke is meer geschikt om oppervlakkig te kijken?

A

Hoge frequenties zijn voor dichtbij, daar zie je ook meer detai

18
Q

De techniek achter beeldvorming bij echo berust op terugkaatsing van geluid, afhankelijk van de akoestische impedantie van weefsels, dat wil zeggen het verschil tussen de impedanties van weefsels die naast elkaar liggen. Welke kleur krijg je als er een klein verschil is?

A

Dan krijg je een grijs beeld, echoarm, weinig reflectie en impedantie
Bij een groot verlies krijg je een echorijk beeld, veel reflectie want hoge impedantie
Bij geen verschil is het beeld zwart, echoloos

19
Q

Bij echo weet je bij een echorijk plaatje niet per se naar welk soort weefsel je kijkt, alleen dat er een groot verschil is in impedantie tussen de weefsels die eromheen liggen

A

waar: een echorijke afbeelding kan zijn tussen bot en weke delen, maar ook tussen weke delen en lucht

20
Q

Een witte structuur op een echo betekent een dense structuur, zoals bot

A

niet waar; het betekent dat er een impedantieverschil is tussen dat weefsel en omliggend weefsel eromheen

21
Q

Als een isotoop vervalt en een positief deeltje vrijkomt, noemen we dat een positron. Wat gebeurt er als een positron door het lichaam gaat en daar een elektron tegekomt met precies de goede lading?

A

Dan annihileren zij, ze versmelten als het ware en er komen twee gammastralen vrij van 511 die in tegengestelde richting weggaan. Doordat deze twee stralen precies de andere kant op gaan, kan een PET-detector bepalen waar in het lichaam dit plaatsvond

22
Q

Wat is de eenheid van aantal verval?
En van de sterkte van een magnetisch veld?

A

becquerel
tesla

23
Q

Met een gammacamera (die gebruikt wordt bij scintigram) kan je gammastraling meten die uitgezonden wordt door een farmacon.

A

waar: hij wordt dus niet gebruikt bij een pet scan!

24
Q

Bij een PET en gammacamera (nucleaire geneeskunde) zijn altijd radiofarmaca nodig

A

waar

25
Q

In welke eenheid worden de grijstinten van een CT weergegeven?

A

HU’s
Water is per definitie 0 HU
Lucht is -1000

26
Q

Welk contrastmiddel kan gebruikt worden bij CT?

A

Jodium (let op allergie: warm voelen is normaal, uitslag/jeuk/benauwdheid niet, en nierfunctie)

27
Q
A