PR 4 Flashcards

1
Q

een X-buikoverzicht is bij nierstenen niet zinvol als zij voor de eerste keer klachten hebben

A

waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

echografie berust op het zenden van ultrageluidsgolven en de reflectie opvangen door middel van een piezo elektrisch kristal. De reflectie is afhankelijk van de akoestische impedantie van weefsel. Een groot verschil leidt tot veel reflectie en een klein verschil tot weinig reflectie.

A

waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

op een echo, maakt niet uit of hij transversaal of saggitaal is genomen, is boven altijd ventraal.

A

waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

welke richting wijst P op bij een transversale en saggitale opname?

A

transversaal: rechts
saggitaal: craniaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is de echogene rand om een nier en in het midden van een nier?

A

nierkapsel en perirenale vet
en nierhilus/centraal complex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

welke kleur zijn pyelum en calyces in principe op een echo?

A

zwart/echoarm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke structuur zie je dorsaal van de op echo echoarme gevulde blaas liggen?

A

prostaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat wordt er bedoeld met een mickey mouse sign?

A

normaal nierparenchym, maar echoarm en gedilateerde pyelum en calyces (normaal echorijk), als teken van hydronefrose. Een hydronefrose ontstaat door een obstructie: steen in de ureter, carcinoom of benigne prostaathypertrofie leidend tot urethraobstructie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

als één nier hydronefrotisch is door een uretersteen, neemt de andere nier de functie over en blijft het GFR gelijk

A

waar.
obstructie van beide ureteren geeft een nierfunctiestoornis en geen diurese, pijn in beide flanken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

bij een CT-niersteen wordt geen contrastmiddel gebruikt

A

waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is een gecalcificeerd granuloom?

A

een restafwijking van een vroegere infectiehaard, geen klinische betekenis. Gecalicifeerde trombi hebben ook geen klinische betekenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

over welke structuren lopen de ureteren?

A

de m. psoas major

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoe groot mag een concrement zijn om nog uitgeplast te kunnen worden?

A

max 5 mm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

bij welk nierstelsel-probleem wordt röntgencontrastmiddel in de blaas gebracht via een katheter (en antibiotica gegeven) en vervolgens foto’s gemaakt op verschillende tijdstippen (inloopfase, gevulde blaas, mictie, postmictie)

A

MCUG
afwijkend: urine loopt naar boven naar nierbekken toe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

op welke techniek berust een renogram?

A

radioactieve vloeistof (nucleaire geneeskunde) met technetium 99m-MAG-3 dat door de proximale tubulus wordt uitgescheiden. kan je door foto zien en met grafiek. een renogram test dus de filterfunctie van de nier.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

bij een renogram wordt door middel van radioactieve stof een foto gemaakt van hoe de nieren deze stof opnemen en uitscheiden. Een overmatige ophoping van radioactiviteit in het kelkenbekkensysteem kan komen door obstructie of een fyiologisch wijd kelkenbekkensysteem. Hoe kan je hiertussen differentiëren?

A

door een opname 45 min na mictie te maken. mictie stimuleert de afvloed van urine uit de hogere urinewegen, dus een fysiologisch verwijd systeem zou leeg gelopen moeten zijn, een obstructie niet

17
Q

wat zijn drie plekken waar zich een obstructie/stenose in het niersysteem kan voordoen?

A

urethropelvische overgang (UPJ)
Vesicuo-urethrale overgang
kruising arteria illiaca en ureter

18
Q

Bij COPD verwacht je op een CT-longsetting veel lontekeningen

A

niet waar; er is sprake van emfyseem en bullaevorming: de longen zijn een groot zwart. Vooral apicaal zijn de longen aangedaan.

19
Q

een acute complicatie van emfyseem =
een chronische coplicatie =

A

pneumothorax
rechtszijdige decompensatio cordis

20
Q

naast afgeplatte diafragmakoepels en vaattekening over de longvelden is de retrosternale ruimte groter bij COPD (vergroot longvolume)

A

waar

21
Q

dubbelzijdige urinereflex bij een MCUG (röntgencontrastmiddel) wijst op infravesicale oorzaak, unilateraal wijst op supravesicaal

A

waar

22
Q

waar wijzen bilaterale, perifere dorsaal gelegen subpleurale matglasconsolidaties op een X-thorax op?

A

covid