Een introductie Flashcards

1
Q

Wat is het doel van kindertandheelkunde? (3)

A
  1. Het helpen bij de opvoeding van kinderen tot (gebits)-gezond gedrag;
  2. Het vroegtijdig herkennen van risico’s voor het ontstaan van tandheelkundige aandoeningen in een zo’n vroeg
    mogelijk stadium
  3. Het helpen voorkomen en het eventueel behandelen van die aandoeningen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De ontwikkeling van een kind bestaat uit 4 soorten ontwikkeling. Dit is wat anders dan Piaget. Benoem de 4:

A
  1. lichamelijke ontwikkeling
  2. intellectuele of cognitieve ontwikkeling
  3. psychodynamische (karakter)
    ontwikkeling
  4. sociale ontwikkeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Intellectuele ontwikkeling gaat volgende Piaget in 4 fasen. Benoem de 4 fasen inclusief de leeftijden

A
  1. sensomotorische fase (0 – 2 jaar)
  2. pre-operationele fase (2 – 7 jaar)
  3. concreet-operationele fase (7 – 12 jaar)
  4. formeel-operationele fase (> 12 jaar)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bij de psychodynamische ontwikkeling zijn er 5 fasen. Benoem deze 5 fases (en nog 3 sub-onderdelen)

A
  1. orale fase
  2. anale fase
  3. fallisch-oedipale fase
  4. latentie fase
  5. genitale fase

 id
 superego
 ego

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is en kan het kind in de Sociale ontwikkeling volgende Eriksson in het eerste en tweede jaar?

A
  1. eerste jaar: hulpeloos en afhankelijk
  2. tweede jaar: lopen en praten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is en kan het kind in de Sociale ontwikkeling volgende Eriksson als het een peuter is?

A

koppigheidsfase, magisch denken, animisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is en kan het kind in de Sociale ontwikkeling volgende Eriksson als het een kleuter is?

A

Fijne motoriek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de latentiefase?

A

Deel uit maken van een groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is adolescentie?

A

Zelf beslissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn behandelingsopties voor kinderen van 0 t/m 3 jaar?

A

afhankelijk van kind, maar heb geen verwachtingen, kleine behandelingen willen soms wel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn behandelingsopties voor kinderen van 4 t/m 6 jaar?

A

afhankelijk van kind, afleiden
helpt goed, uitgebreide behandelingen lastig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn behandelingsopties voor kinderen van 7 t/m 12 jaar?

A

behandelen lukt vaak wel, aangepaste uitleg, zelf laten meewerken en beloning zijn erg belangrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn behandelingsopties voor kinderen van 12 jaar en ouder:

A

behandel als volwassene, maar wees niet verbaasd als puber als kind van 4 reageert. NB! Negeer dit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is angst?

A

fight, fly of freeze reactie

Het moet wel reëel zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe wordt het genoemd als er angst is om 1 ding en hoe als de angst om alles is?

A

Voor 1: state anxiety
Voor alles: trait anxiety

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Er zijn 3 algemene routes waarlangs angsten zich kunnen ontwikkelen. Welke zijn dit?

A
  • directe conditionering,
  • plaatsvervangend leren (model-leren)
  • overdracht van negatieve en bedreigende informatie
17
Q

Wat is bij angst directe conditionering?

A

Eén of meer akelige tandheelkundige
ingrepen die uiterst pijnlijk waren of waarbij
de patiënt zich extreem hulpeloos en
ontredderd voelde

18
Q

Wat is model-leren bij angst en wanneer is model-leren het sterkst?

A
  1. Het zien van een situatie die bij iemand anders angst oproept kan bij een kind in een toekomstige soortgelijke situatie ook angst opwekken.

Model-leren gebeurt vooral als het gedrag wordt waargenomen van personen met wie het kind een sterke band heeft, zoals ouders

19
Q

Wat is overdracht van bedreigende en negatieve informatie bij angst?

A

Het kennisnemen van angstige gebeurtenissen en/of ervaringen van
anderen kan angst opwekken: (bijv. hoe vervelend het trekken van
een kies was)

20
Q

Wat zijn gevolgen van angst? (2)

A
  1. Gedragsproblemen
  2. Vermijding van tandheelkundige zorg
21
Q

Hoe ga je om met een angstig kind?

A
22
Q

Hoe maak je een kind behandelbaar?
Of, hoe zorg je dat een kind behandelbaar blijft?

A
23
Q

Hoe kan je het ervaren van een negatieve conditionering voorkomen (3)

A
  1. Het aantal prikkels zo laag mogelijk: immers, zonder primaire (ongeconditioneerde) prikkel ook geen geconditioneerde reflex
  2. Geen geconditioneerde prikkels in eigen gedrag of opmerkingen
  3. Kind in staat stellen onaangename behandeling te verwerken
24
Q

Welke 4 methoden van gedrag zijn er?

A
  1. operante conditionering met positieve reinforcement
  2. operante conditionering met negatieve reinforcement
  3. methoden om gedrag af te zwakken (straf, time-out)
  4. methoden om nieuw gedrag op te bouwen (model-leren, shaping, tell-show-do)
25
Q

Wat gebeurt er bij Operante conditionering met positieve reinforcement?

A
  1. Het gewenste gedrag moet kort en duidelijk
    worden omschreven (“Oké Jantje, ga eens rustig op de stoel liggen met je handen op je buik en je mond open”).
  2. Het goede gedrag moet direct worden beloond (“Goed zo Jantje, zo kan ik alle tanden en kiezen in een keer zien”).
26
Q

Wat gebeurt er bij Operante conditionering met negatieve reinforcement?

A

Bevestigt het voorafgaande gedrag omdat als resultaat van het gedrag iets vervelends ophoudt. (Bijv. Hand over mouth techniek)

27
Q

Wat wordt er gedaan bij Methoden om gedrag af te
zwakken?

A
  1. Time-out: soms helpt afleiding om het kind weer aanspreekbaar te maken.
  2. Straf: nooit een goede optie in de tandartspraktijk
28
Q

Wat gebeurt er bij Methoden om nieuw gedrag op
te bouwen: model-leren?

A

Onbewuste imitatie is een goede benadering van jonge kinderen zonder thk ervaringen (kind dus niet met angstige ouder naar de tandarts).

29
Q

Wat gebeurt er bij Methoden om nieuw gedrag op te bouwen: shaping?

A

Het te bereiken doel (een nieuw gedrag of vaardigheid: bijv. het
maken van een restauratie) wordt verdeeld in kleinere onderdelen die voor de patiënt gemakkelijk aan te leren zijn.

30
Q

Methoden om nieuw gedrag op te bouwen: TSD
Wat doe je hiermee? (3)

A
  1. begrijpelijke uitleg van de behandeling
  2. de behandeling voordoen
  3. de behandeling uitvoeren
31
Q

Wat zijn algemene tips in de kindertandheelkunde? (4)

A
  1. Neem de tijd!
  2. Wees eerlijk en betrouwbaar
  3. Vertel wat je doet, doe wat je zegt
  4. Maak achteraf goed wat tijdens de behandeling is tegengevallen. Bij elke behandeling is er wel iets goed gegaan!