1B3 Flashcards

(41 cards)

1
Q

Oorzaak Ademhalingspatroon bij longfibrose

A

Hoge elastische arbeid + normale stromingsarbeid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Risicofactoren voor lomgembolie

A

Zwangerschap, immobiliteit, kraambed, recente operatie, orale anticonceptie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarin onderscheid LMWH zich van heparine

A

LMWH remt factor Xa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke receptor is vooral ge-downreguleerd bij patienten met hartfalen?

A

B1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Voorkeur behandeling trombose been

A

DOAC

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

4 mogelijkheden voor aortaklepstenose

A
  1. Mechanoprothese
  2. Bioprothese
  3. Homograft
  4. TAVI
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Normale hartas ECG

A

-30 tot 90

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de diagnose van een ECG met zaagtand op basislijn?

A

Boezemflutter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is VO2 max?

A

De maximale hoeveelheid zuurstof die de proefpersoon per minuut kan opnemen die de maximale inspanning behaalt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Van welke 3 factoren is VO2 max afhankelijk?

A

Leeftijd, geslacht, gewicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe kan je onderscheid maken tussen hyperventilatie en longaandoening?

A

Kijken naar de bloed PCO2. Bij hyperventilatie blaas je veel CO2, bij een longaandoening neemt de paCO2 juist toe.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar wordt de PD kather ingebracht?

A

Intra-peritoneaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Op welke plaats in de nier en met welk patroon valt IgA neer?

A

Vlekkig patroon in mesangium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wanneer is het diabetes insipidus probleem centraal?

A

Bij afname ADH-productie in hypofyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wanneer is het diabetes insipidus probleem renaal?

A

ongevoeligheid voor ADH in de nieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waar zit de mutatie bij diabetes insipidus?

A

Vasopressine receptor of AQP2. X-gebonden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

TLCO

A

difussiecapaciteit

18
Q

KCO

A

Diffusiecapaciteit van t membraam zelf

19
Q

Indicatie bypass

A

3- vatlijden
Een hoofdstam leasie
Moeilijk behandel
Diabetes mellitus

20
Q

Welk hartritme stoornis is geassocieerd met delta golf?

21
Q

Hoe leidt mitralisklep insufficiëntie tot atriumfibrilleren?

A

Dilitatie linker atrium door volumeoverbelasting

22
Q

Hoe leidt mitralisklep stenose tot atriumfibrilleren?

A

Dilitatie linker atrium door druk belasting

23
Q

Welke COX wordt door asprine bij een steeds lagere dosis geremd

24
Q

Elementen trais virchow

A
  1. Hypercoagulabiliteit
  2. Stase
  3. Schade vaatwand
25
Wat zegt de dyspneu index
Hoeveel procent van de maximale venilatie is gebruikt
26
Bijwerkingen tacrolimus
Hoge bloeddruk, nier beschadeging en zenuw beschadiging
27
Bijwerkingen prednison
Oedeem, toegenomen haargroei, risico diabetes, gewichtstoename, spierzwakte, hypertensie, hoog cholesterol
28
Bijwerkingen myofenolaat mofetil
Gastro-intestinale klachten, verhoogd risico op infecties, gordelroos, blaasontsteking, griep
29
Bijwerkingen azathioprine
Leverziekte, remming beenmerg, buikklachten, diarree
30
Wat is ADPKD en hoe kan je deze ziekte krijgen
cystenieren, erfelijk
31
Hoe bereken je PAR
Proportie x (RR -1) / (proportie x (RR-1) +1)
32
Waar in de tubuluscel zitten de eiwitten die zorgen voor cystenieren
In de primaire cilium
33
Door welk mechanisme ontstaan cystenieren?
Verlies aan polariteit en secretie van electrolieten met passief watertransport naar de cyste?
34
Keelontsteking en hematurie
IgA nefropathie
35
Waar horen immuun deposities onder de podocyten bij?
Membraneuze glomerulopathie
36
Waar duiden bruine cilinders op?
Necrose
37
Waar in de nier wordt vitamine D geactiveerd
Proximale tubulus
38
Waarom leidt atriumfibrilleren tot MKI?
Volumebelasting van LA, dilatatie/dysfunctie
39
Bevindingen voor EAA
lymfocytose in de BAL bijpassend CT beeld
40
Door welke 4 factoren wordt POB veroorzaakt?
Afname coronaire flow Hypertrofie hartwand Toename wandspanning linker ventrikel Ratio duur systole/diastole neemt toe
41
Welke afwijking hoort niet bij tetralogie van fallot?
Atrium septumdefect