1C2 - W2 - HC1 Regulatie lichaamsgewicht Flashcards

1
Q

Wanneer wordt je te zwaar?

A

Als je chronisch een positieve energiebalans hebt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waardoor verandert het gewicht in de tijd bijna niet?

A
  • Hypothalamus speelt een centrale rol bij onze voedselintake en het verbruik van energie door het lichaam.
  • In de hypothalamus is een lipostat die het lichaamsgewicht op een bepaald setpoint probeert te houden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat doet je lichaam als je dreigt te zwaar te worden?

A
  • Probeert je lichaamsenergie te verhogen.
  • SH activiteit te laten stijgen.
  • Sympaticus laten stijgen.
  • Parasympaticus laten dalen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat gebeurt er bij mensen met obesitas met het setpoint van de lipostat?

A

Na verloop van tijd treedt er resetting van het setpoint van de lipostat op > setpoint wordt ingesteld op een hoger ‘normaal’ gewicht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Aan wat worden gemiddeld de calorieen verbruikt?

A

20% aan lichamelijke activiteit
10% aan thermische activiteit
70% basale stofwisseling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Op welke manieren kan je afvallen?

A

D.m.v. dieet, meer beweging, medicatie en bariatrische chirurgie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat kan medicatie voor effect hebben op gewicht?

A
  • Eetlust verlagen
  • Energieverbruik verhogen
  • Vetmetabolisme beinvloeden
  • Vetopname uit voedsel te verminderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat doet orlistat?

A

Pancreaslipase remmen waardoor je minder vet opneemt, hierdoor gaat er meer vet met de ontlasting mee verloren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer geef je bariatrische chirurgie?

A

Bij een BMI > 40, of bij BMI > 35 in combinatie met slaapapneu, diabetes en HVZ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Op welke manieren kan je bariatrische chirurgie uitvoeren?

A
  • Maag verkleinen

- Deel van de darm bypassen waardoor voedsel minder goed kan worden opgenomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn bijwerkingen van bariatrische chirurgie?

A
  • Gastritis
  • Galsteen ontwikkeling (na snel afvallen)
  • Tekort aan vitaminen en ijzer (verminderde opname)
  • Osteoporose
  • Te lage bloedsuikerspiegel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn afferente signalen die de eetlust doen verlagen/energie verbruik doen verhogen?

A
  • Glucagon, CCK, glucagon-like peptides, bombesin peptides en glucose.
  • Adrenaline, leptine, noradrenaline, dopamine, y-aminobutyric acid en serotonine.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn afferente signalen die de eetlust doen verhogen/energie verbruik doen verlagen?

A
  • Opoiden, neurotensine, GH-releasing hormoon, somatostatine.
  • Adrenaline, leptine, noradrenalnine en galanine.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn oorzaken van de obesitas epidemie?

A

Voeding, beweging, omgevingsfactoren en erfelijke aanleg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly