1C2 - W3 - HC4 Complicaties type I en II diabetes mellitus

Question 1

Wat zijn chronische complicaties van diabetes?

Answer 1

Blindheid, nierziekten, zenuwschade, amputatie, hartinfarct en beroerte.

Question 2

Wat is background retinopathie?

Answer 2

Background retinopathie: microaneurysma’s, kleine boedingen en exudates.
- Komt heel vaak voor (bijna 100%).

Question 3

Wat is proliferatieve retinopathie?

Answer 3

Proliferatieve retinopathie: vorming van nieuwe bloedvaten > snel blind (door lokaal onvoldoende O2).
- Komt minder vaak voor dan background maar kan onbehandeld nadelige effecten hebben. In de Westerse wereld de grootste oorzaak van blindheid.

Question 4

Op welke 3 manieren kan de nier beschadigd worden?

Answer 4

• Door beschadiging van de glomerulus.
• Door opstijgende bacteriële infecties nar de nieren.
• Door ischemie als gevolg van hypertrofie van de afferente en efferente arteriolen naar de nieren.

Question 5

Hoe merk je achteruitgang van de nierfunctie op?

Answer 5

Endotheelcellen zwellen op, basaalmembraan wordt verdikt en mesangium & ECM > achteruitgang nierfunctie.

Question 6

Ontstaat bij diabetes eerst retino- of nefropathie?

Answer 6

Bij diabetes ontstaat meestal eerst diabetische retinopathie voordat diabetische nefropathie ontstaat.

Question 7

Wat postuleert de vasculaire hypothese?

Answer 7

De vasculaire hypothese postuleert dat afsluiting van de vasa nervorum de oorzaak van diabetische neuropathie is.

Question 8

Wat postuleert de metabole hypothese?

Answer 8

De metabole hypothese postuleert dat het verstoorde metabolisme bij diabetes de oorzaak van neuropathie is.

Question 9

Wat is het verschil in progressie van neuropathie tussen type I en type II diabetes?

Answer 9

• Bij T1DM is er een snelle achteruitgang direct na het ontstaan van de diabetes. Na 2/3 jaar diabetes gaat de zenuwfunctie minder snel achteruit.
• Bij T2DM is vaak een verminderde werking van de zenuwen al bij diagnose aanwezig. De volgende jaren is er (onbehandeld) een constante achteruitgang van de zenuwfunctie.

Question 10

Welke neuropatien komen voor bij diabetes?

Answer 10

• Symmetrische (hoofdzakelijk) sensore polyneuropathie (distaal gelokaliseerd).
• Acute pijnlijke neuropathie.
• Mononeuropathie en mononeuritis multiplex: hersenzenuwen/geisoleerde perifere zenuwen.
• Diabetische amyotrophie.
• Autonome neuropathie.

Question 11

Wat zijn risicofactoren voor het ontstaan en progressie van diabetische complicaties bij diabeten?

Answer 11

Mannelijk geslacht, hyperglycemie, hypertensie, roken van sigaretten, microalbuminerie en lange duur van ziekte.

Question 12

Wat zijn risicofactoren voor macrovasculaire complicaties?

Answer 12

• Duur diabetes, leeftijd, systolische hypertensie.
• Hyperinsulinemie met insuline resistentie in combinatie met obesitas en metabool syndroom.
• Hyperlipidemie met name hypertriglyceridemie/laag HDL.
• Proteïnurie (incl. microalbuminurie).
• Andere bekende risico factoren voor HVZ zoals roken, LDL-cholesterol en BMI.