1C3 Flashcards

1
Q

Waar geven axonen van hypothalame neuronen vasopressine(ADH) af?

A

Hypofyseachterkwab

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat word er geproduceerd in de zona reticularis van de bijnierschors?

A

Bijnieradrogenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat wordt er geproduceerd in het bijniermerg?

A

Adrenaline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat wordt er geproduceerd in de zona glomerulosa van de bijnierschors?

A

Aldosteron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat wordt er geproduceerd in de zona fasciculata van de bijnierschors?

A

Cortisol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat gebeurt er tijdens de zwangerschap met het totaal cortisol en vrij cortisol in het maternaal bloed?

A

Totaal cortisol neemt toe
Vrij cortisol blijft gelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welk “sensitief” symptoom kan wijzen op een onderliggend syndroom van Cushing?

A

Spieratrofie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke test differentieert het beste tussen het syndroom van Cushing en het pseudoCushing syndroom?

A

Middernacht speeksel cortisol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat kan je over het plasma renine, plasma aldosteron en plasma kalium zeggen bij een patiënt met primair hyperaldosteronisme?

A

Plasma renine: Laag
Plasma aldosteron: Hoog
Plasma kalium: laag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de twee belangrijkste histologische kenmerken van hypofysetumoren?

A

Reticuline verlies en monotonie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het morfologische effect van de ziekte van Cushing op de bijnier?

A

Diffuse hyperplasie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het McCune-Albright syndroom? En wat voor mutatie vind je hier?

A

Een ziekte waarbij de GPCR signaaltransductie route verstoord is door een activerende mutatie in de alpha subunit van het Gs-eiwit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Op welke manier oefent de schildklierhormoonreceptor zijn werking uit?

A

Als monomeer, homo-dimeer en hetero-dimeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Noem vier functies van een co-activator in kernreceptoren

A

Interactie met een hormoon-gebonden receptor
Versterkt de activator functie van de receptor
Vermogen om transcriptie te activeren
Dissociatie van receptor na dissociatie van het hormoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welk beeld zie als je een scintigrafie verricht bij een thyreoiditis?

A

Geen uptake van jodium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is sarcopenie?

A

Een degeneratief proces waarbij er verlies optreed van spiermassa en kracht. Gaat gepaard met de veroudering.

17
Q

Hoeveel moeten de systolische en diastolische bloedruk dalen om te spreken van orthostatische hypotensie?

A

Daling systolische bloeddruk: > 20 mmHG
Daling diastolische bloeddruk: > 10 mmHG

18
Q

Wat is het percentage verpleeghuisbewoners dat tenminste eenmaal per jaar valt?

19
Q

Wat zijn in Nederland de twee belangrijkste financieringsbronnen van de gezondheidszorg?

A

ZVW: ZorgVerzekeringsWet
WLZ: Wet Landurige Zorg

20
Q

Wat is het netto-gevolg voor opname van farmaca uit het maagdarmkanaal bij ouderen met een kleiner darmoppervlak en een afgenomen gastro-intestinale motiliteit?

A

Er is weinig verandering

21
Q

Welke hypofyse regio afwijking heeft de grootste metabole gevolgen op langere termijn na curatie?

A

Craniopharyngeoom

22
Q

Wat zijn de drie belangrijkste factoren die direct betrokken zijn bij de regulatie van de vorming en activatie van bot afbrekende cellen?

A

RANK, RANKL en OPG

23
Q

Waar wordt het hormoon calcitonine geproduceerd?

A

In de schildklier

24
Q

Stimuleert Teriparatide (PTH) de bot aanmaak of de botafbraak?

25
Wat voor nierstenen worden er bij anatomische afwijkingen van de urinewegen gezien?
Infectiestenen
26
Welke test kan gebruikt worden om een secundaire bijnierschorsinsufficientie aan te tonen?
Een insuline tolerantietest
27
Waardoor wordt de hoeveelheid NIS in het celmembraan van thyrocyten verhoogd?
TSH