2. Verzekeren Flashcards

Domein B1 (21 cards)

1
Q

Wat wordt er met risico bij verzekeringen bedoeld?

A

Er wordt met risico de schade die kan ontstaan bedoeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef 5 voorbeelden van levensverzekeringen:

A
  • overlijdensrisicoverzekering
  • overlijdensverzekering
  • levensverzekering
  • uitvaartverzekering
  • lijfrenteverzekering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar kan een overlijdensrisicoverzekering een voorwaarde van zijn?

A

Van een hypotheek
=> zo kan de hypotheek ook bij overlijden betaald

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een lijfrenteverzekering?

A

Jaarlijks uitgekeerd bedrag aan verzekerde, al of niet levenslang
=> Voordeel: minder belasting betalen
=> Een soort pensioen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Geef 6 voorbeelden van schadeverzekeringen:

A
  • opstalverzekering
  • inboedelverzekering
  • reisverzekering
  • WA verzekering
    => Aansprakelijkheidsverzekering
  • zorgverzekering
  • autoverzekering
  • Rechtsbijstandverzekering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een opstalverzekering?

A

Een verzekering voor het huis ZELF
=> Uitkering bij schade door brand etc aan opstal (=woning)
=> Verplicht bij hypotheek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een inboedelverzekering?

A

Een verzekering voor de alles IN het huis
=> Dekt schade aan goederen in huis, bijvoorbeeld meubels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een WA verzekering?

A

Wettelijk Aansprakelijkheid verzekering
=> betaalt de schade aan een ander

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke verzekeringen zijn verplicht?

A

Zorgverzekering en Autoverzekering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke 2 autoverzekeringen zijn er?

A

WA
=> vergoedt alleen de schade aan de ander
All Risk
=> vergoedt zowel je eigen schade als die van de ander

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Het verschil tussen schadeverzekeringen en levensverzekeringen:

A

Schadeverzekeringen:
=> Hebben betrekking op een object, het inkomen, een dienst of de gezondheid van de mens.
Levensverzekeringen:
=> Hebben betrekking op het leven of de dood van de mens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Voordelen verzekeren:

A
  • Kan goedkoper zijn
  • Gemoedsrust
  • Solidariteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Nadelen verzekeren:

A
  • Premie betalen
  • Conflicten over hoogte van uitkering
  • Mogelijk onzorgvuldig gedrag
    => moreel wangedrag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat doet een levensverzekering

A

Keert een bepaald bedrag uit bij leven of overlijden van een persoon.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een overlijdensverzekering?

A

Uitkering aan nabestaanden als verzekerde overlijdt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een overlijdensrisicoverzekering?

A

Uitkering aan nabestaanden als verzekerde overlijdt, bedoeld om hypotheeklasten te beperken.

17
Q

Wat is een lijfrenteverzekering?

A

Jaarlijks uitgekeerd bedrag aan verzekerde, al of niet levenslang.
=> Voordeel: minder belasting betalen

18
Q

Wat doet een Schadeverzekering?

A

Dekt geleden schade indien deze zich voordoet.

19
Q

Wat is een reisverzekering?

A

Dekt schades opgelopen tijdens een reis

20
Q

Wat is een rechtsbijstandverzekering?

A

Dekt kosten voor juridische hulp en proceskosten

21
Q

Wat is een aansprakelijkheidsverzekering

A

Bijvoorbeeld ouders zijn aansprakelijk voor schade die hun kinderen veroorzaken
=> Verplicht bij auto