2.2 Flashcards

(6 cards)

1
Q

informatie- en communicatietechnologie (ICT)

A

alle technieken die het mogelijk maken op elektronische wijze te communiceren en informatie van het ene punt aar het andere punt te verspreiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

interactietheorie

A

theorie die ervan uitgaat dat uitwisseling van goederen, mensen of ideeën tussen gebieden alleen tot stand komt wanneer aan drie basisvoorwaarden is voldaan- complementariteit, transporteerbaarheid en geen tussenliggende mogelijkheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

mondiaal netwerk

A

wereldwijde verbinding tussen gebieden en landen op economisch, politiek en sociaal-cultureel terrein.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

transnationaal netwerk

A

verbinding tussen twee landen op economisch, politiek en sociaal-cultureel terrein.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

transporttechnologie

A

technische voorzieningen die samenhangen met het vervoer van goederen en mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

transportnetwerken

A

het geheel van transportlijnen die zijn verbonden met knooppunten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly