2.5 Flashcards

(10 cards)

1
Q

belastingtarief

A

het percentage belasting dat wordt opgelegd aan een individu, onderneming of instelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

buitenlandse investering

A

een instroom van kapitaal of investering leidend tot invloed op een bedrijf in een ander land

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Foreign Direct Investment (FDI)

A

zie buitenlandse investeringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

handelsbelemmering

A

belemmering in het internationale goederenverkeer dat niet een gevolg is van invoertarieven, maar van bv. veiligheidsvoorschriften

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

kapitaalstroom

A

geldstroom die door de globalisering zich in hoger tempo over de wereld verplaatst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

markteconomie

A

een economie stelsel waarbij het functioneren van de markt bepaald wordt door het principe van vraag en aanbod en waarbij de rol van de overheid bescheiden is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

productieketen

A

de route die een product aflegt van idee of grondstof tot dienst of eindproduct

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

ruilvoet

A

de verhouding tussen de prijs van de export en de import van een land

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

vrijhandel

A

handel waarbij zo weinig mogelijk handelsbelemeringen, zoals invoerrechten, bestaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wereldhandelsorganisatie (WTO)

A

internationale organisatie, in 1995 door de westerse landen opgericht, met als doel de bevordering van de inernationale handel, de beslechting van handelsconflicten en de opheffing van handelsbarrières; de WTO streeft naar liberalisering van de wereldmarkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly