2.4 Flashcards

(9 cards)

1
Q

economische globalisering

A

het proces waarbij de verwevenheid tussen gebieden op economisch terrein toeneemt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

global shift

A

een (mogelijke) verschuiving van het economische en politieke zwaartepunt in de wereld, bijvoorbeeld van de landen rond de Atlantische Oceaan naar gebieden rond de Stille Oceaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

multinationale onderneming (mno)

A

onderneming met vestigingen in meerdere landen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

neokolonialisme

A

uitbuiting van zelfstandig geworden vroegere koloniale gebieden door centrumlanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

nieuw industrieland

A

land in de semiperiferie die een snelle industrialisatie doormaakt en gedeeltelijk de rol van de centrumlanden overneemt, bv. China, India en Brazilië

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

offshoring

A

het verplaatsen van werkzaamheden naar een ander ((semi)perifeer) land

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

outsourcing

A

het uitbesteden van activiteiten die een bedrijf zelf eesrt ondernam, aan een ander bedrijf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Pacific Rim

A

de (opkomende) economische grootmachten aan de aziatische kant van de stille (grote) Oceaan, zoals China, Japan, ZUid0Korea of Maleisië

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

reshoring

A

het terughalen van prouctieafdelingen naar het thuisland van het bedrijf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly