2A1 week 6 HC 2 & 5 Radiotherapie Flashcards
(36 cards)
Wie zijn er nodig voor radiotherapie?
Fysicus, radiotherapeut, laborant en radiobioloog
Welke deeltjes veroorzaken ioniserende straling?
Fotonen en elektronen
Op welke manieren kun je ioniserende straling gebruiken?
- Uitwendig: opwekken met lineaire versneller
- Inwendig/brachytherapie: verval van radioactieve stoffen binnen het lichaam
- Cyclotron: protonen
Hoe werkt een lineaire versneller?
Elektronen gaan via spanningsbuis van kathode naar anode en botst daar op de trefplaat, waardoor fotonen ontstaan
Welke soorten straling zijn er?
- a: heliumkern
- b: elektronen
- y: fotonen
- Protonen/neutronen
Wat is het gevolg van foton absorptie door weefsel?
Ionisatie (verlies elektron) -> geioniseerde moleculen (radicalen) veroorzaken enkelstrengs en dubbelstrengs breuken
- Hoog energetische deeltjes hebben ook een direct effect
Hoe druk je de geabsorbeerde stralendosis uit?
In Gray
- 1 Gy = 1 J/kg
Wat is LET?
Lineair energy transfer
- Dichtheid van energie afgifte langs het spoor van een ioniserend deeltje
Welke LET hebben verschillende deeltjes?
Gamma: laag, wordt vaak gebruikt
Neutronen en protonen: hoog, effectiever
Wat is het nut van fractioneren van bestraling?
Gezond weefsel ongeveer 24 uur de tijd geven om te herstellen
- Tumorweefel herstelt langzamer
Op welke manieren kun je fractioneren?
- Hyperfractioneren: fracties kleiner dan 2 Gy
- Hypofractioneren: fracties groter dan 2 Gy
Wat bepaalt de gevoeligheid voor bestraling?
- DNA repair
- Redistributie celcyclus
- Reoxygenatie
- Repopulatie
- Radiosensitiviteit
Wat is het gevolg van de snelle groei van tumoren?
Angiogenese kan de groei niet bijhouden waardoor er hypoxie in de kern ontstaat
- Deze kern is relatief resistent tegen bestraling
Welke soorten bijwerkingen zijn er?
- Acuut: vanaf start behandeling tot 3 maanden na einde behandeling, in snel delend weefsel
- Laat: 3-6 maanden na einde behandeling, in traag delend weefsel
Wat zijn voorbeelden van acute bijwerkingen?
- Huid: roodheid, pijn, schilfering, haaruitval
- Oesophagus: passageklachten (mucocistis)
- Rectum: pijn, diarree
Wat zijn voorbeelden van late bijwerkingen?
- Hersenen: moeheid en geheugenproblemen (door fibrose en vaatschade)
- Nieren: nierfunctie verlies
- Ruggenmerg: myelopathie
- Lever
- Ooglens: staar
- Speekselklieren: droge mond
- Schildklier: hypothyreoidie
Met welke principes bepaal je de gewenste dosis bestraling?
- Tumor control probability: hoe hoger de dosis, hoe beter
- Normal tissue complication probability: hoe lager de dosis, hoe beter
Wat zijn kenmerken van een radiosensitieve tumor?
Grote therapeutische ratio
- Weinig dosis nodig voor tumorcontrole
- Weinig kans op weefselschade
-> Seminoom, M.Hodgekin
Wat zijn kenmerken van een radioresistente tumor?
Kleine therapeutische ratio
- Hoge dosis nodig voor tumorcontrole
- Grote kans op weefselschade
-> Glioblastoom, sarcoom
Hoe kun je de therapeutische breedte vergroten?
- Tumor controle: gevoeliger maken met chemoradiatie of bioradiatie
- Tissue complicatie: fractioneren, straling vermijden/bescherming
Waarvoor wordt de CT scan gebruikt bij radiotherapie?
Bepalen doelvolume (bijv met PET-CT)
- Positionering met tattoo, masker en matras
- Positie verificatie met cone beam CT
Hoe deel je het doelvolume in?
GTV: gross tumor volume
CTV: clinical target volume
PTV: planning target volume
Waardoor wordt de PTV bepaald?
- Beweging organen
- Reproduceerbaarheid van ligging
- Nauwkeurigheid instelling patiënt
Wat is een electief gebied?
Een gebied dat uit voorzorg wordt meegenomen bij de bestraling om kans op metastasering te verkleinen