2B1 HC week 3 Flashcards
(24 cards)
direct preparaat
diagnostiek direct op patiëntmateriaal, meestal m.b.v. kleuring
- voordelen: meerdere micro-org. tegelijk, snel, m.n. in steriele materialen grote toegevoegde waarde, ook niet kweekbare micro-org aantoonbaar
- nadelen: weinig sensitief, voor andere determinatie en gevoeligheidsbepaling andere techniek nodig
auramine
mycobacteriën
gramkleuring
grampositieve of gramnegatieve bacteriën
blankophor
schimmels
Ziehl Nielsen
o.a. mycobacteriën
JKJ (jodine)
parasieten in feces
kweek
micro-organismen laten vermenigvuldigen tot je ze kan zien, kan met diverse lichaamsmaterialen in diverse media
- bij geen vraagstelling -> banale kweek
electief medium
vergemakkelijke determinantie
selectief medium
remt oninteressante flora
serologie
immunologische respons van de gastheer tegen een micro-organisme kan gemeten worden
- in acute fase IgM, later ook IgG
- principe serologisch onderzoek: plaatjes zijn gecoat met antigeen, bloed van patiënt wordt op plaat gebracht, vervolgens wasstap, daarna secundair antilichaam met enzym, als secundair antilichaam bindt aan primair antilichaam wordt het enzym actief en kan het substraat gedetecteerd worden.
signalen bij DC-T interactie
- presentatie op MHC II en interactie met TCR
- CD28 (T-cel) bindt aan CD80 of CD86 (APC)
- cytokines zorgen ervoor dat de T-cel gaat differentiëren in een bepaalde richting
CTLA-4
kan net als CD28 binden aan CD80/CD86 maar heeft juist een remmende werking
histologisch beeld chronische ontsteking
- infiltratie van mononucleaire ontstekingscellen (lymfocyten, macrofagen/histiocyten)
- geen (of hooguit enkele) neutrofiele granulocyten in het infiltraat
- weefseldestructie
- bindweefselvorming met angiogenese en fibrose (collageen afzetting)
granulerende ontsteking
overgang van acute ontstekingsreactie naar herstel van weefselbeschadiging door littekenvorming
histologisch beeld granulerende ontsteking
- veel jonge bloedvaten
- fibroblastenproliferatie
- gaat in latere fasen over in celarm bindweefsel (litteken)
- kan samengaan met/grenzen aan gebieden met acute ontsteking
VEGF
door VEGF breekt het basaalmembraan open en gaat het endotheel delen en vormt zich een nieuw bloedvat. Daarnaast wordt collageen aangemaakt, dit gebeurt door een fibroblast. De fibroblast wordt gestimuleerd door verschillende cellen en cytokinen.
granulomateuze ontsteking
concept van een chronische ontsteking. Er zitten geactiveerde macrofagen in met een epitheloïd aspect. Op histologisch beeld is een granuloom zichtbaar.
granuloom bestaat meestal uit
- macrofagen: epitheloïde macrofagen, Langhanse type reuscellen, vreemdlichaans type cellen
- lymfocyten (vooral T-cellen)
- plasmacellen
- wal van fibroblasten
granulomateuze ontsteking kan ook zonder meerkernige cellen. Wat alle granulomen gemeen hebben zijn epitheloïde macrofagen en lymfocyten.
typen shock
- cardiogeen
- distributief: anafylaxie, neurogeen, septisch, toxisch
- obstructief: LE, harttamponade, spanningspneu
- hypovolemisch/hemorrhagisch: endogeen of exogeen
vocht toedienen bij shock
start 30 mL/kg
bijwerkingen aggressieve vloeistoftherapie
- intravasculair volume overbelasting -> risico op hartfalen
- longoedeem
- hersenoedeem
- gastro-intestinaal oedeem -> risico op ischemie
- massaal oedeem huid -> risico op decubitus
vullen o.b.v. welke klinische parameters
- arteriële bloeddruk
- hartfrequentie
- urineproductie
- huiddoorbloeding
- huidtemperatuur
- bewustzijn
- lactaat
Swan Ganz katheter
je stopt een katheter in de jugularis, deze loopt door tot een aftakking van de a. pulmonalis. Als je een koude bolus geeft kan je de temperatuur meten en zo kijken wat de cardiac output is.