2B1 HC week 4 Flashcards
(7 cards)
1
Q
WHO definitie diarree
A
meer dan 3 keer per dag dunne ontlasting per dag
2
Q
ziekteverwekkers van diarre bij kinderen
A
- viraal: rotavirus, norovirus, astrovirus, adenovirus
- bacterieel: campylobacter, salmonella, shigelia, yersinia, E. coli, vibiro cholerae, clostridium difficile
- parasitair: giardia lamblia, entamoea histolytica
3
Q
transmissieroute diarree
A
feco-oraal
4
Q
risicofactoren infectieuze diarree
A
- slechte hygiëne
- hoge pH van de maag/inhoud
- verminderde motiliteit van de darm
- veranderde intestinale flora
- deficiëntie van antilichamen (IgG, IgA)
- intrinsieke ziekte van darmepitheel
5
Q
inschatten mate van dehydratie
A
interesse om te drinken, gewicht, bewustzijn, vitale parameters, temperatuur (perifere) extremiteiten, diurese, traanproductie, vochtigheid slijmvliezen, huidturgor, ingevallen ogen
6
Q
inschatten dehydratiepercentage
A
(recent gewicht - huidig gewicht) / recent gewicht x 100%
7
Q
A