2B2 week 1 ZO 1 Antibiotica Flashcards

(72 cards)

1
Q

Welke aangrijpingspunten kunnen antibiotica hebben?

A
  • Celwand of celmembraan (beta-lactam)
  • Bacteriele nucleinezuur synthese
  • Foliumzuur synthese
  • Bacteriele eiwitsynsthese in ribosomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke groepen antibiotica grijpen aan op de celwand/celmembraan?

A
  • Peniciline (b-lactam)
  • Cefalosporinen (b-lactam)
  • Carbapenems (b-lactam)
  • Vancomycine
  • Fosfomycine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke groepen penicillines zijn er?

A
  • Smal spectrum: flucloxacilline
  • Breed spectrum: amoxiciliine
  • Met betalactamase remmer: amoxicilline-clavulaanzuur (augmentin)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke infecties worden behandeld met penicilline?

A
  • Huid en keelinfecties door vergroenende streptokokken
  • Anaerobe bacterien
  • Pneumokokken
  • Syfilis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Op welke manier wordt penicilline toegediend?

A

IV of oraal
Langwerkend intramusculair (syfilis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn bijwerkingen en bijzonderheden van penicilline?

A
  • Huiduitslag, nier/lever functie
  • Kruisreactie b-lactam antibiotica
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke infecties worden behandeld met flucloxacilline?

A
  • S.aureus (huid, gewricht, hartklep)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Op welke manieren kan flucloxacilline worden toegediend?

A

Oraal (op nuchtere maag) of IV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn bijwerkingen en bijzonderheden van flucloxacilline?

A
  • Nierfunctiestoornissen
  • Kruisreactie b-lactam AB, dosis aanpassen op nierfunctie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke infecties worden behandeld met amoxicilline?

A
  • Streptokokken
  • Sommige gramnegatieve staven (e.coli)
  • Infecties KNO, BLWI of OLWI
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn bijwerkingen en bijzonderheden van amoxicilline?

A
  • Huiduitslag, nier/lever functie
  • Kruisreactie b-lactam AB, dosis aanpassen op nierfunctie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke infecties worden behandeld met augmentin?

A

Bacteriën met betalactamase activiteit
- Gramnegatieve bacteriën (e.coli)
- Grampositieve bacteriën (s.aureus)
- Anaerobe bacteriën
- Infecties KNO, BWLI, OWLI, huid, buik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn bijwerkingen en bijzonderheden van augmentin?

A
  • Diarree, nier/lever functie
  • Kruisreactie b-lactam AB, dosis aanpassen op nierfunctie of leverfunctie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

+ Welke infecties worden behandeld met piperacillin-tazobactam?

A

Bacteriën met betalactamase activiteit, vaak die in het ziekenhuis zijn ontstaan
- Gramnegatieve bacteriën (e.coli)
- Grampositieve bacteriën (s.aureus)
- Anaerobe bacteriën
- Pseudomonas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

+ Hoe wordt piperacillin-tazobactam toegediend?

A

Alleen IV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

+ Wat zijn bijwerkingen en bijzonderheden van piperacillin-tazobactam?

A
  • Allergie
  • Nier/lever functie en bloedbeeld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke cefalosporines zijn er?

A
  • 1e generatie: cefazoline
  • 2e generatie: cefuroxim
  • Ceftriaxon
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

+ Welke infecties worden behandeld met cefazoline?

A
  • Gram positieve bacteriën (stafylokokken en streptokokken)
  • Als perioperatieve profylaxe (s.aureus)
  • Deels tegen gram negatieve staven zonder b-lactamase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

+ Hoe worden cefalosporines toegediend?

A

Alleen IV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

+ Wat zijn bijwerkingen en bijzonderheden van cefazoline?

A
  • Allergie
  • Dosering aanpassen aan nierfunctie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

+ Welke infecties worden behandeld met cefuroxim?

A
  • Gram positieve kokken (s.aureus)
  • Gram negatieve staven (geen pseudomonas)
  • Buikinfecties, urineweginfecties of pneumonie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

+ Wat zijn bijwerkingen en bijzonderheden van cefuroxim?

A
  • Allergie
  • Dosering aanpassen aan nierfunctie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

+ Welke infecties worden behandeld met ceftriaxon?

A
  • Pneumonie, abdominale infecties, gewrichtsinfecties, huid- en wekedelen infecties, meningitis, endocarditis
  • Syfilis of neuro-borreliosis (Lyme)
  • Gonorroe (intramusculair)
  • Grampositieve en gramnegatieve aerobe bacteriën
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

+ Wat zijn bijwerkingen en bijzonderheden van ceftriaxon?

A
  • Diarree
  • Kruisallergie b-lactam antibiotica
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
+ Welke infecties worden behandeld met meropenem?
Ernstige infecties: meningitis, pneumonie, urineweginfecties, intra-abdominale infecties door zeer resistente bacteriën - Grampositief - Gramnegatief - Anaeroob - Aeroob
26
+ Wat zijn bijwerkingen en bijzonderheden van meropenem?
- Controleren bloedbeeld en leverfunctie - Kruisallergie b-lactam antibiotica, combinatie met valproïnezuur vermijden
27
Wat is de bekendste carbapenem?
Meropenem - alleen IV
28
+ Bij welke infecties wordt vancomycine gegeven?
- Grampositief - MRSA en CNS - Enterococcen
29
+ Hoe wordt vancomycine toegediend?
- IV 1-3x daags of continu - Oraal bij colitis door clostridium difficile
30
+ Wat zijn bijwerkingen en bijzonderheden van vancomycine?
- Ototoxisch en nefrotoxisch - Red Man syndroom (histamine release)
31
+ Bij welke infecties wordt ciprofloxacin gegeven?
- Gram negatieve staven - Klein beetje grampositieve bacteriën - Atypische verwekkers longontsteking (legionella) - Prostatitis en osteomyelitis - Pseudomonas
32
+ Hoe wordt ciprofloxacin toegediend?
IV of oraal (goede weefselspiegels)
33
+ Wat zijn bijwerkingen en bijzonderheden van ciprofloxacin?
- Achillespeesruptuur, QTc verlenging - Interactie calcium, magnesium, aluminium, zink en ijzer
34
Wat is het aangrijpingspunt van b-lactam antibiotica?
Verstoring peptidoglycaanlaag in celwand
35
Wat is het aangrijpingspunt van vancomycine
Terminale D-alanyl-D-alanine uiteinde (verstoring cross linking)
36
Welke antibiotica grijpen in op de bacteriële nucleïnezuursynthese?
- Chinolonen: ciprofloxacin - Rifampicine - Metronidazol - Nitrofurantoine
37
+ Wat zijn aangrijpingspunten van ciprofloxacin, rifampicine en cotrimoxazol?
- Ciprofloxacin: DNA gyrase (inductie tweezijdige breuken) - Rifampicine: RNA polymerase - Cotrimoxazol: folaatsynthese
38
+ Welke infecties worden behandeld met rifampicine?
- Infecties van vreemd-lichaamsmateriaal (bijv stafylokokken biofilm) - Tuberculose
39
+ Wat zijn bijwerkingen en bijzonderheden van rifampicine?
- Rode verkleuring lichaamsvloeistoffen, griepachtig gevoel, hepatitis - Nooit als monotherapie (resistentie), veel interacties via Cyp450 systeem
40
Welke infecties worden behandeld met metronidazol?
- Anaerobe grampositieve of gramnegatieve bacteriën (buikinfecties) - Gardia Lambia, amoebe dysenterie - Trigomonas vaginale
41
Hoe wordt metronidazol toegediend?
Oraal voor hoge darmspiegels
42
Wat zijn bijwerkingen en bijzonderheden van metronidazol?
- Perifere polyneuropathie - Bij alcohol gebruikt ontstaan misselijkheid, braken en rood gelaat
43
+ Welke infecties worden behandeld met cotrimoxazol?
- Aerobe grampositieve kokken (stafylo en strepto) - Gramnegatieve staven - Prostatitis en osteomyelitis - Gist pneumocystis jirovecii - Cellulair gecompromitteerde patiënten
44
+ Hoe wordt cotrimoxazol toegediend?
IV of oraal (goede weefselspiegel)
45
+ Wat zijn bijwerkingen en bijzonderheden van cotrimoxazol?
- Nefrotoxisch, beenmerg suppressief, rash (allergie), hyperkaliaemie - Dosis ahv nier en leverfunctie, niet combineren met vitamine K-antagonisten
46
Welke antibiotica remmen de eiwitsynthese in de ribosomen van de 50S subunit?
- Macroliden - Clindamycine - Fusidinezuur - Chlooramfenicol
47
Welke macroliden zijn er?
Erytromycine, claritromycine en azitromycine
48
Welke infecties worden behandeld met macroliden?
- Grampositieve aerobe bacteriën - Atypische luchtwegverwekkers
49
+ Hoe wordt erytromycine toegediend?
4x per dag IV Oraal (maagontledigingsstoornis) - Korte halfwaardetijd
50
Wat zijn bijwerkingen en bijzonderheden van erytromycine en claritromycine?
- QT verlenging - Remmer en substraat CYP3a en Pgp
51
Hoe wordt claritromycine toegediend?
2x per dag, 7 dagen oraal (H. pylori) - Middellange halfwaardetijd
52
Hoe wordt azitromycine toegediend?
1x per dag, 3 dagen oraal (Chlamydia) - Zeer lange halfwaardetijd
53
Wat zij bijwerkingen en bijzonderheden van azitromycine?
- QT verlenging - Geen remmer CYP3A - Remmer en substraat Pgp - Immuunmodulerend effect
54
Welke infecties worden behandeld met clindamycine?
- Grampositief - Anaeroob - Osteomyelitis
55
Hoe wordt clindamycine toegediend?
IV of oraal (goede weefselspiegels)
56
Wat zijn bijwerkingen en bijzonderheden van clindamycine?
- Pseudomembraneuze colitis - Neuromusculair blokkerende werking
57
Welke infecties worden behandeld met fusidinezuur?
- Huid of oog infecties (zalf) - Grampositief
58
Wat zijn bijwerkingen en bijzonderheden van fusidinezuur?
- Leverenzym en nier stoornissen, rhabdomyolysis - Metabolisatie door en remming van CYP3A
59
+ Welke infecties worden behandeld met chlooramfenicol?
- Grampositief en gramnegatief (oogzalf of druppel)
60
+ Wat zijn bijwerkingen van chlooramfenicol?
Irreversibele beenmerg remming
61
Welke antibiotica remmen de eiwitsynthese in ribosomen van 30S subunit?
- Tetracyclinen: doxycycline - Aminoglycosiden: gentamicine
62
Welke infecties worden behandeld met doxycycline?
- BLWI en OLWI (ook van atypische verwekkers) - Lyme, Q-koorts, malaria, leptospirose, syfilis
63
Wat zijn bijwerkingen en bijzonderheden van doxycycline?
- Fotosensibiliteit, verkleuring tanden, hepatotoxisch - Niet bij zwangeren en kinderen, verminderde absorptie door preparaten, ionenwisselaars en pH verhogers
64
Welke infecties worden behandeld met gentamicine?
Ernstige infecties - Aeroob gramnegatief - Endocarditis met grampositieve bacteriën - UWI
65
Hoe wordt gentamicine toegediend?
IV icm b-lactam antibioticum
66
Wat zijn bijwerkingen en bijzonderheden van gentamicine?
- Nefrotoxisch, ototoxisch - Serumspiegels voor dosering, dosis ahv nierfunctie
67
Welke antibiotica worden gebruikt bij urineweginfecties?
- Ongecompliceerd: nitrofurantoïne, fosfomycine en trimethoprim - Cystitis bij mannen: nitrofurantoïne, trimethoprim
68
Hoe werken de antibiotica tegen urineweginfecties?
Via spiegel in urine - Nitrofurantoïne: < 30 ml/min - Fosfomycine: < 10 ml/min - Trimethoprim: aanpassen aan nierfunctie
69
Wat is de dosering en bijwerkingen van nitrofurantoïne?
- 5 dagen (vrouw), 7 dagen (man) - Pneumonitis, leverfalen, agranulocytose
70
+ Wat is de dosering van fosfomycine?
Eenmalig 3 gram
71
Wat is de dosering van trimethoprim?
3-5 dagen (vrouw) en 7 dagen (man)
72
Wat zijn bijwerkingen en contra-indicaties van trimethroprim?
- Hyperkaliaemie, hematologische afwijkingen (foliumzuur deficiëntie) - Foliumzuur antagonisten