3 Een afspraak in een café C&D Flashcards
(75 cards)
1
Q
Plan
A
HET plan
2
Q
10 Uhr
A
tien uur
3
Q
fünf nach 10
A
vijf over tien
4
Q
viertel nach 10
A
kwart over tien
5
Q
halb
A
half
6
Q
halb elf
A
half elf
7
Q
viertel vor 11
A
kwart voor elf
8
Q
Film
A
de film
9
Q
Geschäft
A
de winkel
10
Q
bis
A
tot
11
Q
morgens, am Morgen
A
’s ochtends
12
Q
morgens, am Morgen
A
’s morgens
13
Q
abends, am Abend
A
’s avonds
14
Q
nachts, in der Nacht
A
’s nachts
15
Q
abreisen
A
vertrekken
16
Q
setzten, stellen
A
zetten
17
Q
achten
A
letten
18
Q
Reihenfolge
A
de volgorde
19
Q
Monat
A
de maand
20
Q
1975, im Jahre 1975
A
in 1975
21
Q
unter der Woche
A
door de week
22
Q
Wochenende
A
het weekend
23
Q
ausschlafen
A
uitslappen
24
Q
geboren
A
geboren
25
essen
eten
26
man
men
27
Spalte
de kolom
28
Suppe
de soep
29
Erfrischungsgetränk
de frisdrank
30
Käse-Schinken-Toast
de tosti ham/ kaas
31
Milchkaffee
de koffie verkeerd
32
Bier
het bier, het biertje
33
strammer max (Brot, schinken, ei)
de uitsmijter
34
Pfefferminztee
de muntthee
35
minze
de munt
36
portion
de portie
37
frittierte Bällchen mit Fleischragout
de bitterbal
38
Orangensaft
HET sinaasappelsap
39
saft
HET sap
40
Orange
de sinaasappel
41
Salat, Salat als Hauptgericht
de salad, de maaltijdsalade
42
Mahlzeit
de maaltijd
43
Tagesgericht
DE daghap
44
Mineralwasser
DE spa
45
Brötchen
het broodje
46
Schokoladenmilch
de chocomel
47
Milch
de melk
48
Schlagsahne
de slagroom
49
Sahne
de room
50
Schnaps
de borrel, het borreltje
51
Pfannkuchen
de pannenkoek
52
Essen
het eten
53
Getränk
DE drank
54
warm
warm
55
kalt
koud
56
Stück
het stuk
57
Euro
de euro
58
denken
denken
59
schicken
sturen
60
abrechnen, zahlen
afrekenen
61
gesund
gezond
62
mal
maar
63
nun
nou
64
bitte sehr, gern geschehen
graag (gedaan)
65
später
later
66
Mal
DE keer
67
einen ausgeben
trakteren
68
Kellner
de ober
69
Kellnerin
de serveerster
70
Gast
de gast
71
üben
oefenen
72
Geburtsdatum
DE geboortedatum
73
@
het apenstaartje
74
singen
zingen
75
abreisen, abfahren/fliegen
vertrekken
