3 - Het Internet Flashcards

(87 cards)

1
Q

LAN 2

A

local area network, klein netwerk binnen een bedrijf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

WAN + vb 2

A

wide area network, netwerk van netwerken, bijv het internet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Netwerk 2

A

computers die met elkaar verbonden zijn, verbindingen waarover data wordt verzonden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

World Wide Web

A

één van de toepassingsmogelijkheden van het internet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Toepassingsmogelijkheden van het internet 5

A

E-mail, chatten, online gamen, telefoneren, uploaden en downloaden van bestanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarvoor werd het instituut ARPA opgericht?

A

om zich bezig te houden met de ontwikkeling van pure technologie, ontwikkelde internet door idee luchtmacht, wilde universiteiten met elkaar verbinden (krachtige computers)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat gebeurt er als er een verbinding in het internet wegvalt?

A

Dat is nauwelijks te merken, omdat er altijd een weg van A naar B is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Doel van protocollen

A

Ervoor zorgen dat er goede communicatie is tussen systemen die zijn aangesloten op het internet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

OSI-model staat voor

A

Open Systems Interconnection

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarvoor werd OSI ontwikkeld

A

om te kunnen overstappen tussen netwerkprotocollen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

OSI-model, elke laag is/heeft 4

A

heeft eigen taak, eigen plaats, is verantwoordelijk voor een deel van de activiteiten, kan enkel communiceren met de laag direct boven of onder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de lagen van het OSI-model

A

Applicatielaag, presentatielaag, sessielaag, transportlaag, netwerklaag, datalink laag, fysieke laag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de applicatielaag OSI

A

toepassingslaag, communiceert met de computerprogramma’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de presentatielaag OSI

A

ontvangende computer: maakt gegevens geschikt om door de applicatie gebruikt te worden
versturende computer: zorgt voor het vertalen/converteren van data, beveiligen van data, compressie van data

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de sessielaag OSI

A

is verantwoordelijk voor het opzetten en weer verbreken van een verbinding tussen twee applicaties, ook: verzorgt controles op communicatie proces, bijv. hoe lang gezonden moet worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de transportlaag OSI

A

bewaakt transport, dus helpt zend/ontvangstproblemen op te lossen, bijv. data inpakken in pakketten, checken of pakketten binnen zijn gekomen en in goede volgorde zetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is de netwerklaag OSI

A

voorziet pakketjes van een source adres (zender) en een destination adres (ontvanger)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is de datalink laag OSI

A

verbindingslaag, zorgt voor continue en foutloze overdracht van gegevens, bij fouten worden de pakketjes nogmaals verstuurd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is de fysieke laag OSI

A

de data wordt verzonden via kabel of draadloos

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

TCP/IP-model staat voor

A

Transmission Control Protocol/Internet Protocol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

wat voor ding is het TCP/IP-model

A

protocolstack = verzameling netwerkprotocollen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Waarop is het TCP/IP-model gebaseerd

A

de aard van de communicatie die via grootschalige internetwerken plaatsvindt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat zijn de lagen van het TCP/IP-model

A

applicatielaag, transportlaag, internetlaag en netwerklaag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is de applicatielaag TCP/IP-model

A

de applicatielaag, sessielaag en presentatielaag van het OSI-model

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat is de transportlaag TCP/IP-model 4
verzorgt het beheer van de communicatiesessies tussen de zendende en ontvangende computer, defineert het serviceniveau en de status van de verbinding, wordt gebruikt voor het overdragen van de gegevens
26
Wat is de internetlaag TCP/IP-model
het formaat van de pakketten wordt bepaald en elk pakket krijgt informatie over het bronadres en doeladres
27
Wat is de netwerklaag TCP/IP-model
datalink laag en fysieke laag OSI-model, bepaalt hoe de informatie over de pakketten wordt verdeelt en hoe het wordt getransporteerd
28
Wat is de informatie die een TCP/IP pakketje bevat
IP-adres zender, IP-adres ontvanger, bronpoort, bestemmingspoort, volgnummer, bevestigingsnummer, header, vlaggen, window grootte, controlesom, data
29
Bronpoort TCP/IP pakketje
poorten kunnen meerdere sessies apart houden
30
Waarvoor wordt het volgnummer TCP/IP pakketje gebruikt
wordt gebruikt om de verstuurde en ontvangen pakketjes op volgorde te zetten
31
Bevestigingsnummer TCP/IP pakketje
er wordt bijgehouden welk pakket als laatste is ontvangen
32
Header TCP/IP pakketje
bedoelt voor controle, kan aangeven waar data precies begint
33
Vlaggen TCP/IP pakketje
bijzondere instructies, kunnen aan of uit gezet worden, bijv. URG = urgentie
34
Window grootte TCP/IP pakketje
ontvanger kan aangeven hoeveel bytes hij kan ontvangen
35
Controlesom TCP/IP pakketje
om te controleren of de data klopt
36
Data TCP/IP pakketje
daadwerkelijke informatie
37
UDP/IP staat voor
User Datagram Protocol/Internet Protocol
38
Wat is het UDP/IP-model
TCP model, maar er wordt geen connectie vastgesteld, pakketjes worden opgestuurd, je hoopt dat het goed aankomt, onbetrouwbaarder dan TCP
39
Waarvoor wordt het UDP/IP-model gebruikt
voor een toepassing waarbij het belangrijk is dat informatie snel wordt verstuurd, bijv. telefonie, skype, online spellen
40
Wat is packet switching
de data wordt in pakketten opgesplitst en het netwerk opgestuurd
41
Wat heeft een pakket bij packet switching
een afzender adres, een bestemmingsadres en een volgorde nummer/volgnummer
42
Voordeel van packet switching
gelijkmatige belasting van alle verbindingen in het netwerk
43
Nadeel van packet switching
de pakketten komen niet in de juiste volgorde aan
44
Wat gebeurt er als de pakketten niet in de juiste volgorde aankomen TCP
gewacht tot alle pakketten binnen zijn en in de juiste volgorde geplaatst, als de pakketten te lang onderweg zijn worden ze weggegooid en opnieuw verstuurd
45
Wat gebeurt er als de pakketten niet in de juiste volgorde aankomen UDP
vertraagde pakketten worden weggegooid, verloren pakketten worden niet opnieuw verzonden
46
IP-adres
een uniek nummer, waarmee elk netwerkapparaat op het internet geïdentificeerd kan worden
47
Netwerk apparatuur
onderdelen die essentieel zijn voor het functioneren van een netwerk
48
Switch 1 taak
kan apparaten verbinden, weet welk apparaat achter welke poort zit en stuurt de gegevens alleen naar het bestemde apparaat, dus er is minder netwerkverkeer en elk station kan op maximale snelheid communiceren
49
Router 3 taken
kan twee fysiek gelijke of verschillende netwerken op elkaar aansluiten (bijv. LAN en WAN), of een groot netwerk opsplitsen in subnetwerken, dus kan de netwerkbeheerder het dataverkeer beter regelen, kan ook routering verzorgen en adresconversie uitvoeren
50
Server 2
computer of programma dat diensten verleent aan gebruikers en regelt het verkeer dat binnenkomt en naar buiten gaat
51
Voorbeelden van servers 4
fileserver: opslaglocatie bestanden, applicatieserver: draaien van applicaties, printserver: printopdrachten uitvoeren, mailserver: zorgen voor e-mail
52
Modem
apparaat waarmee informatiesignalen geschikt worden gemaakt om over een verbinding te worden getransporteerd
53
Doel modem
het omzetten van onherkenbare data, zodat het wordt herkend door de ontvangstzijde en voldoet aan de eisen van het overdrachtsmedium
54
Voorbeeld van informatiesignalen modem
digitale informatie, die wordt verstuurd door een analoge telefoonlijn, een kabelverbinding of draadloos
55
Waar staat DNS voor
Domain Name System
56
DNS 4
naamgevingsysteem, de DNS/nameserver wordt gevraagd om een URL te vertalen in een IP-adres en stuurt het terug naar de vragende computer, als deze het niet weet, wordt de volgende gevraagd, geen enkele nameserver kent alle IP-adressen, elk netwerk kent wel zijn eigen IP-adressen
57
Wat is een database
gegevensbank/databank, een verzameling gegevens, ingericht met het oog op makkelijke raadpleging en gebruik
58
Waarbij spelen databases een belangrijke rol
het opslaan en beheren van gegevens bij de overheid, financiele instellingen, bedrijven
59
Voorwaarden van een database
CRUD, create=eenvoudig gegevens opslaan, read=eenvoudig gegevens opzoeken en doorzoeken, update=eenvoudig gegevens onderhouden, delete=gegevens verwijderen zonder nadelige invloed
60
Wat betekent dat een database integer moet zijn 2
de gegevens moeten consistent zijn en mogen niet dubbel worden opgeslagen EN de gegevens moeten geautoriseerd toegevoegd, onderhouden en verwijderd worden
61
Wat is een hulpmiddel bij database
een DBMS, DataBase Management System
62
het relationele model
database waarbij alle gegevens zijn opgeslagen in tabellen, er bestaan relaties tussen de tabellen
63
Waar staat SQL voor
Structured Query Language
64
Waarvoor is een query
om informatie op te vragen uit een digitale database
65
Wat is de basisstructuur van SQL
SELECT, FROM, WHERE
66
Hoe bescherm je je tegen bedreigingen 4
update je software, firewall, virusscanner, wees verstandig
67
Wat doet een firewall
kan het netwerk beschermen tegen aanvallen van buitenaf
68
Wat is een virusscanner
een programma dat de computer scant en virussen kan vinden en verwijderen
69
Voorbeelden van verstandig zijn 4
download met beleid, vertrouw niet elke email, ben kritisch met wat je leest, download geen extra's bij gratis software
70
Wat is malware
verzamelnaam voor software die schadelijk of onwenselijk is voor de computer of gebruiker
71
hoe wordt malware verspreidt
het haakt aan een document, bijv. via de e-mail of skype
72
Hoe ontstaat malware
het wordt bewust door mensen geschreven en verspreid
73
Virus
nestelt in een ander programma, heeft alleen daarop invloed en is alleen actief als dat programma draait
74
Worm
installeert zich als een alleenstaand programma en draait als de computer aan is
75
Trojaans paard
opent de poorten van je computer zodat iemand anders volledig de controle kan overnemen
76
Bot
installeert zich als een alleenstaand programma, maar doet niks tot een opdracht van buitenaf wordt gegeven, wordt vaak op vele computers geïnstalleerd om een server plat te leggen
77
Spyware
spionage software, anderen kunnen je gegevens verzamelen, zoals wat je typt, wachtwoorden en je surfgedrag
78
Adware
software die in een pop-up venster reclameboodschappen laat verschijnen terwijl een programma draait, vaak gebruikt om de kosten van het ontwikkelen van software terug te draaien
79
Legaal hacken
white hacken, er wordt gezocht naar zwakke plekken in de beveiliging om deze dicht te plakken
80
Illegaal hacken
zonder toestemming andermans computer(netwerk) binnendringen, cracken
81
Phishing
mensen bedriegen met een officieel lijkend maar vals e-mail bericht of nepwebsite, om mensen er naartoe te lokken en ze codes in laten voeren
82
Catfish
iemand die een ander voor de gek houdt op het internet, bijv. een facebook account met valse foto's en informatie
83
Cyberpesten
Kwetsende of bedreigende teksten, beledigende foto's, video's of persoonlijke gegevens op het internet plaatsen
84
Wat zijn de kenmerken van cyberpesten 5
1. gebeurt vaak anoniem, 2. daders voelen zich veilig, onherkenbaar en onbereikbaar, dus ze zijn weinig terughoudend, 3. het slachtoffer voelt zich onveiliger, want ze zijn nergens vrij, 4. het heeft een grotere impact door de vele toeschouwers, 5. het is niet terug te draaien
85
Hoe bescherm je jezelf tegen cyperpesten 5
1. deel nooit privé gegevens, 2. scherm je profiel af, 3. plaats geen foto's waarop je herkenbaar bent, 4. accepteer alleen online vriendschappen met mensen die je kent, 5. meld het en sla het bewijsmateriaal op
86
Trollen + vb
iemand op het internet die uit is op negatieve reacties, bijv. woede irritatie, verdriet, rage quit, flames (scheldpartijen)
87
Voorbeeld van wat trollen doen 3
onrust zaaien op forums, provocerende uitlatingen plaatsen, plezier verhinderen van andere spelers in online games