3.1 zingevingsthema's Flashcards
(10 cards)
Wat is body image in de relatie tot gezondheid en zingeving?
Een ziekte heeft invloed op de persoonlijke controle van de persoon. Dit kan een beperking van onafhanklijkheid geven
Welke verandering is te zien in verbondenheid bij ouderen en jongere ouderen?
Er is vooral een verschil te zien in focus, de hele ouderen focussen zich meer op de meest belangrijke mensen in hun leven.
Welke relatie heeft verbondenheid met zingeving en waar komt dit goed tot uiting?
Alleen zijn is een bedreiging van zingeving. Als mensen een partner verliezen moeten ze een nieuwe strucuur geven aan het leven, wat soms jaren kan duren.
Hoe staat individualiteit in relatie tot zingeving en hoe verschil dit met jaren geleden?
Het gevoel om een uniek en coherent persoon te zijn. Vroeger was er veel meer nadruk op het collectieve, voor vele ouderen van voor de oorlog lopen het risico hierdoor te vervreemden.
Hoe uit individualiteit zich in de derde levensfase, de vroege ouderdom?
Mensen ervaren het prettig om vrij te zijn van verplichtingen van werk. Dit geeft mogelijkheden om de eigen identiteit te herzien.
Hoe uit individualiteit zich in de vierde levensfase?
Ouderen hebben hier vooral zorgen om autonomie. De behoefte aan zelfstandigheid te behouden.
Wat is anticiperende socialisatie en de relatie met zingeving?
Als mensen ouder worden moeten ze werk loslaten. Dit wordt gezien als een bron van zingeving. Hierop kunnen mensen zich al voor pensionering mentaal voorbereiden.
Wat is de relatie tot activiteit en zingeving op latere leeftijd?
Na pensionering moet men het leven zelfstandig vorm geven. Actief blijven is voor veel mensen een belangrijk thema hierin. Maar het wordt ook prettig ervaren om het rustiger aan te kunnen doen.
Hoe speelt activiteit en de relatie tot zingeving een rol in de laatste fase van het leven?
In de laatste fase wordt de activiteit duidelijk minder. Op zingevingsniveau is het belangrijk om dit te kunnen loslaten.
Hoe speelt religie een rol bij zingeving?
Ouderen zijn vaak opgegroeid in een omgeving waarin religie belangrijk was. Daarnaast krijgen mensen te maken met thema’s als lijden en sterven. Religie speelt als een bron van copingsmechanisme.