3.2 psychologische hulpverlening doodsangst Flashcards

(7 cards)

1
Q

Welke aanpassing vraagt het in gespreksvoering om de dood te bespreken?

A

Er past een open en geintereseerde houding. Om te begrijpen hoe de oudere het perspectief van de dood beleeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de diagnostische taxatie bij doodsangst?

A

Het doel is om een inschatting te maken van de psychische mogelijkheden. En gaat vooraf aan de behandeling en bespreking. En geeft een beeld van mogelijke aanleidingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke belemmeringen heeft de psycholoog bij het bespreken van de dood?

A

Deze heeft zelf niet voldoende kennis erover
De dood is geen gewoon onderwerp meer om te bespreken.
Het kan onverwerkte conflicten omhoog brengen bij de psycholoog.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is onderwijs over de dood en wat is informeel en formeel onderwijs?

A

Kennisoverdracht van onderwerpen die samenhangen met de dood.
Informeel is levenservaringen tijdens het leven
Formeel is georganiseerd onderwijs.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat wordt gezien als death competentie?

A

Emotionele (heftige emoties over de dood ervaren) en cognitieve (kennis van verschillende houdingen) competentie over de dood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke 3 risico’s spelen er bij het legaliseren van euthanasie?

A

Het onderliggende probleem kan ook worden opgelost
Het versterkt het gevoel van overbodigheid in de samenleving
Er kan een stigma op ouderen komen te liggen als niet waardevol om te leven zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het belangrijkste argument voor een wet euthanasie?

A

De vrijheid van het individu over het leven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly