Kasstromen Flashcards

1
Q

In het kasstroomoverzicht staan drie typen kasstromen uit activiteiten.

Noem deze drie en geef een voorbeeld.

A
  • Kasstroom uit operationele activiteiten (inkoop, productie, verkoop)
  • Kasstroom uit investerings activiteiten (de aanschaf van capaciteit, uitgaand een machine aangekocht, inkomend als de verouderde machine wordt verkocht)
  • Kasstroom uit financierings activiteiten (aantrekken van een banklening of aflossingen daarop, rentebetalingen of dividend uitkering)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn Liquide middelen?

A

Het saldo op de bankrekening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat geeft een kasstroomoverzicht weer?

A

Een kasstroomoverzicht geeft weer waarom de post ‘Liquide middelen’ (banksaldo) gedurende het afgelopen jaar is gemuteerd als gevolg van operationele, investerings- en financieringsactiviteiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn mutaties werkkapitaal?

A

Dit is de saldering van mutaties in de voorraad, de vorderingen en de kortlopende schuld.

Er wordt gesaldeerd omdat de kasstromen teruggerekend worden vanuit de winst en niet alle opbrengsten en kosten in een winst-en-verliesrekening in dezelfde periode ook zijn ontvangen of betaald.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Noem de inkomende en uitgaande kasstromen uit operationele activiteiten.

A

Inkomende (betalingen door klanten)

Uitgaande ( betalingen aan leveranciers en salaris voor personeel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Onder welke kasstroom valt een octrooirecht?

A

Kasstroom uit investeringsactiviteiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly