3C1 Volksgezondheid en gezondheidszorg Flashcards

(141 cards)

1
Q

Belangrijkste doodsoorzaak 2023

A

Dementie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Determinanten en % ziektelast

A

Gedrag:
- Roken 9,4%
- Ongezonde voeding 8,1%
- Weinig beweging 2,3%
- Alcoholgebruik 1,5%
Persoonsgebonden:
- Hoge BD 6,7%
- Hoge bloedsuikerspiegel 6,6%
- Overgewicht 3,7%
- Cholesterol 0,9%
- Lage botdichtheid 0,7%
Arbeid:
- Stoffen/omgeving 3,0%
- Psychische belasting 0,9%
- Fysieke belasting 0,7%
Milieu:
- Buitenmilieu 3,5%
- Binnenmilieu 0,5%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ziekte met hoogste incidentie en ziekte met hoogste prevalentie 2018

A

Incidentie: infectie bovenste luchtwegen
Prevalentie: nek- en rugklachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

DALYs

A

Ziektelast kwantificeren
DALYs = YLL + YLD

DALYs (Disability-Adjusted Life Years)
YLL (Years of Life Lost) = verloren levensjaren door sterfte
YLD (Years Lived with Disability) = verloren gezonde jaren door beperkingen en handicaps

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Factoren die leiden tot hoge ziektelast

A

1) Hoge incidentie van sterfgevallen
2) Sterfte op relatief jonge leeftijd
3) Hoge prevalentie (incidentie*duur) van beperkingen en handicaps
4) Ernst van beperkingen en handicaps

Ziektelast is combinatie van sterfte en ongezondheid (tt).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Mitigatie vs. adaptatie (planetary health)

A

Mitigatie = voorkomen van verdere klimaatverandering door de uitstoot van broeikasgassen te verminderen
(bijv. groene energie, recyclen, minder gebruiken, zero emission zone)

Adaptatie = verminderen v/d kwetsbaarheid voor klimaatverandering (paraatheid)
(bijv. hogere dijken, bomen planten in stad, huizen beter isoleren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Arbeidsomstandigheden: 6 A’s

A
  • Arbeidsinhoud
  • -omstandigheden
  • -verhoudingen
  • -voorwaarden (werktijden)
  • -perspectief
  • -zingeving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Directe en indirecte standaardisatie

A

Direct: met identieke leeftijdsopbouw als voor referentiepopulatie (en leeftijdsspecifieke sterfte van onderzoekspopulatie)
Indirect: met identieke leeftijdsspecifieke sterfte als in referentiepopulatie (en leeftijdsopbouw van onderzoekspopulatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Comparative Mortality Figure (CMF)

A

gestandaardiseerde sterfte / bruto sterfte in referentiepopulatie

Directe standaardisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Standardized Mortality Ratio (SMR)

A

waargenomen sterfte / verwachte sterfte in studiepopulatie

Indirecte standaardisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Populatie Attributieve Fractie (PAF)

A

prevalentie * (RR-1) / (prevalentie * (RR-1) +1)

Preventie 25% –> invullen als 0,25

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Primaire, secundaire en tertiaire preventie

A

Primaire (≈ populatie benadering): voorkomen van nieuwe gevallen van ziekten door het wegnemen/verminderen v/d onderliggende oorzaken
Secundaire (‘screening’ ≈ hoog-risico benadering): opsporen v/e aandoening i/e zo vroeg mogelijk (preklinisch) stadium, zodat vroege behandeling mogelijk is en verergering v/d ziekte wordt voorkomen
Tertiaire: voorkomen/beperken v/d gevolgen v/e vastgestelde aandoening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Criteria voor screening

A
  • Bewijs voor de effectiviteit van screening
  • Voordelen van screening zijn groter dan nadelen
  • Redelijke balans tussen kosten en netto voordelen van screening
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Screening: vergunningplicht

A

BVO …
- met ioniserende straling
- naar kanker
- voor ernstige ziekten/afwijkingen waarvoor geen behandeling/preventie mogelijk is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Vormen van preventie: universele, geïndiceerde en selectieve

A

Universele: gehele bevolking is doelgroep
Geïndiceerde (hoogrisicobenadering): individuen die verhoogd risico hebben (HC: beginnende klachten)
Selectieve (populatiebenadering): subgroepen waarin een bep. volksgezondheidsprobleem rel. vaak voorkomt (bijv. jongeren/vrouwen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Zorgstelsel (financiering): fasen van hervorming

A
  1. Toegankelijkheid
  2. Kostenbeheersing
  3. Doelmatigheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Shared decision making: 3 redenen om naar voorkeuren te vragen

A

Behandelvoorkeuren van patiënten:
1. Lopen uiteen
2. Verschillen regelmatig v/d voorkeuren van artsen
3. Zijn niet goed te voorspellen o.b.v. patiëntkenmerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

ICER (intercrementele kosteneffectiviteitsratio)

A

kosten / effect (in QALY’s)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

3 pijlers van shared decision making

A
  • best available evidence
  • doctors
  • patients

Best beschikbare bewijs; klinische expertise v/d arts; wensen, voorkeuren en verwachtingen v/d pt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

4 stappen van model van Stiggelbout (SDM)

A

1) Arts/professional informeert pt dat beslissing wordt genomen en dat de mening v/d pt van belang is
2) Arts legt de behandelopties uit en de voor- en nadelen v/d relevante opties
3) Arts en pt bespreken de voorkeuren v/d pt, arts ondersteunt bij de overwegingen v/d pt
4) Arts en pt bespreken in hoeverre pt wil worden betrokken bij besluitvorming. Het besluit kan worden genomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Voordelen van SDM

A
  • Meer kennis bij patiënt
  • Meer patiënttevredenheid
  • Betere arts-patiëntverhouding
  • Minder herhaalconsulten
  • Betere therapietrouw
  • Kosten: goed geïnformeerde patiënten neiging tot minder invasieve behandeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Donabedian model (kwaliteit van zorg)

A

3 indicatoren:
- Proces (wat zorgverlener doet)
- Structuur (middelen)
- Uitkomst
Proces en uitkomst op patiëntniveau, structuur op instellingsniveau.

Structuur is ook aantal behandelingen/operaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Framework Value Based Healthcare (VBHC)

A

Waarde = uitkomsten/kosten (tweedimensionaal)
Focus op uitkomsten, proces en structuur zijn secundair aan resultaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat kun je met informatie van uitkomstsets?

A
  • Leren en verbeteren door professionals
  • Keuze-informatie voor pt
  • Zorginkoop
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Casemix confounding
Variabele is geassocieerd met ziekenhuisselectie en beïnvloedt onafhankelijk de uitkomst Severe cases worden in gespecialiseerde centra behandeld. Kennen ernstiger beloop en slechtere uitkomsten. Vertekend beeld (confounding): uitkomsten van centra met verschillende patiëntenpopulaties kun je niet ongecorrigeerd vergelijken. Je moet dus corrigeren voor case mix!
25
Oorzaken oplopende wachttijden
- Toenemende vraag - Toenemende verwijzingen - Personeelstekorten - Budgetplafonds
26
Verticale gezondheidsprogramma's
Ziekte specifieke programma's die los staan v/h algemene gezondheidssysteem, met hun eigen budgetten, management en dienstverlening
27
3 doelen overdracht
- Tijdigheid - Volledigheid - Patiëntgerichtheid
28
Principes van Picker (patiëntgerichte zorg)
- Respect for patients' preferences - Coordination and integration of care - Information and education - Physical comfort - Emotional support - Involvement of family and friends - Continuity and transition - Access to care
29
Vormen van toegankelijkheid
- Geografische - Tijdige - Culturele - Financiële
30
A-verklaring en B-formulier
A-verklaring = verklaring van overlijden, t.b.v. burgerlijke stand B-formulier = doodsoorzaakverklaring, t.b.v. CBS
31
Natuurlijke vs. niet-natuurlijke dood
Gemeentelijk lijkschouwer inschakelen als niet overtuigd van natuurlijke dood. Sws bij minderjarigen?
32
Idee achter surveillance medicine
Vroege opsporing, al in (voor)stadium van latente/asymptomatische ziekte O.a. aanname dat eerder beginnen met behandelen/ingrijpen leidt tot betere uitkomsten
33
Een definitie van 'public health'
collectieve actie t.a.v. de gezondheid van populaties
34
Wortel van 'public health'
Nationaal collectief belang om sterk volk te hebben, dat hard kon werken en goed kon vechten
35
3 achtereenvolgende argumenten v/d antirooklobby
1. Roken is slecht voor de gezondheid en moet daarom gereguleerd worden door de overheid 2. Roken doet schade aan niet-rokers ('meeroken') 3. Rokers doen schade aan onschuldige kinderen
36
Centrale ethische dilemma in public health ethics
Weldoen: - Beschermen en bevorderen v/d volksgezondheid - I/h 'algemeen belang' Respect voor autonomie: - Beschermen individuele vrijheden burgers Balanceren: wnr is overheidsingrijpen/paternalisme gerechtvaardigd?
37
Nadelen bvo
- Belasting en risico's van test zelf en/of van vervolgonderzoek - Foute testuitslagen (fout-positief en fout-negatief) - Overdiagnostiek en overbehandeling - Ongezochte bevindingen (incidental findings)
38
Meldings- en informatieplicht artsen
Melden bij vermoeden (of vaststelling) v/e pt met: - MERS - Pokken - Polio - Virale hemorragische koorts (bijv. ebola, dengue, gele koorts, lassakoorts, marburgvirus) Melden na vaststellen: - Alle
39
Voorwaarden gereguleerde concurrentie
- Transparantie voor consumenten t.a.v. inhoud, prijs en kwaliteit van zorgpolissen (t.b.v. poliskeuze) - Transparantie voor verzekeraars t.a.v. inhoud, prijs en kwaliteit van zorg (t.b.v. inkoop/bekostiging) - Effectief mededingingsbeleid (ter bescherming van concurrentie en de consument) - Goede risicoverevening (ter voorkoming van risicoselectie)
40
Mededingingswet
Dokters mogen onderling geen afspraken maken over bijv. tarieven en marktverdeling
41
Waarom is [de aanpak van] verticale gezondheidsprogramma's niet langer houdbaar?
- Donorgeld neemt af, terwijl behandelprogramma's alleen maar groeien - Steeds meer gezondheidswerkers nodig, waardoor andere zorg bedreigd wordt - Mensen met HIV leven langer en hebben daardoor steeds complexere zorg nodig - Toenemende scheefgroei tussen de zorg voor HIV-patiënten en andere ziekten
42
Doelstelling WHO hiv
Dat in 2030 95% van mensen met hiv behandeld wordt
43
7 belangrijke maatstaven voor een succesvol gezondheidssyteem (hiv)
1. Kosten 2. Efficiëntie 3. Kwaliteit 4. Haalbaarheid 5. Patiëntvriendelijkheid 6. Gelijkheid 7. Aanvaardbaarheid
44
Alternatieve manieren van hiv-zorg
1. Voortzetten huidige beleid 2. Taakverschuiving 3. Decentralisatie 4. Integratie
45
Hoe is de hiv-zorg tot nu toe in sub-Sahara Afrika geregeld?
Middels verticale gezondheidsprogramma's
46
Voordelen van (voortzetten van) verticale programma
- Geen grote herzieningen nodig, voortzetten van huidige succesvolle beleid is rel. makkelijk - Hoog-specialistische zorg geeft hoge efficiëntie en kwaliteit
47
Nadelen van (voortzetten van) verticale programma (hiv)
- Haalbaarheid: zorg raakt overspannen, te weinig gezondheidszorgmedewerkers om huidige programma's verder te kunnen uitbreiden - Haalbaarheid: waarschijnlijk niet mogelijk om iedereen te bereiken --> minder effecten op de epidemie en meer kans op ontwikkelen en verspreiden van resistentie - Efficiëntie: rel. inefficiënt m.b.t. andere zorg - Patiëntvriendelijkheid/gelijkheid: patiëntonvriendelijk als het gaat om andere zorg
48
Voordelen van taakverschuiving (hiv)
- Kosten nemen af en efficiëntie neemt toe - Artsen worden minder ingezet en kunnen dus breder ingezet worden voor andere zorgdoeleinden - Haalbaarheid v/d doelstellingen neemt toe, aangezien rel. laaggeschoolde gezondheidswerkers meer beschikbaar zijn - Mogelijk voordelen voor de gemeenschap: er worden rel. meer (laaggeschoolde) banen gecreëerd, wat werkloosheid kan doen afnemen
49
Nadelen van taakverschuiving (hiv)
- Kwaliteit v/d zorg kan afnemen, m.n. vroegtijdige signalering van problemen bij mensen met behandeling kan een probleem zijn - Patiëntvriendelijkheid kan afnemen voor patiënten die extra zorg nodig hebben, door de extra zorglagen die worden geïntroduceerd - Aanvaardbaarheid kan afnemen, wanneer patiënten meer en meer worden geconfronteerd met laaggeschoolde gezondheidswerkers of zélf de verantwoordelijkheid op zich moeten nemen - Lost het probleem van zorgongelijkheid niet op
50
Voordelen van decentralisatie (hiv)
- Bereik v/d hiv-zorg neemt toe, waardoor haalbaarheid van doelen waarschijnlijker wordt - Patiëntvriendelijker: patiënten krijgen zorg in of vlak bij huis, en hoeven dus niet meer te reizen of lang i/d rij te staan - Klinieken en gezondheidswerkers worden ontzien, waardoor deze zich meer kunnen richten op complexere zorgtaken - Mogelijk voordelen voor de gemeenschap: er worden rel. meer (laaggeschoolde) banen gecreëerd, wat werkloosheid kan doen afnemen
51
Nadelen van decentralisatie (hiv)
- Kosten kunnen toenemen - Kwaliteit v/d zorg kan afnemen, m.n. vroegtijdige signalering van problemen bij mensen met behandeling kan een probleem zijn - Patiëntvriendelijkheid kan afnemen voor patiënten die extra zorg nodig hebben, door de extra zorglagen die worden geïntroduceerd - Aanvaardbaarheid kan afnemen, wanneer de zorg te dicht bij huis komt kan dit gevolgen hebben voor de privacy - Lost het probleem van zorgongelijkheid niet op
52
Voordelen van integratie (hiv)
- Efficiëntie en bereik v/d algemene zorg neemt toe - Meer gelijkheid in toegang tot zorg, ongeacht de aandoening - Kwaliteit en toegankelijkheid van andere zorg wordt groter - Alle zorg op één plek is patiëntvriendelijker
53
Nadelen van integratie (hiv)
- Kwaliteit v/d hiv-zorg zal waarschijnlijk lijden door het minder specialistische karakter v/d zorg - Risico op lange rijen en wachtlijsten, omdat de beperkte middelen nu voor álle aandoeningen worden ingezet - Het lijkt onwaarschijnlijk dat in sub-Sahara Afrika de doelen zullen worden gehaald - Rel. onaantrekkelijk voor donorlanden, omdat er een stuk minder duidelijk meetbaar effect is van donorgeld
54
Componenten casusdefinitie (uitbraakonderzoek)
- Kenmerken v/d *persoon*, incl. de klinische symptomatologie en laboratoriuminformatie - Informatie over de *plaats* of locatie - Specificatie v/d *tijdsperiode* waarbinnen de uitbraak plaatsvond' persoon, plaats, tijd, symptomatologie
55
Doel van casusdefinitie
Nodig om te bepalen of persoon ziek (casus) of gezond Doel: kunnen tellen en vergelijken van ziektegevallen
56
Definitie epidemie
Het optreden van ziektegevallen of andere gezondheidsgerelateerde gebeurtenissen i/e gemeenschap of regio i/e duidelijk hogere frequentie dan verwacht
57
Relatief risico (RR)
* Cohortonderzoek AR blootgesteld / AR niet-blootgesteld ofwel (A/A+B) / (C/C+D) RR = x betekent blootgestelden hebben x maal zoveel kans op ziekte als niet-blootgestelden RR>1 betekent grotere kans, RR<1 betekent kleinere kans
58
Attack rate (AR)
Risico op ziekte in (niet-)blootgestelde groep
59
Odds ratio (OR)
* Case-control-onderzoek (a/c) / (b/d) ofwel ad/bc Proportie blootstelling onder cases/zieken gedeeld door proportie blootstelling onder controles/niet-zieken
60
ICF doelen
ICF biedt een: - *gemeenschappelijke taal* voor het beschrijven van gezondheid en aan gezondheid gerelateerde zaken - *systematisch codestelsel* - *wetenschappelijke basis* voor het begrijpen van gezondheid en maakt *gegevensvergelijking* mogelijk.
61
ICF (International Classification of Functioning, Disability and Health)
Model voor beschrijven van functionering van mensen (en problemen/beperkingen daarin) Componenten: - functies - activiteiten - participatie - externe factoren - persoonlijke factoren
62
Toepassingen van ICF
O.a. - Statistiek - Klinische praktijk - Bepalen aanspraak op sociale voorzieningen - Casemixsystemen - EPD
63
Begrippen stoornis, activiteitenbeperking en participatierestricties
Stoornis: 'het (gedeeltelijk) uitvallen van lichamelijke structuren of functies' Activiteitenbeperking: beperkingen i/h uitoefenen van activiteiten (bijv. lopen) Participatierestricties: verminderde deelname in maatschappelijke activiteiten (bijv. werk of sociale contacten) ICF gebruikt voor classificatie
64
Model van planmatige interventie: 5 stappen van ontwikkeling v/e interventie
1. De epidemiologische analyse (analysefase) 2. De analyse v/d (gedrags)determinanten (analysefase) 3. Interventiekeuze en -ontwikkeling (ontwikkelingsfase) 4. Interventie-implementatie (toepassen i/d praktijk) 5. Evaluatie v/d interventie (evaluatiefase)
65
Model voor determinanten van gezond gedrag: waardoor wordt intentie bepaald?
- Attitude t.a.v. gezond gedrag - Sociale invloeden - Persoonlijke norm - Ervaren controle De psychologische determinanten worden op hun beurt beïnvloed door externe factoren.
66
Zes domeinen door Institute of Medicine (kwaliteit van zorg) / 6 dimensies kwaliteit van zorg
1. Veilig 2. Effectief 3. Patiëntgericht 4. Tijdig 5. Efficiënt 6. Gelijk
67
3 pijlers van 'age-friendly cities' WHO
- Gelijkheid - Toegankelijke fysieke omgeving - Inclusieve sociale omgeving
68
Zorginformatie publiekelijk --> kwaliteitsverbetering: via 3 pathways
- Change pathway: quality of care information helps providers to identify areas in which they underperform and improve their quality of care - Selection pathway: patients or their intermediaries use quality of care information to identify better performing hospitals and reward these by 'selecting' the provider - Reputation pathway: providers attempt to improve quality because they are concerned about their reputation
69
Waarom voorzichtig bij vergelijken uitkomstindicatoren tussen ziekenhuizen?
- Invloed van toeval (zeker bij kleine zkh met weinig patiënten) 'random variation' - Case-mix (heterogeniteit van patiëntengroepen; ~verschillende ziekenhuizen hebben verschillende patiëntenpopulaties, academisch vs. perifeer?)c
70
Verschillen tussen Donabedian model en VBHC (Porter) (zelf)
Donabedian zegt: alleen naar uitkomsten kijken is ongunstig, want die zijn niet alleen gevolg van geleverde zorg (maar ook van patiëntenkenmerken). Proces en structuur zijn minder afhankelijk v/d patiënten die je behandelt en maken dus eerlijkere vergelijking mogelijk. Porter zegt: wèl focus op uitkomsten (die belangrijk zijn voor patiënten), proces/structuur is secundair aan resultaten. VBHC - Donabedian: - Level of analysis is volledige zorgcyclus aandoening ipv individuele zorginterventie - Minder nadruk op controle (of zorgverlener juiste dingen doet), afrekenen/belonen obv uitkomsten
71
Welke uitkomsten zijn van belang voor VBHC? (zelf)
Uitkomsten die belangrijk zijn voor patiënten 2 dimensies: - Waar patiënten om geven - Variatie tussen zorgaanbieders
72
Waartoe dient standaardisatie? (sterftecijfers)
Om ziekte- en sterftecijfers te vergelijken van twee of meer populaties met verschillende leeftijdsopbouw
73
Wie ... 1. zorgt voor opstellen, uitvoeren en actueel houden v/d RI&E 2. toetst of de RI&E en het plan van aanpak adequaat zijn 3. controleert de RI&E bij incidenten ?
1. Werkgever 2. Arbodienst 3. Nederlandse Arbeidsinspectie
74
Planetary boundaries / planetaire grenzen
Planetary boundary = concept gebruikt om veilige grenzen van menselijke activiteiten op aarde te beschrijven. - Climate change - Biosphere integrity (verlies van biodiversiteit) - Novel entities (toxic waste; microplastics, endocrine disruptors) - Stratospheric ozone depletion (ozonlaag) - Atmospheric aerosol loading (luchtvervuiling) - Ocean acidification - Biogeochemical flows (o.a. stikstofcyclus) - Freshwater change (overuse van zoetwater) - Land-system change (ontbossing)
75
Kenmerken van 'surveillance medicine' (geschiedeniscollege)
- Surveillance richtte zich op 'normale' populaties - Idee: eerder behandelen --> betere uitkomsten
76
Sociaalecologisch model: 2 manieren waarop omgeving gedrag kan beïnvloeden
Omgeving kan ... - individuele determinanten (attitude, ervaren subjectieve norm en waargenomen gedragscontrole) bepalen - omzetten van intentie in gedrag bemoeilijken
77
ANGELO framework: verschillende soorten omgeving
Fysiek, economisch, politiek, sociaal-cultureel
78
Preventieparadox: hoogrisico- vs. populatiebenadering
Hoogrisicobenadering: - Causes of cases - Geïndiceerde preventie Populatiebenadering: - Causes of causes - Selectieve preventie
79
Hogere prevalentie betekent ... PPV en ... NPV. Hogere of lagere?
Hogere prevalentie --> * hogere PPV * lagere NPV
80
Tentamen: de jaarlijkse overstapmogelijkheid voor verzekerden zorgt voor concurrentie tussen verzekeraars o.b.v. ...?
Polissen kunnen verschillen in: 1) Premie 2) Gecontracteerde zorg 3) Vergoeding van niet-gecontracteerde zorg
81
Safety I vs. safety II
Safety I richt zich op het voorkomen van fouten door incidenten te onderzoeken. Safety II richt zich op het begrijpen van wat goed gaat en hoe processen succesvol kunnen worden versterkt. I is retrospectief, II prospectief. PRIS(MA) is I.
82
Drempels voor gedeelde besluitvorming (SDM)
Artsen: - niet onderkennen van preferentie-sensitieve beslissingen - bewijs over effecten van behandeling is moeilijk te extraheren, interpreteren, communiceren Patiënten: - variatie in wel of niet mee willen beslissen - minder geletterd zijn - onvoorbereid zijn op beslisproces Systeem: - logistiek: tijdsdruk - financieel: soms is extra consult nodig voor gedeelde besluitvorming, waar niet altijd vergoeding voor is
83
Paradox roken medio 20ste eeuw
'Smoking among adults became so widespread as to be unremarkable, unexceptionable, socially invisible' Doordat je het overal zag, werd het onzichtbaar (als volksgezondheidsprobleem)~
84
1 voordeel en 3 nadelen die taakverschuivingen en decentralisatie gemeen hebben
Voordelen: - Mogelijk voordelen voor de gemeenschap: er worden rel. meer (laaggeschoolde) banen gecreëerd, wat werkloosheid kan doen afnemen. Nadelen: - Kwaliteit v/d zorg kan afnemen, m.n. vroegtijdige signalering van problemen bij mensen met behandeling kan een probleem zijn. - Patiëntvriendelijkheid kan afnemen voor patiënten die extra zorg nodig hebben, door de extra zorglagen die geïntroduceerd worden. - Lost het probleem van zorgongelijkheid niet op.
85
'Rise of surveillance medicine': medicalisering en disciplinering
Disciplinering: - Initiatief bij, sociale controle door, 'toewijzingsmacht' van artsen/instanties - Staat-burgers - Moreel aspect Het is top-down opgelegd~ Medicalisering: expansie medisch domein --> - pathologisering v/h normale - vervaging grenzen ziek-gezond - 'risicocultuur': paradox 'doing better, feeling worse'
86
Wat kan (anders dan uitbraak) leiden tot meer gevallen? (zelf)
o.a. Wijzigingen in meldingsprocedures Fouten bij gegevensinvoer Laboratoriumfout bij identificatie
87
Kerndeskundigen arbodienst (reg 21-22)
Veiligheidsdeskundige, bedrijfsarts, arbeidshygiënist, arbeids- en organisatieadviseur
88
Voorbeeld van populatiebenadering en van hoogrisicobenadering
Populatie: Nutriscore verplichten, belasting op suikerhoudende frisdranken Hoogrisico: Screenen van rokers die al zo lang zo veel roken op longkanker
89
Factoren binnen een gezin die invloed kunnen hebben op ontwikkeling v/e jeugdige (JGZ) (reg 21-22)
Opvoedvaardigheden van ouders Eigen opvoedsituatie van ouders vroeger Beleving v/h ouderschap (Psychische) gezondheid ouders en/of het kind en/of andere kinderen Financiële situatie / werk(loosheid) ouders Woonsituatie Gezinssituatie / aanwezigheid andere kinderen Netwerk van ouders
90
Safety II onderzoeksmethoden (reg 21-22)
- FRAM: 'work as done' vergelijken met 'work as imagined' - Videoreflectie, patient journey, (disguised) observation, interviews: dagelijkse gang van zaken (of zorgproces in kaart brengen) - Briefing/debriefing (eig. alleen bij operatie!)
91
Wat houdt functionele pakketomschrijving in? (reg 21-22)
1) De wet bepaalt wat er onder de aanspraak valt (aard, inhoud en omvang v/d zorg) en wnr (de indicatiegebieden) er aanspraak bestaat, en 2) i/d zorgpolis wordt bepaald welke zorg door wie wordt verleend, waar deze zorg wordt verleend en welke voorwaarden
92
Gereguleerde concurrentie
Concurrentie tussen 1) verzekeraars (door vrijheid voor verzekerden om een zorgpolis te kiezen ~en jaarlijks te wisselen) 2) zorgaanbieders (door vrijheid voor verzekeraars om te bepalen waar, door wie en onder welke voorwaarden de zorg wordt geleverd) binnen een wettelijk kader
93
Hoe komt onder de Zvw de concurrentie tussen zorgverzekeraars tot stand? (zelf)
Door vrijheid voor verzekerden om polis te kiezen
94
Op basis waarvan verschillen zorgpolissen?
- Premie - Gecontracteerde zorg - Vergoeding van niet-gecontracteerde zorg
95
Deur-tot-naald tijd is een voorbeeld v/e ... maat.
Proces
96
Eerstelijnszorg, anderhalve lijnszorg, tweedelijnszorg, derdelijnszorg
- Eerstelijns: HA, FT, wijkverpleegkundige (zelf) - Anderhalvelijns: HA en medisch specialist geven samen zorg a/e pt, een medisch specialist die spreekuur houdt i/e huisartsenpraktijk - Tweedelijns: niet-academisch zkh, zorg op SEH Derdelijns: academisch zkh
97
Transitie v/e land naar hogere inkomensklasse ---> afname totaal aantal DALY's. 3 categorieën (zelf)
Minder communicable, maternal, neonatal, and nutritional diseases Meer non-communicable diseases Minder injuries
98
Overdiagnostiek en overbehandeling hangen samen met ... Sensitiviteit of specificiteit? (zelf)
Specificiteit Lage specificiteit --> meer FP --> overdiagnostiek/-behandeling?
99
Nadelen van openbaar maken mortaliteitscijfers (tt)
- Referral bias - Insufficient adjustment for case-mix and disease severity - Coding variation between hospitals - Place of death and end-of-life care
100
Wat houdt de preventieparadox in?
Een preventiemaatregel met veel gezondheidswinst voor de bevolking zal voor individuen weinig gezondheidswinst opleveren.
101
Waarom is 'doctor-patient encounter' bij surveillance medicine anders dan bij curatieve zorg?
Bij surveillance medicine: - gaat het om gezonde mensen - ligt het initiatief bij de zorgprofessional/-instantie
102
2 problematische aspecten aan surveillance medicine
* Medicalisering --> Sociale controle, toewijzingsmacht --> Paternalisme vs. autonomie --> Moreel aspect * Disciplinering --> Pathologisering v/h normale --> Vervaging grenzen tussen ziek en gezond --> Ontstaan risicocultuur (paradox)
103
Wat is transmurale overdracht? (tt)
Informatie-uitwisseling over een pt tussen zorgverleners uit verschillende zorgsettings
104
Voorbeelden van mitigatie- en adaptatiemaatregelen
Mitigatie: duurzame energie (met koppelkansen) Adaptatie: meer stadsgroen (met koppelkansen)
105
Wat zijn koppelkansen? (zelf)
Koppelkansen = 'co-benefits' Dingen die goed zijn voor onze omgeving en voor onszelf. Bijv.: - Actieve mobiliteit (fietsen>autorijden) - Voeding en leefstijl (plantaardig>vlees eten) - Groene steden - Verbetering luchtkwaliteit - Toegang tot anticonceptie en gezinsplanning
106
5 thema's i/d Green Deal
- Actieve inzet op gezondheidsbevordering - Vergroten van kennis & bewustwording, duurzaamheid i/d curricula van zorgonderwijs en de richtlijnen - Verlagen van CO2-uitstoot, met als doel 30% CO2-reductie in 2026 en klimaatneutraal in 2050 voor vastgoed en vervoer - Verminderen van primair grondstoffengebruik, met als doel 25% minder restafval in 2026 en maximaal circulaire zorg in 2025 - Terugbrengen v/d milieubelasting door medicatie
107
Hoe voorkomt JGZ sterfgevallen/jr?
- Door adviezen wiegendood 170 - Door vaccinaties 50 - Door hielprik 30 - Door screening 20
108
Onder welke wet valt JGZ?
Wpg
109
Tentamenvraag: gratis ov voor ouderen en 'age-friendly cities' WHO
3 pijlers: - Gelijkheid: met laag inkomen meer gebruik maken v/h ov - Inclusieve sociale omgeving: participatie - Toegankelijke fysieke omgeving: bereikbaarheid voorzieningen (o.a. musea)
110
Wat houdt FRAM in?
Functional Resonance Analysis Method Vergelijking van 'the work as done' met 'the work as imagined' Uitgangspunt: dagelijkse gang van zaken of huidige proces [evalueren of in kaart brengen]
111
Onderdelen v/d Zvw Ezelsbruggetje: Richard van Kleef Verzint Alles Zomaar
- Keuzevrijheid voor verzekerden - Risicoverevening - Verbod op premiedifferentiatie - Acceptatieplicht voor zorgverzekeraars - Verzekeringsplicht voor standaard basispakket - Zorgplicht voor verzekeraars
112
'Rankability' (tt)
Hoge rankability: geobserveerde zkhverschillen zijn ware verschillen Een rankability van 51% betekent dat 51% v/d gevonden verschillen 'echte' verschillen in kwaliteit van zorg zouden kunnen weergeven.
113
Wat is een 'warme' overdracht? (tt)
Er is persoonlijk contact tussen een zorgverlener uit het zkh en een zorgverlener thuis voordat een pt met ontslag gaat
114
Ziekte(n) met hoogste DALY in NL
Coronaire hartziekten Beroerte DM COPD ...
115
3 dingen 'tipping point' (1,5 graden opwarming)
Kantelpunt - Exponentieel (exponentiële temperatuurstijging) - Irreversibel - We weten het niet (tot nu toe soort lineaire temperatuurstijging, maar na het kantelpunt weet je niet hoe verder verloopt?)
116
Voorbeelden van primaire, secundaire en tertiaire preventie (HC.4 Rose)
Primaire: autogordel, rookverbod Secundaire: bvo borstkanker Tertiaire: beweegprogramma in revalidatie na HF
117
Termen gezondheidsbescherming en gezondheidsbevordering
-bescherming: aanpak van omgeving v/d mens om kans op blootstelling aan risicofactoren te verkleinen (wettelijke maatregelen) Omgevingsmaatregelen! Bijv. riolering, rotonde, rookverbod -bevordering: het bevorderen van gezond gedrag Bijv. gezonde kantine, voorlichtingscampagne, lesprogramma's op scholen
118
Criteria Gezondheidsraad screening (i/h kort)
- Screening moet gericht zijn op een belangrijk gezondheidsprobleem - Nut (vroege opsporing --> verbetering ziektelast of andere uitkomsten) - Betrouwbaar en valide instrument - Respect voor autonomie (vrijwillig) - Doelmatig gebruik van middelen (kosteneffectiviteit, rechtvaardigheid)
119
Taken JGZ
O.a. - Uitvoeren RVP - Monitoren v/d ontwikkeling
120
Oorzaken geneesmiddelentekorten
Nr. 1 Een zo beperkt mogelijke voorraad bij fabrikanten en de groothandel Daarnaast: - het preferentiebeleid van zorgverzekeraars - lage medicijnprijzen in NL - lage geneesmiddelenconsumptie in NL
121
Percentages vergoed bij regeling onverzekerbare vreemdelingen
Alleen medisch noodzakelijke zorg! - Huisartsenzorg: max. 80% vergoed. Huisartsenzorg is direct toegankelijke zorg, dus HA hoeft geen contract met CAK te hebben. - Gecontracteerd zkh: alle zorg vergoed. - Niet-gecontracteerd: alleen spoedeisende hulp (80% vergoed). Uitzondering: bevalling/zwangerschap wordt 100% vergoed (zowel HA als niet-gecontracteerd zkh).
122
Regeling Medische zorg Asielzoekers (RMA)
Bij verblijf in COA (AZC), collectieve verzekering
123
Waarvan hangt drempelwaarde doelmatigheid af? + indeling (oud tt)
Ernst v/d ziektelast. Indeling: - Ernstige ziekte: 80.000 - Matig ernstige ziekte: 50.000 - Milde ziekte: 20.000 euro per gewonnen QALY
124
Wat is het verlies in DALY's? (17-18 her) Een man krijgt op zijn 50ste een hersenbloeding die hem een blijvende, ernstige handicap bezorgt. Zijn kwaliteit van leven daalt daardoor van 1,0 naar 0,4. De man overlijdt op z'n 70ste, terwijl zijn levensverwachting volgens CBS 80 jaar is.
22
125
Allan Brandt (geschiedeniscollege, oude tt)
Doorslaggevend: sociaal-culturele verschuivingen i/d houding tov roken
126
Persoonlijke verzorging door wijkverpleging Huishoudelijke hulp door thuiszorg Verpleeghuiszorg Welke wetten? (oud tt)
Wijkverpleging: Zvw Huishoudelijke hulp: Wmo Verpleeghuis: Wlz
127
Voorbeelden v/d verschillende maten Donabedian
Structuur: aantal bedden Proces: deur-tot-naaldtijd Uitkomst: mortaliteit
128
Ziekenfondsen
Rond 1900 Financieel zelfstandig Bijv. opgericht door werkgevers: iedereen legt 100 euro in gezamenlijke pot, daaruit wordt zorg betaald~.
129
Doel van ziekenfondsenbesluit (1941)
Groot deel van bevolking met weinig inkomen toegang geven tot noodzakelijke zorg
130
Voorstel Commissie Dekker (1987)
Eén basisverzekering volgens model van gereguleerde concurrentie
131
Risicosolidariteit en inkomenssolidariteit
Voor iedereen gelijke premie & risicoverevening --> risicosolidariteit. Jong betaalt mee voor oud, gezond betaalt mee voor ongezond. Inkomensafhankelijke bijdrage & zorgtoeslag voor mensen met laag inkomen --> inkomenssolidariteit.
132
Wat zijn prikkels voor doelmatigheid voor verzekeraars?
- Keuzevrijheid verzekerden ('stemmen met de voeten') - Financieel risico (d.w.z. financiële verantwoordelijkheid)
133
Risicoverevening en risicoselectie: hoezo vormt risicoselectie een bedreiging voor de kwaliteit van zorg?
Als een zorgverzekeraar weet dat hij €4000 verlies maakt op een diabetespatiënt, zal hij niet investeren in diabeteszorg, want dan zou hij diabeten aantrekken en failliet gaan. Principe: jonge, gezonde mensen zijn voorspelbaar winstgevend; oudere, chronisch zieke mensen voorspelbaar verliesgevend. RIsicoverevening (verzekeraar krijgt bijdrage per verzekerde o.b.v. diens risicokenmerken) probeer te zorgen dat jonge/gezonde mensen financieel even aantrekkelijk zijn als oude/zieke mensen. Als zorgverzekeraar mag je niet mensen weigeren (acceptatieplicht), maar bepaalt wel zorginkoop.
134
Risicoselectie vormt een bedreiging voor: 1) ... 2) ... 3) ...
1) Kwaliteit van zorg (omdat verzekeraars geen prikkel hebben om te investeren i/d kwaliteit van zorg voor groepen die voorspelbaar verliesgevend zijn) 2) Doelmatigheid (naarmate voor verzekeraars risicoselectie profijtelijker is dan investeren in doelmatigheid) 3) Risicosolidariteit en het gelijke speelveld voor verzekeraars (naarmate voorspelbaar winstgevende groepen zich concentreren bij bep. verzekeraars en/of specifieke zorgpolissen)
135
Hoe worden zorgverzekeraars geprikkeld tot doelmatigheid?
- Keuzevrijheid voor verzekerden: prikkelt verzekeraars om in te spelen op de wensen van verzekerden. - Financieel risico voor verzekeraars: prikkelt verzekeraars om aan kostenbeheersing te doen.
136
Wat doet Zorginstituut Nederland?
Adviseert minister over wat te vergoeden vanuit de basisverzekering
137
Recht op aanvullende verzekering: valt dit onder de Zvw?
Nee
138
Hoe komt onder de Zvw concurrentie tussen zorgaanbieders tot stand? (zelf)
Door vrijheid voor verzekeraars om te bepalen waar, door wie en onder welke voorwaarden de zorg wordt geleverd Verzekeraars doen aan ‘selectief contracteren’: ze kunnen kiezen welke zorgaanbieders ze contracteren. Dit is een prikkel tot doelmatigheid voor de zorgaanbieders.
139
IPDAS criteria (voor keuzehulpen)
- Describes health condition or problem for which index decision aid is required - Explicitly states the decision under consideration (index decision) - Describes the options available for the index decision - Describes the positive features of each option - Describes the negative features of each option - Describes the features of options to help patients imagine the physical, social and/or psychological effects - Shows positive and negative features of options with equal detail - Provides information about the funding source used for development - Provides citations to the evidence selected - Provides a production or publication date - Provides information about update policy - Provides information about the level of uncertainty around outcome probabilities
140