4. Acute Respiratory Failure

Question 1

Acute Respiratory Failure (ARF)

Answer 1

Inability to meet oxygenation, ventilation or metabolic needs

Question 2

Function of respiratory system (2)

Answer 2

1. Elimination of CO2 (carbon dioxide) from blood

2. Oxygenation of blood

Question 3

Type of respiratory failure (3)

Answer 3

1. Hypoxisch: PaO2 <50-60 mmHg (6.7-8), P/F <300 (<200 ernstig)
2. Hypercapnisch: PaCO2 >50 mmHg (6.7)
3. Mixed

Question 4

Oorzaken respiratoire insufficiëntie (kort)

Answer 4

Hypoxisch: pneumonie, long schade, longoedeem
Hypercapnisch: ernstige obstructie, centraal respiratoir falen, neuromusculair failen –> Inadequate ventilatie

Question 5

Oorzaken hypoxisch falen

Answer 5

Neoplasma/infectie: viraal, bacterieel, schimmel, mycoplasma
Trauma: long contusie/laceratie
Other: bronchospasme, hart falen, ARDS, interstitieel long ziekte, atelectase, CF

Question 6

Oorzaken hypercapnisch falen (centraal)

Answer 6

Drugs: Opiaten, benzo, propofol, barbituraten, anestheticum, gif
Metabool: hyponatriemie, hypocalcieme, alkalosis, myxoedeem
Neoplasma/infectie: meningitis, encephalitis, abscess, polio, West-Nile
ICP+/Other: centrale alveolaire hypoventilatie, centraal slaap apneu

Question 7

Oorzaken hypercapnisch falen (neuromusculair)

Answer 7

Trauma: Ruggenmerg, diafragma
Drugs: NMBA, aminoglycoside AB, arsenicum, strychnine, botulisme
Metabool: hypo/hyperkaliemie, hypofosfatemie, hypomagnesiemie
Neoplasma/Infectie: tetanus, West-Nile
Other: Motor neuron aandoening, myasthena gravis, MS, Musculaire dystrofie, GBS

Question 8

Oorzaken hypercapnisch falen (bovenste luchtweg)

Answer 8

Zwelling: Tonsil/adenoid hyperplasie, neoplasma, poliepen, struma
Infectie: Epiglottitis, laryngeotracheitis
Other: trauma, bilaterale stemband paralyse, laryngeal oedeem, tracheomalacie, OSAS, arhtritis

Question 9

Oorzaken hypercapnisch falen (buik ademhaling)

Answer 9

Trauma: rib #, flail chest, brandwond
Other: scoliosis, scleroderma, spondylitis, pneumothorax, pleurale effusie, fibrothorax, obesitas, pijn, ascitis, liggen

Question 10

Common ICU scenarios for ARF (6)

Answer 10

1. Exacerbatie COPD: dikke secreties, bronchospasme -> hypoxisch en hypercapnisch ARF (mixed)
2. Pneumonie: hypoxisch falen
3. ARDS: systemische inflammatoire repons -> alveolaire filling -> toegenomen shunt -> hypoxisch falen
4. Traumatisch hersenletsel: hypercapnisch evt + hypoxisch (aspiratie, contusie, neurogeen longoedeem)
5. Overdosis/toxine: CNS depressie, hypercapnisch
6. Decompensatio cordis: hypoxisch (alveolair filling, +shunt)

Question 11

Hypoxemie

Answer 11

• Ventilatie/perfusie mismatch (V/Q) -> ventilatie verminderd tov perfusie
• Hoge V/Q compenseert niet voor lage V/Q -> bijmenging
• Hypoxic pulmonary vasoconstrictie -> minder flow naar – V (vaak niet genoeg)
• Shunt (extreme mismatch) - refractaire hypoxemie –> behandeling van oorzaak: infectie, opheffen obstructie, recruiteren, PEEP
• Minder voorkomende oorzaken: – diffusie (interstitieel oedeem, inflammatie, fibrose), alveolaire hypoventilatie, Hoogte

Question 12

P:F ratio

Answer 12

• PaO2/FiO2
• Normaal 300-500 mmHg
• Abnormaal <300, ernstig <200

Question 13

Hypercapnie

Answer 13

• Verhoogde productie
• Verminderde eliminatie (effectieve ventilatie)
• Alveolair minuut ventilatie (VA = (Vt - Vd)*f) -> afname teugen, toename dode ruimte of afname frequentie -> stijging CO2

Behandeling: tegengaan medicatie, intubatie, voeding, respiratoire stimulatie. Peak-negatieve inspiratoire druk en gefoceerde FVC (< -20-25cm H20; <10mL/kg) tekenen van falende ventilatie

Question 14

Toename dode ruimte

Answer 14

Hypovolemie, LE, slechte CO, relatief hoge luchtweg druk/perfusie druk

Question 15

Toename CO2 productie

Answer 15

• Teveel voeding (koolhydraten)

- Hypercatabole condities (brandwonden, hyperthyroidisme, koorts etc)

Question 16

Presentatie ARF

Answer 16

• Verandering bewustzijn (agitatie - somnolentie)
• Toegenomen work of breathing: neusvleugelen, hulpdademhalingsspieren, intrekkingen (intercostaal/suprasternaal\supraclaviculair), tachypneu, hyperpneu, paradoxale ademhaling
• Bradypneu
• Cyanosis (tong, mond, nagelbed)
• Catecholamine (zweten, tachycardie, hypertensie)

Question 17

Oxygen therapie

Answer 17

1. Low-flow Nasale cannula: low-flow, low-oxygen; max 5L/min, max 40-50%
2. High-flow nasale cannula: high-flow, controlled-oxygen; max 60L/min, max 100%. Genereert PEEP
3. Venturi: jet-mixing, toegenomen snelheid; high-flow, controllex oxygen; max 50%
4. Aerosol masker: kijken naar flow-demand; variable oxygen, moderate-flow; mix 100% met kamerlucht
5. Non-rebreather masker: geen bijmenging kamerlucht; high-oxygen, high-flow; max 90%
6. Ballon-masker: acute setting, high-oxygen, high-flow; max 100% en >15L/min

Question 18

Farmacologie bij ARF

Answer 18

1. B2-agonisten: bronchodilatatie en relaxatie glad-spierweefsel
2. Anticholinergica(ipratropium): bronchodilatatie, trager dan B2. COPD>astma.
3. Corticosteroiden: anti-inflammatoir, – B-receptor tachyphylaxie (behouden effect B-receptor medicatie)
4. Antibiotica: bij verdenking bacteriële infectie (sputum, infiltraat x-thorax, koorts, leukocytose)