4.1 - Samenvatting deel 2 Flashcards

(5 cards)

1
Q

Wat bedachten de uitvinders?

A

Nieuwe machines die kleding sneller konden weven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat bouwden de ondernemers?

A

Gebouwen met veel van deze machines erin, die zoveel mogelijk producten tegelijk konden maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Door wat werden deze machines aangedreven?

A

Door water, dus werden de fabrieken in de buurt van rivieren gebouwd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom was het later niet meer nodig om fabrieken in de buurt van rivieren te bouwen?

A

Door de uitvinding van de stoommachines

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer begon de moderne tijd?

A

In 1800

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly