Trematoden en cestoden Flashcards

1
Q

wat zijn trematoden

A

platwormen, zuigwormen of wormen van de botten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Trematoda (botten) algemene bouw

A

• Algemene bouw:

  • plat, niet gesegmenteerd
  • mond, geen anus * 2 zuignappen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

trematoda gastheerwisseling

A

mens is eindgastheer GV

  • ei —> miracidium (larve 1) (meta)cercaria (larve 2)
    (zoet) waterslak is tussengastheer OV
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

trematoda transmissie

A

via voedsel of rechtstreeks door de huid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

trematoda behandeling

A

praziquantel, niclosamide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

trematoda preventie

A

patienten behandelen

slakken doden; besmette groenten koken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is Fasciola hepatica

A

een leverbot worm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Fasciola hepatica algemene bouw

A

• bladvormig, ± 3 cm
• hermafrodiet
eieren (met operculum) in feces, 120 μ (grote eieren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Fasciola hepatica gastheer en locatie

A

gastheer: polyxeen, eindgastheer zijn schapen, runderen of mensen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Fasciola hepatica transmissie

A
  • eten van waterkers met metacercarien

- eten van lever van besmette schapen of koeien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Fasciola hepatica klinisch beeld

A

Verwekker van Fascioliasis
in gematigde streken vaak bij schapen en koeien, zelden bij de mens
Symptomen: problemen in galblaas, lever en pancreas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is Opisthorchis felineus

A

een zeldzame katten leverbot worm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Schistosoma spp soorten

A

Schistosoma mansoni
Schistosoma japonicum
Schistosoma haematobium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Schistosoma spp algemene bouw

A

Volwassen worm: 2 zuignappen’
man 1 cm, plat, breed, in lengte gekruld- vrouw 1.5 cm, lang, dun, cylindrisch. obligaat intravasculair.
vrouwtjes leggen eieren: 300 – 3000 per dag, gedurende 4 tot 35 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Schistosoma spp klinisch beeld

A

verwekkers van Schistosomiasis of Bilharzia 200 miljoen infecties per jaar, endemisch in 52 landen.
Symptomen
verdwaalde en “reflux” eieren veroorzaken chronische symptomen
• cercariendermatitis (acuut) wordt veroorzaakt door binnendringende larven
• katayama syndroom (na 20-60 dagen) symptomen zijn koorts, malaise, buikpijn veroorzaakt door migrerende larven
• chronische schistosomiasis of bilharzia: darm/blaasontstekingen → bloedplassen leverontstekingen → ascitis (opgezette buik) hoge eosinofilie
mensen worden sloom, apatisch, traag (door verminderde stofwisseling)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Schistosoma spp diagnostiek

A

• uitscheiding eieren is onregelmatig —> TFT + concentratietechnieken (zie blokboek Vaardigheden) • rectumbiopsie
• serologie (elisa) • PCR
diagnostiek door onderzoeken van eieren
Schistosoma mansoni - gebeurt in feces, stekel zit aan zijkant. grootte is 140 x 60 µ
Schistosoma japonicum - gebeurt in feces, stekel is afwezig. grootte is 85 x 65.
Schistosoma haematobium - gebeurt in urine, stekel zit aan het uiteinde. grootte is 140x 60 µ.

17
Q

Wat zijn cestoden

A

Cestoden zijn lintwormen of blaaswormen. Lintworm is de volwassen worm, blaasworm is het larve stadium

18
Q

Cestoda algemene bouw

A
  • gesegmenteerd (scolex + proglottiden)
  • geen mond, geen anus
  • 4 zuignappen
    hermafrodiet
19
Q

Cestoda gastheerwisseling

A

mens en andere zoogdieren eindgastheer GV (polyxeen)
* ei (embryofoor) —> larve = blaasworm (cysticercus)
vele zoogdieren en mens als tussengastheer OV

20
Q

Cestoda transmissie

A

via besmet vlees/bosvruchten

21
Q

Cestoda behandeling

A

praziquantel, niclosamide

22
Q

Cestoda preventie

A

patiënten behandelen vleeskeuring; bosvruchten koken

23
Q

Cestoda soorten

A
  • Taenia spp
  • Echinococcus spp
  • Hymenolepis spp
24
Q

Taenia spp soorten en bouw

A
Taenia saginata (10 m) - volwassen worm in dunne darm larve (cysticercus) in spierweefsel koe. heeft 4 zuignappen. proglottiden 20x 6mm. uterus 15-30 zijtakken.
Taenia solium (3 m) - volwassen worm in dunne darm.
larve in spierweefsel VARKEN. Heeft 4 zuignappen en hakenkrans. proglottiden 10x 10 mm. uterus 10-12 zijtakken.
25
Q

Schistosoma spp levenscyclus

A

Cercariën verlaten slak en dringen door de huid van gastheer. Na binnendringen verliezen de cercariën staart en migreren als schistosomulae via bloed naar
de lever. In lever ontstaan volwassen wormen, die paartjes gaan vormen en dan afreizen naar hun voorkeursplaats. Schistosoma japonicum en Schistosoma mansoni zitten in mesenteriaal vaten van de darm. Schistosoma haematobium zitten in 14 vaten van de urineblaas.

26
Q

Taenia spp levenscyclus

A
  1. mensen worden geïnfecteerd door het eten van rauw of slecht voorbereid geïnfecteerd vlees. ze krijgen blaasworm of het ei binnen.
  2. Taenia gaan vast zitten aan de darmwand. incubatietijd is 3 a 4 maanden. ei is 5 maanden levensvatbaar
  3. Taenia worden volwassen in de darmwand en maken eitjes
  4. eitjes gaan er via de feces weer uit.
    versie 2
  5. mensen worden geïnfecteerd door het eten van rauw of slecht voorbereid geïnfecteerd vlees. ze krijgen blaasworm of het ei binnen.
  6. Cysticerci (blaaswormen) in
    spier- en bindweefsels onder de huid hersenen, ogen, longen (gaan daar dood ->  levenscyclus eindigt)
27
Q

Taenia spp ziektes

A

Taeniasis veroorzaakt door
volwassen worm: Taenia saginata en Taenia solium Transmissie: via blaasworm (cysticercus)
Cysticercose veroorzaakt door blaasworm (cysticercus) van Taenia solium Transmissie: via ei

28
Q

Echinococcus spp soorten

A

• Echinococcus granulosus = hondenlintworm
locatie: importinfectie
• Echinococcus multilocularis = vossenlintworm
locatie: wereldwijd

29
Q

Echinococcus spp klinisch beeld

A

verwekkers van Echinococcosis
aangedane lever tgv doordelende blaaswormen die ook kunnen uitzaaien naar andere organen zoals long (vandaar “multilocularis”). Mens is accidentele tussengastheer, ziekte kan na 5-15 jaar optreden.
normaal: geen tot vage buikklachten, misselijkheid, maar bij Echinococcose: geelzucht, leverdestructie

30
Q

Echinococcus multilocularis algemene kenmerken

A

‘Kleine lintworm’ 3 – 6 mm
parasiet van de dunne darm
eieren met dikke eischaal 35 μ via feces in milieu lang infectieus
larven (scolexblaasjes) ontwikkelen zich in met vocht gevulde bol: hydatiden of weefselcysten OV.
5 – 20 cm

31
Q

Echinococcus multilocularis levenscyclus

A

via vos komt er een proglottis met eieren. Die eieren kunnen via feces transmissie hebben naar mensen. Normaal gaat het door naar ongedierte waarbij het in de lever komt wat een andere vos weer op eet.

32
Q

Hymenolepis nana algemene bouw

A

dwerglintworm, 1,5 – 4 cm
leeft tussen villi van dunne darm
wordt steeds meer gezien, bij kleine kinderen.
kosmopoliet
• Infectieuze eieren (oncosfeer) in feces, 30 – 45 μ
• Larven (cysticercoid) groeien in darm uit tot volw. lintworm.

33
Q

Hymenolepis nana Gastheerwisseling

A

• Eindgastheer: muizen, kevers, mens. heeft geen tussengastheer

34
Q

Hymenolepis nana transmissie

A
  • faeco-oraal / autoinfecties
  • via kevers of muizen in voedsel
  • via insecten (cysticercoid in vlooien)
35
Q

Hymenolepis nana ontwikkelingscyclus

A

binnen het lichaam: Eieren ontwikkelen tot larven (cysticercoid) tot volwassen lintworm in darm (1 maand)
buiten het lichaam: Infectieuze eieren in feces (grond/water)

36
Q

Hymenolepis nana klinisch beeld

A

Asymptomatisch of Buikpijn / braakneigingen